maandag 13 april 2015

Is Christus in ons opgestaan?


Tekst : Lucas 24 : 13 – 35

Vers 13 : En zie, twee van hen gingen op diezelfde dag naar een dorp dat zestig stadiën van Jeruzalem verwijderd was en waarvan de naam Emmaüs was.

Eén stadie bedraagt ongeveer 185 meter. Dat betekent dat zij 11 km moesten  lopen. Als een gemiddeld Mens 5 km per uur loopt dan waren ze ruim 2 uur daarmee onderweg. Maar als je in gesprek bent, wordt de loopsnelheid meestal langzamer. En zo af en toe stil staan om elkaar aan te kijken en zien wat de ander bedoeld. Of zelfs wel even zitten om hetgeen je aan het bespreken bent op je in laten werken of uit te leggen.

Deze 2 mannen waren uit Jeruzalem gekomen en gingen naar een dorp. Ze waren naar het Pascha gekomen.  Pascha, het Joodse Pasen, is het lentefeest waarmee de Joden de uittocht uit Egypte en daarmee de bevrijding van slavernij vieren en herdenken. Het is tevens de aanduiding voor het paaslam dat tijdens dit feest werd geslacht. En hoe zij een lam moesten slachten en het bloed op de deurposten moesten strijken, als teken van het verbond van God met Zijn volk, dat Hij hen niet zou bezoeken met de dood toen alle eerstgeborenen van het land stierven die nacht.



Johannes de Doper maakt al een eerste toespeling naar het Pasen als onder het Nieuwe Verbond, zoals wij gelovigen en volgelingen van Jezus dat kennen. En dat toen Hij Jezus aankondigde.  Johannes 1:29 - De volgende dag zag Johannes Jezus naar zich toe komen en hij zei:  Zie het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt!  Het was nog niet de tijd dat God aan de mensen bekend maakte wat het precies betekende van wat Johannes zei. Zij keken door de ogen van natuurlijke mensen en zagen Jezus als één van de velen, Die naar de Jordaan kwam om Zich te laten dopen. Zij hadden een verwachting van een verlosser, die op menselijke wijze hen zou bevrijden van de toenmalige Romeinse overheersing.

Misschien kent u wel het speelgoed van een klein kind. Het is een kubus of bol met verschillende uitsparingen en losse stukjes die daar inpassen. Een driehoek, vierkant, sterretje, rondje. Elk voorwerp past maar op één manier in een uitsparing. Zo kijken we ook vaak naar dingen, die gebeuren om ons heen en bedenken of het wel of niet past. Zo ook de mensen in die tijd. Zij hadden een ander figuur in  gedachten, dan de komst van de Messias die als Jezus Christus kwam.  Dat overkwam ook de mannen, die uit Jeruzalem waren gelopen op de weg naar Emmaüs.

Verzen 14 – 16En zij spraken met elkaar over al deze dingen die gebeurd waren. En het gebeurde, terwijl zij met elkaar spraken en van gedachten wisselden,  dat Jezus Zelf bij hen kwam en met  hen meeliep. Maar hun ogen werden gesloten gehouden, zodat zij Hem niet herkenden.

Wanneer er traumatische ervaringen zijn die wij als mensen meemaken en zaken die dieper gaan dan onze dagelijkse routine, merken we dat er behoefte is om verder er over te praten met anderen. Voor velen is dit ook een manier om wat hen is overkomen of wat er gebeurt is op een rij te krijgen. Even uit de situatie met iemand die je vertrouwd en waarmee je je hart kan delen. Zo’n situatie kennen we allemaal en is een basisbehoefte van elk mens. De mannen onderweg naar Emmaus hadden elkaar en noemden tegen elkaar wat ze wisten, gevoeld en hadden gezien.



Op het moment dat ze opgingen in het gesprek, kwam Jezus  bij hen lopen.  Ze hadden als gelovigen uit de schare, Jezus vele malen gezien, gehoord en meegemaakt. Zij hadden Hem vast ook wel een keer van dichtbij meegemaakt. Hij was wel Iemand, Die in hun hart was en waar zij van hielden. Zij waren verlegen met het feit wat er de afgelopen dagen voor Pasen was gebeurd.  Mensen, die moeilijke dingen in hun leven meemaken en door een zware tijd heen gaan, krijgen niet alles mee, wat er om hen heen gebeurt. Voor hen staat de tijd even stil. Voor deze mannen was het niet duidelijk dat het Jezus was, om Wie zij zoveel te bespreken hadden. God hield het nog even voor hen verborgen om later hun ogen voor Hem te openen.

