Samen over de finish - Heb je weleens meegedaan aan een project of een wedstrijd. Vast wel. Op de opleiding die ik mocht volgen hadden wij als student een sportleraar. Hij leerde ons wat belangrijke zaken, die hij meenam vanuit zijn tijd bij de commando’s. Hij was ook onze mentor op de Bijbelschool.
Eén van de belangrijkste dingen die hij leerde dat de langzaamste van de groep het tempo bepaalde. In de wereld om ons heen is dat precies omgekeerd. Het ging niet om de stoere en snelle hardlopers, maar samen optrekken als één groep. Dat was het principe waarmee we de sportdag tegen andere opleidingen jaar in en jaar uit wonnen. Je moest samen over de finish komen.
Samen slagen met een missie hangt niet van de sterkste af, maar hoe wij omgaan met de gene die niet zo mee kan komen en onze eigen uitdagingen. Vandaar dat we worden aangemoedigd om naar de mate van ons geloof handelen en niet boven je voegen te gaan. Romeinen 12:3 – “Met een beroep op de genade die mij geschonken is, zeg ik u allen dat u zichzelf niet hoger moet aanslaan dan u kunt verantwoorden, maar verstandig over uzelf moet denken. Denk overeenkomstig het geloof, dat is de maatstaf die God u heeft gegeven” Jij bent een deel van het lichaam van Christus, die op jouw plek het beste kan functioneren. Het werk van een ander doen is erg vermoeiend. Daarom is samen beter. Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder.
Ja MAAR wordt JA HEER - Haggai 2 is een vervolg op hoofdstuk 1: eind februari mochten we hieruit lessen horen en meenemen. In Haggai 1 hebben we gezien dat het volk terug Babel begonnen waren met het leggen van het fundament van de tempel. In Ezra en Haggai zien we dat Darius van Perzie hen financieel en materieel voorzag van middelen als ook bescherming van de regionale leiders. Kortom het werk van God had niet alleen een drive vanuit Gods Woord, Gods volk, maar ook ook het hof van Perzie stond er achter.
Nu een paar maanden verder in Haggai 2 zien we dat dit alles nog wat aanvullingen nodig heeft. Er komen “ja-maars”. Bezwaren vanuit het midden van de volk; Moeten we dat nu doen? -> Haggai 1. Nu in Haggai 2 komen een paar andere zaken aan de orde. Lessen die ook voor ons van nut zijn.
Ja-maars van nu;
Haggai = OT boek ! Voorbij, absoluut
niet de boodschap is in deze tijd meer dan actueel. Wij NT- gelovigen, laten vaak de boeken van het OT aanleunen als mooie verhalen van toen.
Zonder OT is
er geen NT.
Zonder OT kunnen we het NT niet begrijpen en nu invulling geven aan onze opdracht .
Les van de volharden - Haggai 2:3 en 4 – Houd vol
3“Wie
van jullie heeft deze tempel nog in zijn vroegere luister gezien? En hoe ziet
hij er nu uit? Jullie denken zeker dat het niets meer kan worden!” 4 Maar houd vol, Zerubbabel
– spreekt de HEER –, houd vol, Jozua, zoon van Josadak en hogepriester; jullie allen,
bewoners van dit land,
houd vol! – spreekt de HEER. Werk door, ik ben bij jullie
– spreekt de HEER van de hemelse machten.
Ja-maar in Jeruzalem - Er zijn geluiden van mensen, die de oude tempel hebben gekend. Nu zij door een periode van 70 jaar terug zijn gekomen van ballingschap moet de tempel herbouwd worden. Met minder mensen-> overblijfsel en met minder inkomen / welvaart, dan die van Salomo moeten ze een tempel weer opbouwen. Dat is onmogelijk?!? Je kunt niet goed je werk doen met deze achterstand was de gedachte. In hun herinnering was het groter, mooier en beter. Ontmoediging om door te gaan en te blijven staan in geloof.
Niet terugkijken hoe het was, maar gehoorzamen aan de oproep van God. Daar kwam het nu op aan om te kunnen bouwen. Als je onderweg bent om een werk te doen, is het vernietigend als je de perfectie als standaard hanteert. In NL mag je best iets doen, maar het moet wel gelijk perfect zijn. Zoiets jaagt het woordje genade, liefde en samen de deur uit. Als het niet gelijk 100% of meer is, dan hoef je het niet te doen. Dan komt schaamte, schuld en veroordeling gelijk op je stoep staan, zodat je het wel uit je hoofd laat om het nog een keer te doen.
Wie kan God gebruiken voor Zijn Koninkrijk? Bijbel -> Dat zijn de onaanzien-lijke, degene die we als eerste zouden overslaan en als iedereen is geweest mogelijk pas als laatste vragen. En dan nog….. Denk maar aan David, zijn broers stonden vooraan en hadden in het uiterlijk alles mee. En wat zei God tegen Samuel. Kijk niet wat je ziet, God ziet het hart aan. Toen hij David zag, zei God; Dit is ‘m!
En dat hart was die van David. Hij bleek een man naar Gods hart te
zijn. Thuis telde hij niet mee als schapenhoeder, maar God had hem op het oog. Waarom? zijn gerichtheid was
anders dan van zijn broeders. Dat kwam eruit toen Goliat Israël uitdaagde. Zijn broers
waren bang
en David zocht een weg om
deze onbesneden Filistijn
ene toontje lager te laten zingen. Hij keek, dacht en deed anders dan zijn
tijdgenoten. Hij had de moed
van een koning, omdat hij met alles in hem op God vertrouwde. Die
moed kwam
van God en ook zijn scherp
inzicht en inzet om
zijn vijand(en) te verslaan. Zo ook voor ons geldt dit.
Jezus zegt : “Wie de hand aan de ploeg slaat, moet niet achterom kijken.” - Lucas 9:62. Waarom? Daar is Jezus heel duidelijk in. “die is niet geschikt voor het Koninkrijk van God.” Er is een uitspraak in het engels: God doesn’t call the qualified, but He qualifies the called.” God roept niet de gekwalificeerden voor Zijn werk. God roept degene, die aan God toegewijd is. Hij rust hem/haar dan uit voor de taken die komen. Vaak moeten deze mensen knokken om hun doel te bereiken door te volharden en door te gaan ook al is er nog geen zicht op de uitkomst. Handelen in geloof ipv zekerheid vooraf.
Ze zijn God in de eerst plaats gehoorzaam. Zij kunnen niet terugvallen op hun geweldige talent of afkomst of rijkdom of opleiding, maar doen wat God van hen vraagt, vanuit hun liefde en dankbaarheid naar God toe. Als alles jou gemakkelijk gaat, hoe groot is dan jouw toewijding aan God, zonder terug te vallen op jouw aandeel? Maar als jij de kwaliteiten op waarde weet te schatten in afhankelijkheid van God, dan krijgt de Heer alle eer.
Les 2 - Haggai 2:5-9 De les van de geschiedenis en Gods handelen nu.
5 Dat
heb ik jullie beloofd toen jullie wegtrokken uit Egypte; ik zal steeds in jullie midden aanwezig
zijn, wees dus niet bevreesd. 6 Want dit zegt de HEER van de hemelse machten:
Nog een korte tijd, een ogenblik slechts, en ik zal de hemel en
de aarde, de zee en het land doen beven. 7 Alle volken breng ik in beroering, hun schatten zullen mij
toevallen en mijn huis zal ik vullen met pracht en rijkdom – zegt
de HEER van de hemelse machten. 8 Het zilver is voor mij en het goud is voor mij
– spreekt de HEER van de hemelse machten. 9 De luister van deze
tempel zal groot zijn, nog groter dan voorheen – zegt
de HEER van de hemelse machten –, en van hieruit zal ik jullie vrede en voorspoed geven
– spreekt de HEER van de hemelse machten.’
