maandag 28 september 2015

Jabes, de man die zich overgaf aan God

Tekst : 1Kronieken 4:9 en 10 BB - Jabes was de belangrijkste van zijn broers. Hij was in aanzien, belangrijk, had een belangrijke plaats onder zijn broers. Dat zou door zaken, bezit, handelen of zijn spreken kunnen zijn geweest. Het staat er niet beschreven. Er was vanuit de samenleving respect voor deze man.



We komen in dit hoofdstuk van 1Kronieken 4 een opsomming van namen en geslachten bij Jabes terecht. En wat er over hem geschreven staat in de Bijbel, lezen we nog steeds. Wanneer we het hele hoofdstuk lezen zien we dat er kleine opmerkingen en omschrijvingen staan van de families waar ze woonden en welk beroep ze hadden. Ze waren allen nakomelingen van Juda, en behoorden tot de stam van Juda.

Uit de stam van Juda zien we door de eeuwen heen koning David en de Here Jezus Christus. Zij waren voor het Oude en Nieuwe Testament de highlights waar het voor God om draaide. David waarover de Heer zegt : “Een man naar Gods hart.” En Jezus waarover God zegt ; “Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, hoort naar Hem.” En waarom is dat vermeld in de Bijbel, omdat dit Gods gedachten waren en zijn over hen.

In beide levens was God Degene, Die centraal stond in hun handel en wandel. In hun leven was er een weg door lijden heen naar de overwinning, welke God voor Zijn volk en door de Here Jezus voor alle mensen heeft behaald. Het is aan ons de keus om Zijn aanbod en overwinning in ons leven te aanvaarden. Dat laatste is mooi geïllustreerd in het leven van Jabes. Hij was een man, die net als velen van ver moest komen. Zijn leven werd, ondanks zijn belangrijke plaats later, eerst overheerst door pijn en lijden.

BB Zijn moeder had hem Jabes genoemd: "Want," zei ze, "zijn geboorte ging vreselijk moeilijk." Zijn naam betekend letterlijk : “pijn” en “verdriet” Toen het kind op komst was, waren er complicaties met de zwangerschap en geboorte. Het proces van ter wereld komen verliep niet goed.
We lezen dat de geboorte vreselijk moeilijk was. Hoe en wat staat er niet. Maar wat er wel staat is dat de naam van hun zoon een naam mee kreeg, die altijd zou herinneren aan deze bevalling en de moeite die moeder ervan had ondervonden. Die moeite en pijn kwam terug in zijn naam.

Wanneer we nadenken over deze man, die als kind steeds met deze negatieve naam werd genoemd, weten we dat hij er zelf niets aan had kunnen doen wat er bij de geboorte is gebeurt. Ook zijn loyaliteit naar zijn ouders en zijn harde werken en hij in aanzien kwam, kon niets van dit verhaal veranderen.

Toch hebben veel mensen van binnen veel verdriet van zaken, waar zij de schuld van kregen door toedoen van anderen. Als jongen was ik had ik een zeer blanke huid en rood haar. Peentjes haar. Dat bezorgde mij op verschillende manieren verdriet. Als iemand boos op mij was of iemand wilde mij pesten, dan was er niets verder nodig, want mijn rode haar was voldoende.

Dat heeft een keer mij in een moeilijke positie gebracht, omdat jongens van andere afkomst mij in het zwembad uitscholden en op de grond duwden. In het besef dat als ik vanwege huidskleur of afkomst ook lelijke dingen zou zeggen, zou ik precies hetzelfde zijn en doen als deze jongens. Plus dat de groep die om mij heen stond te meer een aanleiding zouden hebben om mij te pesten en pijn te doen. Wel heeft deze gebeurtenis in mijn hart een regel geschreven van : “Pas op hoe je met anderen omgaat, wanneer het gaat om taal, kleur en afkomst.” Misschien wel een regel van Gods liefde. Hij wil Zijn liefde door ons heen kenbaar maken. Geen oog om oog en tand om tand.



Bij Jabes zien we dat deze man niet bleef op het punt van zijn naam en geschiedenis, maar dat hij een levenshouding had om tot God te gaan. Er was een punt dat hij misschien wel voor zichzelf een streep er onder wilde zetten.Dat is ook voor ons van groot belang. Niet blijven achterom zien, maar ons richten op de bron van het Leven, de Here God Die ook ons leven net als die van Jabes in Zijn hand heeft.

Door het lijden heen is Jabes, de man geworden, waarvan wij in de Bijbel Zijn korte geschiedenis en gebed als een kostbare erfenis mogen ontvangen. BB 10 Jabes bad tot de God van Israël: Als kind van de stam Juda, behoorde hij ook tot Israël en was mede erfgenaam van Jacob door de geslachten heen. De worsteling van Jacob en zijn overgave aan God, zijn vraag aan de aan de engel van de Heer om een zegen, maakte dat hij werd gezegend en de naam “Israël” kreeg.

Een nieuwe naam voor Jacob, die de boel had bedrogen, door zijn vader en broer op te lichten. Door zijn eigen toedoen was hij op vlucht in zijn leven. Zijn naam veranderde van “Hielenlichter” naar “Vechter met God.” God had het verdriet en angst van Jacob verandert in een man, die niet meer sterk was van zichzelf, maar de sterkte vond in Zijn God.



Jacob noemde de plaats van de worsteling 'Pniël' = 'Aangezicht van God'. In het hart van Jacob kwam er iets bij wat God in zijn leven schreef. Daar was hij in en na zijn strijd op de plaats ‘Pniël’ en ervoer daar de nabijheid / aanwezigheid van de Heer. Deze aanwezigheid zocht Jabez, uit het nageslacht van Jacob, ook voor zijn situatie. Dat is de zegen, die God door de geslachten wil geven. Deze zegen werkte ook door de geslachten heen naar Jabes.

De vloek werd afgewend, de pijn veranderde in zegen. Dat is wat wij in Christus als erfenis door Jezus hebben ontvangen. Als kind van God mogen wij weten dat Hij ons voor is gegaan en onze zwakheden op Zich heeft genomen en onze ziekten heeft gedragen. Ook om de zonde die scheiding brengt tussen God en mij, heeft Jezus aan het vloekhout, het kruis op zich genomen. Waarom? Gods bedoeling met Zijn schepping door eeuwen heen en Zijn volk was altijd dat Hij de hele aarde op het oog had en ook alle mensen die daarop leven. Dus ook u.

BB "Wilt U alstublieft goed voor mij zijn en mijn gebied steeds groter maken”. Wanneer we dit lezen, horen we Jabes als het ware om een gunst vragen. Jabes gaat, ondanks alles wat tegen hem getuigd en spreekt, naar God. Hij maakte bekend wat er in zijn hart was. Hij wil vanuit zijn verlangen naar God en voor zijn leven, de zegen ontvangen die God voor hem heeft. Net als zijn over overgrootvader Jacob.

Een biddende moeder, oma, vader, opa is kostbaar in het Koninkrijk van God. Uw plaats is net als Psalm 78 zegt van onschatbare waarde. Bid de zegen toe voor het volgende geslacht, die ook net als wij nodig hebben dat zij de zegen en de gunst van de Heer in hun leven mogen ontvangen.



Open uw mond en vertel wie God is, wanneer u elkaar als familie, vrienden en kennissen ontmoet. Zijn Woord heeft kracht. En zoals Romeinen 1 :16 en 17 zegt : Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek. Want gerechtigheid Gods wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, gelijk geschreven staat: De rechtvaardige zal uit geloof leven. God verlangt er naar dat er recht gedaan wordt aan hetgeen Hij tegen ons zegt en in en om ons heen doet. Hij zoekt wegen om Zijn Liefde handen en voeten te geven naar mensen, die dit nodig hebben. Daarvoor wil Hij u en mij gebruiken.