Voor ons, die ook door perioden gaan, waarin wij veel vragen kunnen hebben,  zou het geweldig zijn als Jezus net als bij de mannen ook in ons gesprek aanwezig zou zijn. Als mensen zijn / voelen we ons allemaal op verschillende terreinen in het leven beperkt. Daarom dat God de weg ook voor ons heeft geopend om in gesprek met Hem te gaan en onze vragen bij Hem te brengen. Dat is het wonder van Pasen, waardoor wij vrij tot God mogen gaan en met Hem ook over onszelf mogen en kunnen praten.

Spreuken 3:5 en 6 - Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken. Deze tekst moedigt ons aan om niet te blijven zitten met je eigen gedachten en oplossingen, maar Hem te vertrouwen dat Hij alles in Zijn hand heeft.  Eén ding is zeker; God kan goed luisteren.  Hij weet wat wij nodig hebben in ons leven.  Psalm 103 : 13 en 14 zegt : Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen,  zo ontfermt de HEERE Zich over wie Hem vrezen. Want Híj weet wat voor maaksel wij zijn en blijft bedenken dat wij stof zijn. Zou Hij dan niet de juiste persoon zijn om bij aan te kloppen om onze noden bekend te maken? Deze mannen gingen het wonder meemaken dat Jezus Zelf naar hen toekomt. Laten we naar God toe gaan in ons gebed en Hem zoeken, dat we mogelijk antwoorden zouden kunnen krijgen. Het kan ook zijn wat in het volgende stukje van dit verhaal gebeurt.

Verzen 17;   En Hij zei tegen hen: Wat zijn dit voor gesprekken die u al lopend met elkaar voert en waarom ziet u er zo bedroefd uit?
Was dit nou een rare vraag van onze Heer aan deze 2 mannen? Voor deze mannen was het een vraag van: Bent U de enige vreemdeling, die het dan nog niet weet?  Het was het nieuws van dag. De Rabbi, van wie zij hadden verwacht, dat Hij als een Verlosser zou optreden. Is gestorven. Er zijn wel mensen, die engelen hebben gezien, maar zijn graf is leeg. Er is geen bewijs van wat ze zeggen, dat Hij leeft. Iedereen was getuige van het feit dat Hij gedood werd door de Romeinen. Het verhaal is over en uit. We hadden hoop door de geweldige woorden die Hij sprak en werken die Hij deed, zouden bijdragen aan een andere situatie in ons leven. M.a.w. daarom zijn wij verdrietig en teleurgesteld, omdat wij onze hoop op Hem voor verandering hadden gesteld. Nu is Hij er niet meer. 

Hoe vaak gebeurt het ons, dat wij voor een situatie een oplossing zoeken en onze eigen verwachting niet uitkomt? Net als de mensen uit de tijd van Jezus, kunnen wij met een gekleurde bril naar de toekomst kijken. Als kind lijkt de hele wereld van ons, maar naar mate we groter en ouder worden, lijkt het wel dat we door het leven gevormd worden en wij onze verwachtingen steeds meer  omlaag bij moeten stellen.

Gods trouw is hemelhoog. Zijn liefde is dieper en wijder dan de oceaan in zijn omvang. Hij stelt nooit teleur. Op Hem kunnen we en mogen we ons vertrouwen stellen. Daarom kwam Jezus er bij en wilde Hij luisteren naar wat deze mannen dwars zat. Wij zijn vaak bang dat we niet alles tegen God kunnen zeggen, terwijl Hij ons aanmoedigt om met Hem er over te gaan praten in ons gebed en bij Hem stil te zijn om Hem te verwachten in onze situatie.



Filippenzen 4: 6,7 staat - Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus. Er is door God een mogelijkheid gegeven om Hem te ontmoeten in onze moeilijke situatie. Waarin wij door met God kunnen praten en onze dringende vragen om hulp, bekend maken. Soms is dat een hele strijd in ons leven. De zekerheid van het geloof is een krachtig wapen in die strijd. We mogen God danken voor Wie Hij is en uitspreken dat Hij alle dingen in Zijn hand heeft. Niets is te groot en niets is te klein voor onze Heer. Vaak hebben wij nodig, dat Hij onze verwachting bijstelt, zodat we ons op Hem kunnen richten i.p.v. ons te richten op de zaken die ons zorgen geven.

Verzen 25 – 27 ; En Hij zei tegen hen: O onverstandigen en tragen van hart! Dat u niet gelooft al wat de profeten gesproken hebben! Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid ingaan? En Hij begon bij Mozes en  al de profeten en legde hun uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was.

Het mooie dat God aan Zijn kinderen heeft gegeven is “geloof”. Geloof is een geschenk voor elke mens. God is de bron van het leven. Bij Hem mogen we komen met onze vreugde, te korten en verdriet. Het Woord is een bron van Gods gedachten, Wijsheid en verlangen voor ons. Wij die de kroon zijn van Zijn schepping. Wij  die als een spiegel mogen leven. Wij mogen Hem in ons leven laten zien, door te wandelen, zoals Hij dat deed. Daarom kwam Jezus naar de aarde. Hij geeft ons de mogelijkheid om net als Hij de Vader te vragen en van Hem te verwachten.

We hebben net als de 2 mannen nodig,  dat onze geestelijke ogen worden geopend. Leren kijken vanuit het geloof, dat God aan elk van Zijn kinderen geeft. Daarom is het nodig om Hem dagelijks zelf te zoeken. We kunnen ons leven vullen met allerlei gedachten en gevoelens, die we blijven koesteren. Maar Zijn gedachten brengen ons op de eeuwige weg waarin wij steeds weer Zijn nabijheid in ons leven mogen ervaren. In Psalm 119 staat: Wanneer wij het Woord van God openen verspreid dat licht. Dat is wat er gebeurt, wanneer we de Bijbel lezen of voor ons laten lezen. God wil ons bemoedigen en aanmoedigen om op Hem te blijven vertrouwen. Kun je bidden, bidt dan. Kun je niet bidden, vraag iemand om samen met je te bidden. Want waar 2 of 3 in Zijn naam bij elkaar zijn, wil Hij in hun midden zijn en Zijn zegen gebieden.

Het slot van dit verhaal van de 2 mannen is. Dat zij tegen elkaar zeggen. Was ons hart niet brandende. De kou  van de teleurstelling en ongeloof, was verandert om weer terug te gaan naar de stad met de zekerheid dat Hij is opgestaan en het verhaal van de vrouwen waar is. Hij is opgestaan.




Tot slot een gedicht met de titel : “Emmaüsgangers”


Zij kwamen met z’n twee van Jeruzalem,
Onderweg spraken ze over Hem,
Hij, Die wonderen had gedaan
En zo vol gezag had gesproken en gestaan.

Zij kwamen van Jeruzalem,
Verdrietig en teleurgesteld in Hem,
Ze waren door alles behoorlijk aangedaan,
Met de vraag: Hoe moet het voortaan?

Zij kwamen van Jeruzalem
En spraken met elkaar en met Hem,
Over het Woord wat zij niet hadden verstaan,
Was nu alles anders geworden na het kraaien van de haan?

Zij gingen naar Emmaüs en niet meer met z’n twee,
Jezus legde hen de schriften uit en reisde met hen mee.
Er kwamen antwoorden, zij luisterden geboeid naar Hem,
Hij sprak opnieuw met liefde en gezag in Zijn stem.

Zij gingen naar Emmaüs en het Woord reisde met hen mee,
Nu werd Zijn opstanding een ja in plaats van een nee.
Aangekomen in het huis, braken zij het brood met elkaar,
Ze waren niet meer alleen, Hij was daar.

In Emmaüs keken ze elkaar aan en zeiden,
Was ons hart niet brandende in ons beiden,
Terug naar Jeruzalem aangekomen en zeiden voortaan,
“De Heer is waarlijk opgestaan.”









vrijdag 10 april 2015

Nieuwe bestemming


Teksten : Jesaja 53 : 5 - 12 en Handelingen 8: 26 - 40

Handelingen 8:26-40 - 26 Een engel van de Heer zei tegen Filippus: ‘Ga tegen de middag naar de verlaten weg van Jeruzalem naar Gaza.’ 



In dit verhaal stappen we op een bijzonder moment binnen. God stuurt een Engel naar Filippus. We zien in de Bijbel dat God op bepaalde momenten door een engel te zenden, iets van groot belang wil zeggen. We zien het bij de aankondiging van de geboorte van Jezus aan Maria. Het had te maken met de langverwachte belofte van de Messias. Een keerpunt in de geschiedenis.

Het eerste wat Maria na al de woorden van de Engel van de Heer  in Lucas 1:38 zegt: “De Heer wil ik dienen.” En Maria zegt : laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd. Ze  was overtuigd en gaf zich over aan de Heer.  Hoe het verder is gegaan kunnen lezen we de Evangeliën en vieren we met Kerst.

Jesaja 53: 6Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de Here heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen. Jesaja was de profeet die de komst van de Messias aankondigt aan een volk dat compleet zijn eigen gang ging. Zij hadden rituelen en gebruiken, maar hun levens behoorden God niet toe omdat hun hart er niet bij was. Daarom dat in Jesaja 6 het nodig was dat Jesaja in de ontmoeting met God gereinigd werd  van wat hem als deel van dit volk ook aankleefde. Er is een spreekwoord ; Waar je mee omgaat daar wordt je mee besmet.

Het gevaar is dat we zelfs gaan afwijken van de bedoeling, die God met ons leven voor heeft. Hem te kennen en lief te hebben. Door onze omgeving na te volgen, die zonder God leeft, zou het wel eens kunnen zijn, dat we als gelovigen niet meer zo herkenbaar zijn in een wereld, die op zoek is naar God. Wij mogen, zoals dat vroeger wel eens werd gezegd : ANWB borden zijn in het leven, die wijzen naar de God in Wie wij geloven. Wij verwijzen mensen naar Jezus, die Zijn leven heeft gegeven voor ieder mens om weer bij God te kunnen komen.



Om weer helder te kunnen zien, hebben we nodig dat God ons aanscherpt, reinigt door Zijn Woord, het vleesgeworden Woord, het volbrachte werk van de Here Jezus. Een mens gaat van nature niet automatisch doen wat God zegt. Romeinen 3 : 9 - 12 zegt :   Dat zowel de Joden als de andere volken, in de macht van de zonde zijn. 10 Zo staat er ook geschreven: ‘Er is geen mens rechtvaardig, zelfs niet één, 11 er is geen mens verstandig, er is geen mens die God zoekt. 12 Allen hebben ze zich afgewend, heel de mensheid is verdorven. Er is geen mens,  die nog het goede doet, er is er zelfs niet één. Wat het zegt is dat zonde een aantrekkingskracht heeft, die geen mens van nature kan weerstaan. Daar hebben we de hulp en bijstand van God in ons leven voor nodig.

Dat was de reden, waarom de man uit Ethiopie naar Jeruzalem kwam en daar de rollen van Jesaja had gekocht. God wilde dat hij en zijn volk deel zouden krijgen aan de beloften die Hij in Abraham al kenbaar had gemaakt. Genesis 12:3 - Door jou zullen alle volken op aarde gezegend worden’  Eeuwen later was de Messias uit de geslachten van het Joodse volk gekomen en kon deze belofte in vervulling gaan. Door de Here Jezus wil God alle volken van de wereld zijn zegen geven en deel laten krijgen aan de beloften die Hij in Zijn Woord heeft gedaan.

Handelingen 8:27 en 28 - Filippus deed wat hem gezegd werd en ging naar die weg toe. Daar kwam hij een Ethiopiër tegen, een eunuch, een hoge ambtenaar van de kandake, de koningin van Ethiopië, die belast was met het beheer van haar schatkist. Hij was in Jeruzalem geweest om daar God te aanbidden 28 en zat nu op de terugweg in zijn reiswagen de profeet Jesaja te lezen. 
Een prachtige ontwikkeling in het verhaal van de man die van Ethiopië komt om God te aanbidden.  Het was iemand die van zijn geloof werk maakte. Hij bleef niet alleen een gelovige in zijn eigen land, maar kwam naar Jeruzalem en om God te zoeken en dienen met datgene wat hij had verstaan over het geloof in God. Hij kende het verhaal van de Here Jezus nog niet. Er lag een bedekking op het Woord van God, dat voor hem nog niet geopend was. Hij nam kennis van Gods Woord door het te lezen. Hij aanbad God zoals het hem was geleerd, maar wist niet dat de beloften uit Jesaja al in vervulling waren gegaan. Hij en velen met hem waren nog voor het Paasfeest zoals wij dat kennen.

