Teksten : Psalm 107 : 23 - 32 en Marcus 4 : 35 - 41
Marcus 4: 36 En zij lieten de schare achter en namen Hem, zoals Hij was, in het schip mede, en er waren andere schepen bij Hem. Naast deze mannen in de boot zaten, waren er anderen die met Jezus mee gingen naar de overkant. Hij wil ons op de zee van het leven brengen, vanuit de duisternis naar het Koninkrijk van Licht. Ook al voeren zij de nacht tegemoet, was de zon van de Gerechtigheid van God opgegaan in hun harten. Zij geloofden Jezus en deden wat Hij tegen hen zei.
Het mooie is dat de schepen, die meevoeren, gingen mee vanwege dat Rabbi Jezus in hun midden was. Wanneer mensen geloven in de Bijbel en daaruit leven, gaan zij mee met de Here Jezus en willen graag samen met anderen de oversteek maken. Net als Abram op reis ging naar het land dat God hem wijzen zou. Hij verliet vader en moeder en volgde de aanwijzingen van de Heer. Hij ging op pad met de schip van de woestijn, zoals kamelen ook wel genoemd worden. In de eerste instantie had hij zijn neef Lot bij zich om samen te gaan.
Maar eenmaal in het gebied, waarheen God Abram geleidt had, kwam er zwaar weer in hun relatie en gingen zij ieder hun weg. De één, Lot, koos wat voor ogen wat het mooiste deel en kreeg het deel wat we weleens zeggen: Brutalen hebben de halve wereld. Maar God sprak tot Abram als met de woorden die Jezus aan Zijn leerlingen onderwees: Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven. (Mattheus 5:5) En waarom? Omdat Abram niet op zijn strepen stond, maar God vertrouwde, kreeg hij alles wat zijn ogen zagen en God hem had beloofd.
Veel gelovigen leven van binnen als mensen, die nog voortdurend op zoek zijn naar een oplossing, terwijl zij de gelegenheid hebben om dag aan dag God als hun hemelse Vader mogen kennen en liefhebben. Een mens, die de verzoening van God in zijn / haar leven heeft ontvangen door het volbrachte werk van onze Heer en Verlosser Jezus Christus, mag ook een mens zijn, die in vertrouwen en afhankelijkheid van Zijn Heer mag uitzien dat Hij alles in handen heeft.
Angst, geen vertrouwen, argwaan, teleurstelling, doen het kabbelend water van het alledaags leven veranderen in woeste stromen, waarvan men niet zeker is van de uitkomst. Steeds is er een najagen van zaken, die men niet altijd kan verklaren zijn vanuit het zichtbare, maar irreële angsten aanjaagt. Wij verliezen onze grip en rust. Wanneer wij op onszelf worden geworpen, doordat we het overzicht kwijt zijn. Is er onduidelijkheid is waar het naar toe gaat en kan de angst naar binnen slaan. Uit verhalen en praktijk blijkt dat mensen gevangen worden in hun gedachten. En denkpatronen ontwikkelen, waardoor gaan tot de Heer door gebed en het lezen van Gods Woord moeilijker tot onmogelijk wordt. De twijfel komt dan gauw om de hoek: Waar is God? Hoort en ziet Hij wel wat er gebeurt?
Marcus 4: 37 - En er stak een zware stormwind op en de golven sloegen in het schip, zodat het schip reeds vol liep. Wanneer we dit lezen, dan kan een vissersplaats als Yerseke wel herkenning vinden met datgene wat op het water met een vissersboot gebeurt in de storm. Toen ik in 1992 mee ging met de eerste opdracht van een nieuwe baan, kreeg ik een vergelijking van een collega te horen. Hij zei. Wanneer iemand matroos wil worden en 2 mijl buiten de kust over de reling hangt, dan moet dat niet verder doen.
Deze mannen waren deels doorgewinterde vissersmannen. Zij kenden het vak en wisten wat er op het water te beleven viel. Zij kenden ook het moment dat het voor hun de maat vol was en overgeleverd waren aan de krachten in de natuur. Op dat moment houdt menselijk gesproken onze kunde, ervaring en wijsheid op. Is ook wat we lezen in Psalm 107: 27 - Zij wankelen en waggelen als een dronken man, al hun wijsheid wordt verslonden. In zo’n situatie lijkt het onmogelijke te moeten gebeuren en komt het moment dat de discipelen in actie moeten komen.
Heeft u er wel eens er bij stil gestaan dat God net als onze aardse ouders ons dag aan dag hebben meegemaakt en gevolgd in onze groei naar volwassenheid?
Ook is Hij getuige van elke dag, die wij doorbrengen op deze aarde. Zou deze God, die zo enorm in ons geïnteresseerd is, ook niet willen bij staan? Zeker wanneer we de woorden van de Here Jezus uit Johannes 14 lezen, dat Hij Zijn discipelen en door de eeuwen heen ook ons niet alleen wil laten en Zijn Heilige Geest heeft gezonden om ons bij te staan.
