En nu…? Hoe zou Petrus weg
zijn gegaan, nadat hij de haan 3x had horen kraaien? Jezus hem op dat moment
aankeek? Wat zou er op dat moment door zijn hoofd zijn gegaan? Hij huilde
bitter, maar verder staat het niet beschreven in de Evangeliën. Wel wat hij
tegen de anderen zei om weer te gaan vissen als voorheen. Oppakken, wat al
bekend was en wat hij van generatie op generatie had meegekregen.
Wat zou het met zijn droom
hebben gedaan, die als een zeepbel uit elkaar spatte, toen na het verraad Jezus
ook nog werd gekruisigd? Hoe zou hij zich hebben gevoeld toen Jezus op
verschillende manieren verscheen aan Zijn discipelen, Emmaüsgangers en de
vrouwen? Had hij net als oude treinen het gevoel dat hij uitgerangeerd was? Aan
de kant gezet door zijn eigen schuld?
Treinen worden op een
rangeerterrein gezet als het nodig is voor ander moment waarop zij worden
ingezet en een andere bestemming krijgen. Een mens, die een time-out in zijn
leven krijgt te verwerken, kan al snel het idee hebben aan de kant te staan, in
plaats nog actief deel te zijn van het dagelijks leven. Waar sta u / jij?
Bij Petrus stapt Jezus
weer in de levenstrein : Johannes 21 :
15 - Toen zij dan de middagmaaltijd
gebruikt hadden, zei Jezus tegen Simon Petrus: “Simon, zoon van Jona, hebt u Mij meer lief dan
dezen?” Hij zei tegen Hem: “Ja, Heere, U weet dat ik van U houd.” Hij zei tegen
hem: “Weid Mijn lammeren.”
Bij het eten komt Jezus in
gesprek met Petrus. Eindelijk was het moment daar waar Petrus naar uit had
gezien en tegelijkertijd voor vreesde. Hij had Zijn vriend Jezus letterlijk in
de steek gelaten. Aan de maaltijd komt de vraag van Jezus aan Petrus: Simon,
zoon van Jona. Nu was het geen Petrus, waar Jezus tegen zei : Op deze
Petra zal ik mijn rots bouwen. Mattheus
16: 18 - En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn
gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen.
Simon was nog niet daar
waar Jezus hem had gezegd dat hij Petrus zou gaan heten. Simon moest geen rots
in zichzelf zijn, maar Christus in hem zou de rots moeten zijn. Het fundament
van deze volgeling van Jezus lijkt veel op die van ons. Regelmatig ontdekken we
van onszelf dat we helemaal niet zo sterk en geestelijk zijn in het geloof,
maar dat er 1001 excuses naar ons toekomen, om ons vrij te pleiten van onze
verantwoordelijkheid. Maar ook dit zijn excuses, die ons willen losmaken van
onze relatie / verbondenheid met God.
Daarnaast zien we, dat hij
zoon van Jona genoemd wordt. Uiteraard is dit een verwijzing naar zijn
biologische vader Jona. Maar als je nadenkt over de naam Jona, kom je al gauw
terecht bij de profeet Jona. Deze man vluchtte weg, toen hij de opdracht kreeg
om naar Ninevé te gaan. Daar waren voor Jona 1001 redenen voor.
Leek het er nou op dat
Jezus hem wilde verwijten om het feit dat Petrus net als Jona weggelopen was?
En dat hij ontkent had Jezus te kennen als zijn vriend / meester? Wat we zien
in het gesprek aan het meer is dat Jezus terug komt bij Petrus op hun relatie.
En in het bijzonder op zijn diepere motivatie en gezamenlijke historie. Wat beteken Ik, Jezus, voor jou Petrus? Hou
je van mij meer dan de andere volgelingen van Mij?
We zien dat Petrus niet
wordt aangevallen, maar krijgt een vraag. Hij slaat in zijn antwoord het
woordje “meer” over en zegt van Jezus te houden. Waar hij waarschijnlijk tegen
zijn vriend en meester zegt : U betekent
meer voor me dan wie dan ook van deze groep. En zegt om weer kaders te
krijgen in zijn situatie / gevoel van schuld, verdriet en schuld : U weet het toch? U hebt mijn toewijding
gezien in de manier, waarop wij samen wandelden?
Als het fout gaat in ons
leven door onszelf of iemand, die dichtbij staat, zoeken wij naar kaders, die
ons kunnen helpen om de puzzel weer tot één plaatje te maken. Het lijkt
allemaal anders en niet meer logisch als we net als Petrus overspoelt worden
met gevoelens van verwarring, angst, schuld, verdriet en pijn.