Het bijzondere is dat hij na zijn bezoek in Jeruzalem, waarschijnlijk niet één van de apostelen of gelovigen van de gemeente uit Jeruzalem had ontmoet. Er moesten minstens al meer dan 3000 gelovigen zijn, die met de Pinksterdag Petrus hadden horen spreken en tot geloof gekomen waren. Hij was in de kern van het Joodse geloof geweest en toch had hij niet de blijde boodschap ontvangen.  Net als in deze tijd zijn mensen op zoek naar God. Zij komen in hun zoektocht op verschillende plaatsen, waar zij de blijde boodschap zouden kunnen horen. En toch…. niet de mensen ontmoeten, die hen de weg wijzen.

29 De Geest zei tegen Filippus: ‘Ga naar die man daar in de wagen.’ 30 Filippus haastte zich naar hem toe en hoorde hem de profeet Jesaja lezen, waarop hij vroeg: ‘Begrijpt u ook wat u leest?’ 31 De Ethiopiër antwoordde: ‘Hoe zou dat kunnen als niemand mij uitleg geeft?’ Hij nodigde Filippus uit om in te stappen en bij hem te komen zitten.  32 Dit was het schriftgedeelte dat hij las: ‘Als een schaap werd hij naar de slacht geleid; als een lam dat stil is bij zijn scheerder deed hij zijn mond niet open. 33 Hij werd vernederd en hem werd geen recht gedaan, wie zal van zijn nakomelingen verhalen? Want op aarde leeft hij niet meer.’

Deze man was niet alleen een ontwikkeld en intelligent iemand, die in dienst van de Koningin stond als schatbewaarder, maar het was ook iemand die op zoek was naar God in zijn leven. Hij wilde graag begrijpen en ontvangen wat God in de boekrollen had laten opschrijven. Hij was een man die net als velen uit zijn tijd nog leefden in de verwachting van de komende Messias en niet hadden gehoord of ontvangen dat deze al was gekomen, waarover Jesaja spreekt . Wanneer wij in Jesaja lezen, lezen we vanuit de kant en tijd waarin al deze zaken in vervulling zijn gegaan. Het is voor ons logisch dat  Jezus Christus Degene is, waarover God in het Oude Testament spreekt. Voor ons is de sluier weggehaald en hebben we door de Here Jezus toegang gekregen door Zijn kruisdood en opstanding tot de belofte en geheimenissen van het Woord van God.



Jezus spreekt tegen zijn leerlingen erover in Mattheus 13:10 en 11De leerlingen kwamen naar hem toe en vroegen: ‘Waarom spreekt u in gelijkenissen tot hen?’ 11 Hij antwoordde: ‘Jullie mogen de geheimen van het koninkrijk van de hemel kennen, hun is dat niet gegeven. Zonder Jezus is het Woord van God als een raadsel wat niet met het verstand doorgrond kan worden. Hij heeft de sleutels van het Koninkrijk en geeft deze aan hen die in Hem geloven. Daardoor wordt ons verstand geopend, net bij de als de Emmaüsgangers.

Zij liepen van Jeruzalem naar Emmaus en bespraken alles wat er rondom Pasen en de kruisdood van hun Messias was gebeurt. Zij hadden nog niet de boodschap van Jezus’ opstanding ontvangen. Voor hen was Hij dood en liepen ze ontgoocheld en met veel vragen met elkaar erover te praten. Totdat Jezus erbij komt en hen begint te bevragen en vertellen. Lucas 24:27 - En Hij begon bij Mozes en bij al de profeten en legde hun uit, wat in al de Schriften op Hem betrekking had. De mooiste conclusie, die daar gebeurde nadat hun ogen werden geopend en zagen dat Jezus niet meer dood was maar bij hen was, dat zij zeiden: Was ons hart niet brandende in ons, terwijl Hij onderweg tot ons sprak en ons de Schriften opende? – Lucas 24: 32

Ze bleven niet bij elkaar zitten om in het moment van hun ontdekking te blijven om te proberen die ervaring vast te houden. In plaats daarvan gingen zij terug naar Jeruzalem om de discipelen van Jezus te vertellen wat wij met Pasen zullen gaan zeggen: De Heer is waarlijk opgestaan.  Dat …. Is het effect van het Woord van God wanneer Jezus in ons leven komt. Het zet ons in vuur en vlam. Het is niet meer van horen zeggen en hopen dat. Maar het komt van binnenuit, zoals het ook staat in de 1Johannes 5:10 - Wie in de Zoon van God gelooft, heeft het getuigenis in zich