En dan kan het zijn, wanneer we net als Jabes een uitdaging hebben in ons leven om hieraan te werken. God toelaten en net als hem gaan bidden: BB"Wilt U alstublieft goed voor mij zijn en mijn gebied steeds groter maken”. Het zeker weten dat God aan de kant van Zijn kinderen staat, wil Hij door Zijn geest aan ons bekend maken. Want geloof heeft te maken met vertrouwen en verwachten dat God het goede met ons voor heeft. Jezus onderwijst ook daarover om geen zorgen te maken. God de Vader te vragen, die nog meer dan onze aardse vader, te vertrouwen is. God wil het beste aan ons geven.

Jabes vraagt om zijn gebied te vergroten. Als volk van God had iedere stam en elke familie een stuk land in het beloofde land wat zij hadden toegewezen gekregen. Om te kunnen leven en handel te drijven was er meer nodig. In ons leven kan het ook zijn dat er gebieden van ons karakter en bekwaamheid zich nog verder moeten ontwikkelen.

Als pijn en verdriet in het leven komt, dan merken we dat er weerstand om ons heen is. En ook in ons is om uit te strekken naar meer. Pijn en verwerping kunnen mensen weerhouden om werkelijk te zijn, zoals God ze heeft gemaakt en bedoeld. Jabes doorbrak dit door te bidden en uit te strekken naar God.

BB Wilt U met mij zijn en mij beschermen tegen het kwaad, zodat ik geen verdriet zal hebben!" In Jezus hebben wij door de aankondiging, geboorte en het bewijs gezien, dat God sprak. “Immanuel” – God met ons. Niet als een excuus van de mens voor Zijn handelen, maar Gods visie op de mens om niet meer zonder God te leven. In de Namen van God zit Wie Hij werkelijk is. Toen Mozes de opdracht kreeg om naar farao te gaan, kreeg hij de naam van God mee als bewijs en getuigenis dat deze aan zijn kant stond. Ik ben, Die Ik ben.



Mozes was door geboorte deel van het slavenvolk en door de gunst van God deel van het huis van de koning van Egypte geweest. Dat was in de ogen van de toenmalige wereld de verhouding, waarin het ene volk boven het andere stond. In Gods opinie was het omgekeerd. Hij is de Koning der Koningen en zou zijn volk uit het slavenhuis leiden, omdat Hij zijn Naam op het volk van Israël, nakomelingen van Jacob had gelegd.

Deze belofte en verbinding kwam de Heer ook aan Jabes na. Als hij Hem vroeg om Zijn bescherming. De wereld om hem heen was niet meer als die in Egypte, maar de druk van buitenaf maakte dat gedachten en omgeving hem probeerde te knechten. En om niet in zijn bestemming te doen komen, wat God met hem voor ogen had. In die afhankelijkheid roept Jabes tot God.

We lezen dat de Heer later zegt: Roep mij aan ten dage van uw benauwdheid. Waarom zou de Heer dat zeggen tegen zijn volk en ook in Christus tegen ons? Omdat onze Verlosser leeft. Jezus draagt de naam “Jeshua” – de God die redt.
God heeft Zijn wet in het hart van degene geschreven, die zijn geboren in het Koninkrijk van God. God bevestigd van binnenuit de woorden die Jesaja spreekt over vergeving, genezing, vreugde in plaats van rouw, vrijheid in plaats van gevangen te zitten. We mogen in gebed gaan tot God gaan voor onszelf, elkaar en de ander en Gods gunst ontvangen.

BB En God gaf hem wat hij had gevraagd. Klinkt dit niet bekend in de oren? Wie bidt, die …. ontvangt. Als kind hebben we misschien geleerd om niet te vragen. God daagt u uit om Hem te vertrouwen en te vragen, zoals Jezus het ons zegt. Hij heeft al voorzien, door het offerlam Christus. Wij hoeven het alleen maar te ontvangen en uit te delen van de rijkdom van het Geloof.