Het derde wat opvalt is
wat Jezus als antwoord geeft op Petrus’ woorden: “Weidt Mijn lammeren.” Lammeren
zijn schapen die nog moeten opgroeien. Die extra zorg nodig hebben, voordat ze
op hun eigen poten kunnen staan binnen de kudde. Zij hebben extra aandacht en
zorg nodig, zodat ze niet gepakt kunnen worden door de gevaren die op hen
loeren. Zij hebben melk nodig om gevoed te worden. Soms worden ze opgepakt om
te ervaren, dat er iemand is. Die bij ze is en ze draagt, zoals de Goede Herder
dat doet.
Nu spreekt de Goede Herder
tot één van Zijn schapen, die Zijn hulp en nabijheid nodig had, over het zorgen
voor de lammeren. Het is een mooi principe in het Koninkrijk van God. Om
anderen de weg te wijzen moet je eerst de weg gewezen zijn. Om anderen te
vertellen over vergeving en herstel in je leven, heb je vergeving en herstel in
je leven nodig. We kunnen wel vanuit wat we gehoord hebben en met ons verstand het
doorvertellen. Maar wat we met ons hart delen, zal velen sneller en dieper
raken.
Jezus gaat naar de diepere
lagen van Petrus’ bestaan, hart en denken. Johannes
21 : 16 - Hij zei opnieuw tegen hem, voor de tweede keer: “Simon, zoon van
Jona, hebt u Mij lief?” Hij zei tegen Hem:” Ja, Heere, U weet dat ik van U
houd.” Hij zei tegen hem: “Hoed Mijn schapen.” Met andere woorden : Weet je zeker dat je van Mij houdt? Zijn 2e ja zal ook
zijn hart raken. Het weten is hierin ook elkaar kennen en
vertrouwen. Dat het antwoord van Petrus zeker ook vertaald : Ik
heb Uw vertrouwen beschaamd, maar van binnen weet ik, dat ik heel veel van U
houdt." Hij wil Zijn vriend en
meester weer recht in de ogen kunnen kijken.
Petrus was een mens met
hele kenmerkende menselijke trekken. Spontaan, impulsief, radicaal, maar ook
verlangend en gevoelig. De band, die hij als mens met Jezus ervoer had schade
opgelopen. Hij wist ook dat hij niet zomaar verder kon. En toch kiest Jezus om
Petrus te vertrouwen om voor Zijn kudde te zorgen.
Als leider aangesteld in
navolging van de Herder te zorgen voor de gelovigen. Hen leiden, onderwijzen,
opvoeden, en brengen in het geloof dichter bij de Heer. Hen voeden uit het
Woord van God en het leven met God de Vader, vanuit het getuigenis dat Jezus
een vriend wil zijn voor ieder mens, die tot erkenning komt, dat er herstel en
vergeving nodig is. Maar ook vertrouwen en recht tegenover elkaar staan. Zoals
het staat in de Spreuken : “Vertrouw op de Heer met je hele hart en steun
op je eigen inzicht niet.” – Spreuken 3 : 5
Maar Jezus gaat nog een
stap verder met Petrus. Hij tilt het menselijk aspect van vriendschap op tot
het niveau, waarop God met de mens omgaat, vanuit Zijn liefde. Fileos = menselijke liefde, vriendschap van de klik die je
bij elkaar ervaart. Agapè = de Goddelijke
liefde, die de 2e mile gaat ook al wordt vriendschap niet hetzelfde beantwoord.
Het blijft vanuit God het goede hopen en het postieve zien. Een 2e
kans geven vanuit een liefdevolle en barmhartige houding.
Dit zien we in de derde
keer dat Petrus vraagt: Johannes 21 : 17 - Hij zei voor de derde keer tegen hem: “Simon, zoon van
Jona, houdt u van Mij?” Petrus werd bedroefd, omdat Hij voor de derde keer
tegen hem zei: “Houdt u van Mij?” En hij zei tegen Hem: “Heere, U weet alle
dingen, U weet dat ik van U houd.” Jezus zei tegen hem: “Weid Mijn schapen.”
Deuteronomium komen we het
verhaal tegen van het volk dat het kalf had aanbeden in de woestijn en God met
hen tot herstel wil komen. Dan zegt Hij tegen hen: Deut. 10:12 - Nu
dan, Israël, wat vraagt de HEERE, uw God, van u dan de HEERE, uw God, te vrezen, in al Zijn wegen te
gaan, Hem lief te hebben en de HEERE, uw God, te dienen, met heel uw hart en
met heel uw ziel, In het kader van Gods verbond
met Zijn volk spreekt Hij door Mozes. God is genadig en geeft hen opnieuw een
kans om God als Koning te leven. Hij geeft hiervoor gerichte richtlijnen.