Wat lezen we in Handelingen 8:34 en 35  bij Filippus die de Ethiopiër ontmoet.
34 De eunuch vroeg aan Filippus: ‘Kunt u me zeggen over wie de profeet het heeft? Over zichzelf of over een ander?’ 35 Daarop begon Filippus met hem te spreken over het evangelie van Jezus, waarbij hij deze schrifttekst als uitgangspunt nam. 

Er was zo’n verlangen en honger naar het Woord van God in de man, dat hij de culturele verschillen tussen hem en Filippus niet liet verhinderen. Ook zijn status als schatbewaarder was nu ondergeschikt aan de vragen die hij had over het de rollen die hij had gekocht. Hij las er in, maar wist niet hoe hij het moest begrijpen.

Daar moest een iemand bij komen om hem te helpen. Deze persoon was niet een geleerde, maar een volgeling van Jezus, die vervuld met de Heilige Geest op pad was om het Evangelie over te verkondigen als evangelist. Zijn specialiteit was om mensen binnen het koninkrijk van God te brengen als een visser van mensen. Iets wat Jezus tegen Petrus had gezegd. "Ik zal u visser van mensen maken."

Hij had de bekwaamheid om het Woord van God aan mensen, gelovig en ongelovig uit te leggen. En wel op zo’n aanstekelijke manier, dat mensen gehoord gingen geven aan de oproep die God door Zijn Woord en Geest aan hen deed. Dat was ook wat er in de wagen van de Ethiopiër gebeurde. De man raakt overtuigd van de woorden van Jesaja en de uitleg van Filippus dat Jezus Christus de Messias is, Die komen zou.

Je zou kunnen zeggen. Filippus vertelde over Jezus en opende de schriften. De geheimenissen werden ontrafeld en ontvangen in het hart van de man. Zijn ogen gingen open net als bij de Emmaüsgangers. Waardoor hij zijn weg met vreugde verder ging. Zijn leven was in een heel andere dimensie van het geloof gekomen. Nu was het niet alleen door de gewoonten na te leven en de richtlijnen van de wet te volgen, maar het geloof kwam van binnenuit.



Zoals in Jeremia 31:33 staat - "Ik zal Mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn" . Mogen wij van binnenuit het geloof beleven en deel hebben aan de beloften en werken die God voor zijn kinderen heeft. Niet meer bedekt, maar ontdekken wat God door Zijn Woord en Geest tot ons Zijn gemeente en ieder persoonlijk wil en kan zeggen. Dat is de kracht van Pasen wat God heeft bewerkt in Zijn Zoon.

In 1Petrus staat ook een heenwijzen naar Pasen, van dezelfde soort als wat we in Jesaja 53 hebben gelezen.  U weet immers dat u niet met zoiets vergankelijks als zilver of goud bent vrijgekocht ….maar met kostbaar bloed, van een lam zonder smet of gebrek, van Christus. …. zodat uw geloof tevens hoop is op God. (1 Petrus 1:18-21) Dat is het hartsverlangen van God de Vader, dat wij ons hart openen voor Hem en zodat ons leven in vuur en vlam voor Hem komt te staan.

1 Johannes : 5:10 zegt - Wie in de Zoon van God gelooft, heeft het getuigenis in zich. Dat is het mooie van het geloof in Jezus Christus. Het is niet een extra jas die we over ons hele leven aandoen, maar een verandering die van binnenuit naar buiten komt en zichtbaar wordt in wie wij zijn, ons spreken, doen en laten. Maar vooral dat wij door de weg naar Pasen, Zijn lijden, kruisdood en opstanding, zeker mogen weten, dat God werkelijk bestaat en een zekerheid is, die niemand en niets  van je kan afpakken.

Net als de man uit Ethiopië en de Emmaüsgangers mag je het vuur van Gods Liefde, kracht en vergeving ontvangen. Hij is deze weg gegaan, omdat ons geloof tevens hoop op God is. Dat spreekt van verwachting, een verwachting Die God Zelf in ons leven zal waarmaken. Mensen stellen teleur, maar God is een waarmaker van Zijn Woord.