Is God of Jezus veranderd? NEE. Hebreeën 13:8 - Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid. Deze God die Woorden spreekt en ze doet. Beloften doet en ze nakomt, zal Hij dan ook niet voor de uitkomst kunnen zorgen? Hij zegt in Jesaja 59:1 - Zie, de hand van de HEERE is niet te kort dat ze niet zou kunnen verlossen,en Zijn oor is niet toegestopt dat het niet zou kunnen horen. In Psalm 107 hebben we hierover gelezen. Hij hoort naar degene die tot Hem roept ten tijde van zijn benauwdheid.
Eén van de valkuilen, wanneer wij door moeilijke perioden heengaan is, dat wij achteraf gaan beredeneren hoe het allemaal weer goed is gekomen, zonder God daar in te kennen. Mensen roepen dan al gauw dat het toeval is. Of dat er wel een wetenschappelijke verklaring is. Toch zijn er heel wat getuigenissen van mensen, die hebben ervaren hoe God hen op zulke moment bijzonder nabij was en zijn voorziening en bescherming hebben ervaren.
Een andere valkuil is, dat we blijven terugkijken hoe slecht we er aan toe waren. Dat we op dat moment het allemaal zelf moesten doen en we van geluk mogen spreken dat we nog leven. Sommigen nemen dit verhaal mee. Vertellen iedereen alle details van het gevaar en wat het met hen had kunnen doen, zonder te wijzen op wat God heeft gedaan en blijven boos, verdrietig, opstandig of passief vanwege wat hen is overkomen. Toch zijn er mensen, die dezelfde dingen meemaken en er toch anders uitkomen en daarin de hand van de Heer zien, hoe Hij hen heeft getroost en kracht gegeven. Zij zien de weg als het verhaal van de voetsporen:
Ik droomde eens en zie ik liep,
aan het strand bij lage tij.
Ik was daar niet alleen,
want de Heer liep aan mijn zij.
aan het strand bij lage tij.
Ik was daar niet alleen,
want de Heer liep aan mijn zij.
We liepen samen het leven door,
en lieten in het zand
een spoor van stappen, twee aan twee,
de Heer liep aan mijn hand.
en lieten in het zand
een spoor van stappen, twee aan twee,
de Heer liep aan mijn hand.
Ik stopte en keek achter mij
en zag mijn levensloop,
In tijden van geluk en vreugde,
van diep verdriet en hoop.
en zag mijn levensloop,
In tijden van geluk en vreugde,
van diep verdriet en hoop.
Maar als ik goed het spoor bekeek,
zag ik langs heel de baan, daar
zag ik langs heel de baan, daar
waar het juist het moeilijkst was,
maar één paar stappen staan.
maar één paar stappen staan.
Ik zei toen: ‘Heer, waarom dan toch?
Juist toen ik U nodig had,
juist toen ik zelf geen uitkomst zag
op het zwaarste deel van het pad.’
Juist toen ik U nodig had,
juist toen ik zelf geen uitkomst zag
op het zwaarste deel van het pad.’
De Heer keek me toen vol liefde aan
en antwoordde op mijn vragen:
‘Mijn lieve kind, toen ‘t moeilijkst was
toen heb Ik jou gedragen.’
en antwoordde op mijn vragen:
‘Mijn lieve kind, toen ‘t moeilijkst was
toen heb Ik jou gedragen.’
Tuurlijk hadden deze mannen geloof in God en volgden ze Jezus. Toch maakte de omstandigheden, dat zij dit vergaten. Geloof is niet een zaak van buiten, maar een zaak van ons hart, relatie en vertrouwen. Wanneer ons leven in Gods hand is en Hij alles er voor over gehad dat Hij Zijn zoon heeft gegeven om ons met Hem te verzoenen. Wat zou dan hetgeen zijn wat God met mij voorheeft? Zijn liefde dat openbaar is geworden in Jezus, wil Hij ons dag aan dag geven.
Geloof heef te maken met ons durven overgeven aan God in ons dagelijks leven door ons in Zijn hand toe te vertrouwen. Hem behoren wij toe. Dat betekent niet passief afwachten, maar Hem dagelijks uitnodigen om ons leven te leiden en brengen waar Hij ons wil en kan leiden. Durf ik Hem te vertrouwen. God wil dagelijks Zijn vertrouwen uitspreken over ons leven. Wij mogen uit respect en in verwondering met God omgaan. God kan zaken in ons leven ten goede veranderen, terwijl anderen het niet grijpen en zien. Daarom mag ons gebed zijn dat de Heer onze ogen opent voor Wie Hij is en wat Hij doet.
Laten we met elkaar deze woorden uit de Psalm lezen als woorden van ons geloof. Ongeacht hoe wij er voorstaan, is God Dezelfde en wil ons bemoedigen met deze eeuwen oude, maar zeer actuele woorden voor het jaar des Heren anno 2015 :
Ik hef mijn ogen op naar de bergen: is van de Here, die hemel en aarde gemaakt heeft. 3 Hij zal niet toelaten, dat uw voet wankelt, uw Bewaarder zal niet sluimeren. 4 Zie, de Bewaarder van Israël sluimert noch slaapt. 5 De Here is uw Bewaarder, de Here is uw schaduw aan uw rechterhand. 6 De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts. 7 De Here zal u bewaren voor alle kwaad, Hij zal uw ziel bewaren. 8 De Here zal uw uitgang en uw ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid.