maandag 13 april 2015

Is Christus in ons opgestaan?


Tekst : Lucas 24 : 13 – 35

Vers 13 : En zie, twee van hen gingen op diezelfde dag naar een dorp dat zestig stadiën van Jeruzalem verwijderd was en waarvan de naam Emmaüs was.

Eén stadie bedraagt ongeveer 185 meter. Dat betekent dat zij 11 km moesten  lopen. Als een gemiddeld Mens 5 km per uur loopt dan waren ze ruim 2 uur daarmee onderweg. Maar als je in gesprek bent, wordt de loopsnelheid meestal langzamer. En zo af en toe stil staan om elkaar aan te kijken en zien wat de ander bedoeld. Of zelfs wel even zitten om hetgeen je aan het bespreken bent op je in laten werken of uit te leggen.

Deze 2 mannen waren uit Jeruzalem gekomen en gingen naar een dorp. Ze waren naar het Pascha gekomen.  Pascha, het Joodse Pasen, is het lentefeest waarmee de Joden de uittocht uit Egypte en daarmee de bevrijding van slavernij vieren en herdenken. Het is tevens de aanduiding voor het paaslam dat tijdens dit feest werd geslacht. En hoe zij een lam moesten slachten en het bloed op de deurposten moesten strijken, als teken van het verbond van God met Zijn volk, dat Hij hen niet zou bezoeken met de dood toen alle eerstgeborenen van het land stierven die nacht.



Johannes de Doper maakt al een eerste toespeling naar het Pasen als onder het Nieuwe Verbond, zoals wij gelovigen en volgelingen van Jezus dat kennen. En dat toen Hij Jezus aankondigde.  Johannes 1:29 - De volgende dag zag Johannes Jezus naar zich toe komen en hij zei:  Zie het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt!  Het was nog niet de tijd dat God aan de mensen bekend maakte wat het precies betekende van wat Johannes zei. Zij keken door de ogen van natuurlijke mensen en zagen Jezus als één van de velen, Die naar de Jordaan kwam om Zich te laten dopen. Zij hadden een verwachting van een verlosser, die op menselijke wijze hen zou bevrijden van de toenmalige Romeinse overheersing.

Misschien kent u wel het speelgoed van een klein kind. Het is een kubus of bol met verschillende uitsparingen en losse stukjes die daar inpassen. Een driehoek, vierkant, sterretje, rondje. Elk voorwerp past maar op één manier in een uitsparing. Zo kijken we ook vaak naar dingen, die gebeuren om ons heen en bedenken of het wel of niet past. Zo ook de mensen in die tijd. Zij hadden een ander figuur in  gedachten, dan de komst van de Messias die als Jezus Christus kwam.  Dat overkwam ook de mannen, die uit Jeruzalem waren gelopen op de weg naar Emmaüs.

Verzen 14 – 16En zij spraken met elkaar over al deze dingen die gebeurd waren. En het gebeurde, terwijl zij met elkaar spraken en van gedachten wisselden,  dat Jezus Zelf bij hen kwam en met  hen meeliep. Maar hun ogen werden gesloten gehouden, zodat zij Hem niet herkenden.

Wanneer er traumatische ervaringen zijn die wij als mensen meemaken en zaken die dieper gaan dan onze dagelijkse routine, merken we dat er behoefte is om verder er over te praten met anderen. Voor velen is dit ook een manier om wat hen is overkomen of wat er gebeurt is op een rij te krijgen. Even uit de situatie met iemand die je vertrouwd en waarmee je je hart kan delen. Zo’n situatie kennen we allemaal en is een basisbehoefte van elk mens. De mannen onderweg naar Emmaus hadden elkaar en noemden tegen elkaar wat ze wisten, gevoeld en hadden gezien.



Op het moment dat ze opgingen in het gesprek, kwam Jezus  bij hen lopen.  Ze hadden als gelovigen uit de schare, Jezus vele malen gezien, gehoord en meegemaakt. Zij hadden Hem vast ook wel een keer van dichtbij meegemaakt. