Tekst : Lukas 18:35 - 19:10
Het
getuigenis van de dove man.
Accra is
de hoofdstad van Ghana en ligt aan de Atlantische Oceaan. De stad heeft circa 2 miljoen inwoners en is de
grootste stad van het land. Accra is het politiek en economisch centrum van
Ghana. Een man die al twee jaar doof
was, mistte zijn trein in Accra en overnachtte in een stadion, waar de volgende dag een campagne werd gehouden door evangelist Daniel Kolenda.
Tijdens de samenkomst
bad Kolenda dat alle dove oren in
de omgeving zouden geopend worden. De dove man, die eigenlijk helemaal
niet voor deze samenkomst gekomen was, merkte ineens dat hij weer kon oren. Stomverbaasd stapte hij naar het podium en deed zijn wonderbare
verhaal… Hij was geen christen, maar erkent
nu dat Jezus Christus inderdaad
God is, die wonderen doet!
Hij
vertelt in zijn verhaal later, dat hij christen was geworden en het verlangen had om in zijn eigen plaats
te vertellen over Wie Jezus voor hem is en wat er in de Bijbel staat. Een
enorme ommekeer voor iemand, die
niet van plan was om überhaupt maar iets met de God van de Bijbel te maken
hebben. Die ommekeer maakten ook een
paar mensen buiten en in Jericho mee.
Jezus buiten de stad / ons
leven
Lukas 19:1 Jezus ging Jericho in en trok door de stad. Hiervoor was Jezus buiten de stad. In de buurt van de
stad gebeurde er een wonder. Een
blinde man kon weer zien. Hij hoorde
aan het geluid wat er was om hem
heen en de gesprekken dat er iets gaande
was. Blijkbaar had hij opgevangen dat Jezus voorbij zou komen.
Een blinde man, die er
naar verlangde dat hij kon zien.
Zijn woordkeus om Jezus was “ontferm
u over mij” Heb medelijden, trek het lot
over mijn leven aan. Zijn vraag was dat Jezus iets kon doen in zijn situatie.
Hij had een concrete vraag. Een vraag die hij van zijn omstanders niet mocht vragen.
Totdat Jezus wel tijd
neemt om te luisteren naar de blinde
en hem vraagt wat hij wil. De man wil weer
zien. En als hij genezen wordt, dan
lezen we in Lukas 18:43
- Alle
mensen die getuige waren geweest van dit voorval brachten hulde aan God. Op het
moment dat man, die 2 jaar doof was,
zijn verhaal doet van dit wonder,
luisterden duizenden en duizenden mensen. Iedere keer als hij vertelde dat hij was
genezen, werd God geprezen, zoals in
Lukas 18 bij de blinde man en in Handelingen
3 bij de verlamde man aan de poort. Hun geloof
was, zoals Nicodemus het tegen Jezus zegt in
Johannes 3:2 - niemand kan deze tekenen doen die U
doet, als God niet met hem is. Voor hen in
Accra en in de Bijbel was het 1 + 1 = 2 Dit
kan niet anders dan het werk van God zijn.
In Efeze 3:20 staat een lofprijs
van de Apostel Paulus over wie God is in ons leven ; Aan hem die door de kracht die in ons werkt bij machte
is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken,21aan
hem komt de eer toe, in de kerk en in Christus Jezus, tot in alle generaties,
tot in alle eeuwigheid. Amen. Hij vertelt hoe God ons Zijn liefde geeft en dat is een groot wonder. Dat is ook de motivatie van Jezus waarom Hij mensen genas en wonderen deed. Hij demonstreerde
hiermee dat God van ons houdt.
Jezus in de
stad / ons leven
Lukas 19:2-4 - Er was daar
een man die Zacheüs heette, een rijke hoofdtollenaar. 3 Hij
wilde Jezus zien, om te weten te komen wat voor iemand het was, maar dat lukte
hem niet vanwege de menigte, want hij was klein van stuk. 4 Daarom
liep hij snel vooruit en klom in een vijgenboom om Jezus te kunnen zien wanneer
hij voorbijkwam. Ook deze man,
die met naam wordt genoemd in het Evangelie van Lucas, hoort van het wonder
wat er was gebeurd buiten de stad.
Je kunt je voorstellen dat mensen vol
waren van dit verhaal en voordat
Jezus zelf de stad in was, de genezing van de blinde als een lopend vuurtje rond was gegaan.
Terwijl Zacheus bezig was
om als hoofd van de belastingdienst
in zijn stad zijn werk te doen, hoorde
hij over Jezus. Dit verhaal bracht ook hem in beweging. Hij zou er ook naar toe willen gaan. Maar de poging om dichterbij Jezus te komen lukte niet.
Net als bij de blinde man, waar de menigte
hem wilde verhinderen om Jezus te
ontmoeten, werd ook deze verrader geweigerd
om dichter bij te komen. Van
iedereen die om hem heen was, kon hij de
boom in.
Hij was een slim persoon, goed verstand, kon goed
rekenen en gaf leiding aan een groep mensen, die hij aanstuurde. Om Jezus nu wel te zien,
bekeek hij hoe de route zou lopen
van deze Rabbi, zodat hij het zijne ervan
kon zien en horen. Zijn lengte wordt hier expliciet genoemd. Blijkbaar paste
dat in het verhaal over Zacheus om hem nog meer te accentueren. De man die hij
was voor dat hij Jezus had ontmoet
en de man die hij er na was.
In de ogen van de bewoners
en m.n. de religieuze deel ervan,
was hij een slechte man. Hij hoorde er
niet bij. Met de “survival of de fittest”
behoorde hij niet tot de top 10 van sterksten. Als je als klein persoon
door een grote menigte heen moet lopen, moet je constant op je hoede zijn.
Misschien werd het daarom
wel voor hem: “Wie niet groot is, moet slim zijn.” Dat werd zijn levensmotto. Hij kon goed rekenen en
wist hoe hij het van anderen gedaan kon krijgen. Nu wilde hij net als de rest meer van Jezus horen en zien. Hij wilde misschien ook wel meemaken, wat ze hadden vertelt over deze rabbi.
Lukas 19:5-6 - Toen Jezus
daar langskwam, keek hij naar boven en zei: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden,
want vandaag moet ik in jouw huis verblijven.’ 6 Zacheüs
kwam meteen naar beneden en ontving Jezus vol vreugde bij zich thuis. Op deze
manier waren de 12 discipelen door Jezus persoonlijk
geroepen om Hem te volgen. Nu kwam er naast
Levi, die ook een tollenaar was, er een nieuwe tollenaar bij?
Ja, Jezus keek met hele andere ogen naar de mensen. Hij kende ze bij naam en wist door de openbaring van de Heilige Geest dat Hij ze zou gaan ontmoeten. Wat zou Jezus met Zacheus
voorhebben?
Lukas 19: 7 - Allen die dit zagen, zeiden morrend tegen elkaar: ‘Hij
is het huis van een zondig
mens
binnengegaan om onderdak te vinden voor de nacht.’ Volgens de algemene opinie ging het nu helemaal
mis. Jezus was vriendelijke tegen
een slecht mens, die het geld uit de zakken van hen
troggelde met zijn handlangers. Hij had zijn beroep ervan
gemaakt om te leven op de centen van een ander en dat als werknemer
bij de vijand, de Romeinen. Hij stond voor
hen gelijk aan een ongelovige en was daarom
misschien nog wel slechter in hun ogen.
Als Jezus Zichzelf uitnodigt om bij iemand te eten, maakt Hij gebruik van de
Joodse leefregels om gastvrij te zijn en
mogelijk ook onderdak te genieten voor de nacht. Dat stond
ieder geval vast voor de omstanders. Was Hij blind of zo?
Zag hij niet hoe iedereen juist met afschuw toekeek en
reageerde.
Ja, Jezus had het gezien,
zoals Hij Zacheus in de boom had gezien. Maar…. .Hij zag nog meer. Hij zag hoe gastvrij deze man Hem in
zijn huis verwelkomde. Blijkbaar had Zacheus uitgezien om
Jezus te ontmoeten. Anders dan de menigte die zo hun mening
en gedachten hadden hoe het allemaal hoorde.
Terwijl ze buiten boos over Jezus praatten, misten ze wat
er binnen in het huis van Zacheus gebeurde. Deze man stond op en begon zijn bezoek toe te spreken. Er moest hem iets
van het hart. Dat werd het 2e wonder wat
bijna in één adem verteld wordt door Lucas over Jezus bezoek aan Jericho.
Lukas 19 8 - Maar Zacheüs was gaan staan en zei tegen de Heer:
‘Kijk, Heer, de helft van mijn bezittingen geef ik aan de armen, en als ik
iemand iets heb afgeperst vergoed ik het viervoudig.’ De beroeps
oplichter, meesterdief, bleek een integer
man te zijn, van binnen. Mogelijk dat zijn leven door omstandigheden, die hem ook waren overkomen tot verkeerde keuzen en levenswijze was overgegaan, omdat niemand blijkbaar oog had voor deze kleine man.
God zag hem wel en zag
zijn hart aan. Dat zijn ook de
woorden die de profeet Samuël krijgt als hij bij de broers van David zoekt naar
de man die God wil zalven tot koning. 1 Samuël 16:7 - Het
is namelijk niet wat de mens ziet, want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar
de HEERE ziet het hart aan. De uiterlijke
verschijning, gekleed als een tollenaar en verkeerde
manier van leven, lijkt de man niet in tel.
Jezus zag Zacheus, maar
zag ook wat deze man bewoog en had ontferming
voor
deze door de mensen veroordeelde man. Hij zag dat Zacheus
werkelijk op zoek was naar een oplossing
voor zijn probleem. Nu hij de kans
kreeg om daar een verandering te brengen, mag hij Jezus ontmoeten. En doet daar gelijk iets mee. Hij doet wat de wet had voorgeschreven en God als richtlijn had gegeven voor het Joodse
volk. Hij deed het niet uit plicht,
maar vanuit overtuiging. Hij was
niet terughoudend, maar ging ervoor.
Lukas 19:9-10 - Jezus zei tegen hem: ‘Vandaag is dit huis redding ten
deel gevallen, want ook hij is een zoon van Abraham. 10 De
Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.’ Jezus
wijst hem er niet op dat het tijd
werd, dat hij dit veranderde als een verwijt.
Maar wijst hem en iedereen die daar zat op het feit dat hij een zoon van de belofte is. Volgens zijn afkomst een
zoon van Abraham omdat hij bij het volk van God hoorde, maar ook omdat hij
nu door Jezus, de belofte van de komst van de Messias in zijn leven zijn plaatsvinden. Jezus had de macht om mensen te genezen en te vergeven. Deze
man werd in ere hersteld voor het
hoogste gerechtshof, voor het aangezicht
van de Almachtige God , de Vader. Er kwam vergeving,
herstel en verzoening.
Zacheus nam zijn deel voor zijn rekening, door de consequenties op zich te nemen, Jezus
sprak namens de Vader uit dat hij er helemaal bij hoorde en vergeven
was. Hij had zijn plaats verloren te
midden van mensen, die hem de weg hadden moeten wijzen. Nu kon hij zichzelf,
zijn omgeving en wat nog belangrijker was: God recht in de ogen kijken. Zoals de man, die op de borst slaat voor
het aangezicht van God en wist dat hij Gods oneindige genade nodig had. Anders dan de
farizeeër die vanzichzelf overtuigd was dat hij een goed leven leidde.
Het verhaal van de blinde
man en Zacheus is in 2 delen. Binnen en
buiten de stad. Wanneer wij Jezus niet kennen zijn we gelijk aan de man
buiten de stad. Blind in ons
geestelijk leven. Zonder Jezus hebben we geen
zicht op de blijde boodschap. Er was iets in de man, dat harder begon te roepen toen Jezus
dichterbij kwam. Het OT zegt ook dat we God
moeten aanroepen en Hij zich
laat vinden.
Het deel in de stad is de
verandering van gelovige te midden
van het leven. Allerlei zaken kunnen in ons bezig zijn sluipen, die er niet horen.
Het kan zo ver komen dat anderen daar
last van hebben en ons willen uitsluiten. Het kan zelfs zo zijn dat jij
zelf degene bent die er voor zorgt dat er muren
staan waar ze niet horen.
Je zelf onmachtig
voelt om er wat aan te doen. Dan kan het zomaar zijn, dat Psalm 61:3 tot jou spreekt dat sommige plaatsen onmogelijk zijn om te bereiken, tenzij
God jou helpt. Wil je dat Jezus vandaag bij
jou langskomt en jou helpt. Misschien niet bij jou zelf, maar iemand van
wie jij houdt of van wie jij het weet. Deel
uit, zoals de discipelen de broden
na de zegen van Jezus gingen delen en
iedereen te eten krijgt. Mensen hebben een verlangen
/ honger naar God. Alleen met het echte
brood kun je ze voeden.