Heb
respect voor Wie God is en dat doe
je door te doen wat God je opgedragen heeft om te doen. Ook door Hem boven
alles lief te hebben en in relatie met Hem te leven. daarnaast komt voort dat je van harte dient, niet als een afgedwongen plicht, maar vanuit een innerlijke
verbondenheid en motivatie om Hem met je leven te eren. Daarbij stel je je hart voor Hem open en laat je denken,
gevoel en wil volledig vullen met deze liefde
en Zijn Woorden.
In
de Romeinenbrief lezen we onder het Nieuwe Verbond dat Gods Liefde in ons hart
is uitgestort. Romeinen 5 : 5 (BB) – En als we op God vertrouwen, zal Hij ons nooit
teleurstellen. Want God heeft zijn liefde in ons hart uitgestort door ons zijn
Heilige Geest te geven. Het is de Liefde van God die ons het vertrouwen in het
hart geeft. De Heilige Geest is, zoals Jezus in Johannes 14 beschrijft om naast ons te staan, zodat wij niet vanuit
een geest van een wees leven, maar ons bewust zijn en daarmee doordrongen zijn
dat God onze Vader is.
Teleurstelling brengt vaak
ook de angst mee, dat nieuwe ervaringen ons opnieuw zullen kwetsen. Daardoor
houden wij bewust en onbewust afstand tot degene, die ons pijn heeft gedaan.
Als we teleurgesteld zijn in onszelf, zoals Petrus zichzelf tegenkwam bij de
verloochening van Jezus, dan kan dat vergaande gevolgen hebben voor de relatie
naar de ander toe. Petrus werd door
Jezus hersteld in zijn relatie tot
God, Jezus en zichzelf. Dat is wat God door vergeving en genade kan en wil doen. Ook voor ons! Ook voor mij!!!
Zoals Petrus in 3
stappen zijn opdracht kreeg, zo kunnen wij ook mee bewegen met de Herder van de
kudde.
– zorg dat de lammeren /
jong gelovigen te eten krijgen en voldoende 1. - Weid mijn lammeren. rust om op te groeien. In Psalm 78 lezen we dat we de
volgende generatie mee kunnen geven van wat we zelf hebben meegekregen. Als
ouders, grootouders kun je delen vanuit je leven. Niet preken, maar uitleven en daarover spreken.
Zoals iemand vol is van de voetbal en daarover spreekt, mogen wij delen waar
ons hart van vol is vanuit het geloof en volgen van Jezus.
2. - Hoed
mijn schapen. – taak van een
poortwachter. Wees waakzaam en let op de gelovigen. Bidt voor ze, sta in gebed
op de bres voor hen. Wees betrokken bij hun levens, dat ze niet afwijken van
mijn onderwijs. Matt.28:19 –
“Leer hen onderhouden al wat ik u bevolen heb.” Bidden en in toepassing
brengen van wat Jezus ons leert, zal aanstekelijk werken op onze omgeving. Het
gaat niet om de manier waarop wij het doen, maar datgene wat God in ons leven
geeft door geloof.
Betrokken zijn en laten merken dat je anderen ziet en hoort
kan al heel veel openheid en verandering in houding brengen als brug naar het
geloof. God bouwt Zijn gemeente en gebruikt ons daarvoor om Hem te
vertegenwoordigen als individuele gelovigen en als kerk samen.
3. - Weid
mijn schapen. Zorg dat de
gelovigen voldoende geestelijk voedsel en rust krijgen om te leven vanuit de
Geestelijke principes en onder leiding van de Opperherder Jezus. Investeren in
onderwijs, training en toepassen van de principes van het Koninkrijk van God,
zal niet vruchteloos blijven. Het is niet alleen degene die een taak hebben,
een ambt vervullen of zich verantwoordelijk voelen, maar het is een opdracht
aan alle gelovigen gegeven om er mee te gaan.
Om te kunnen gaan is toerusting en bemoediging nodig.
Dagelijks wil God ons bijstaan en leiden door Zijn Geest en Woord, maar ook
door elkaar en met elkaar. God heeft Zijn droom niet aan de wilgen gehangen,
omdat het nu anders is dan een tijd terug! Misschien begint het juist nu. Nu er
mensen zijn die opstaan, bidden en doen wat Hij voor ogen heeft. Niet de
enkeling, maar met elkaar de Herder volgen en uitdragen.