Egypte - God
spreekt tot Zijn volk over de tijd dat ze uit Egypte werden geleid en bevrijd van de overheersing van
farao. Hij zegt tegen ze: Ik heb het al een keer eerder gedaan dat wat je nodig had onderweg naar buiten door
de Egyptenaren aan jullie als volk werd gegeven. Goud en zilver nam je mee vanuit het slavenhuis voor het
land van de belofte en
de zaak van het eren
van God in jullie midden.
Hou vol - Jullie worden nu voor een korte tijd uitgedaagd en beproefd, maar Ik, de Heer, ga datgene doen, wat jullie zelf niet voor elkaar kunnen krijgen. Je kijkt naar je eigen tekort en wat er ontbreekt om een sluitend resultaat te komen. De vraag is : Kijk ik alleen naar mijn / onze mogelijkheden om het werk van God te doen? Dan is de kans van slagen erg klein. God daagt ons juist uit voor het onmogelijke. Hij alleen kan dat. Jeremia 33:3 -> “Roep Mij aan, en Ik zal je antwoorden, Ik zal je grote, wonderlijke dingen bekendmaken, dingen die je volkomen onbekend zijn.” Dat is de sleutel.
Te midden van de uitdaging
is het een uitdaging op zich om te gaan bidden en Hem te zoeken voor een antwoord.
Zijn Woord te lezen en
bemoedigd te worden over datgene wat Hij al heeft gedaan en spreekt wat Hij als belofte geeft om te
doen. Hebreeën 10:35-36 –“Geeft
dan uw vrijmoedigheid niet prijs, die een ruime vergelding heeft te wachten.
Want gij hebt volharding nodig, om, de wil van God doende, te verkrijgen
hetgeen beloofd is.” Durf ik het aan
om Zijn belofte aan te spreken? Dat kan je niet in eigen kracht en vanuit je eigen inzicht en
handelen.
Les 3 – Verzegeld met de Heilige Geest.
Hiervoor gaan we naar het laatste deel van Haggai 2. Voor de 5e keer spreekt Haggai in 4 maanden en nu tot Zerrubabel – “Op die dag – spreekt de HEER van de hemelse machten – zal ik jou, Zerubbabel, zoon van Sealtiël en mijn dienaar, dragen als mijn zegelring, want jou heb ik uitverkozen – zo spreekt de HEER van de hemelse machten.” – Haggai 2:23 God spreekt erover dat er een einde komt aan de vreemde overheersing en hij Zerubabel opnieuw in autoriteit zal zetten om als rechtmatige te regeren over het volk. God speelt hierin de hoofdrol.
Het is Gods hand waaraan de zegelring zit. Waar de hand naar toe beweegt, daar is de Heer aanwezig en baant het een weg voor Zijn zegen. Zo wil God ook met Zijn gemeente op deze wereld als regisseur Zijn machtige werk doen. Hij wil geen bijrol, maar de hoofdrol. Jezus zei : “Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde” – Mattheus 28:19 Hij heeft daar geen rol van een adviseur om het goede te doen en is ook niet alleen een goed voorbeeld, maar is de Koning der koningen. We hebben nodig dat we net als het volk van God bij Haggai die hem als dienaar van God zagen en de woorden die hij sprak als Gods Woorden ontvingen. -> Haggai 1:12 – “ze luisterden naar de woorden van de profeet Haggai, die door de HEER, hun God, gezonden was. En het volk werd vervuld van vrees voor de HEER.
Wij NT gelovigen anno 2022 hebben onze eigen uitdagingen en opdracht. Daarvoor heeft God Zijn Geest gezonden, waardoor wij met autoriteit mogen gaan om Zijn koninkrijk gestalte te geven. Efeze 1:13-14 – “In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de heilige Geest der belofte, 14 die een onderpand is van onze erfenis, tot verlossing van het volk, dat Hij Zich verworven heeft, tot lof zijner heerlijkheid. Vanuit die verlossing mogen, kunnen wij leven, omdat God ons daartoe de kracht van Zijn autoriteit geeft. Wil ik mijn ja-maars aan God geven, zodat Hij Zijn werk ook door mij en Zijn gemeente kan doen?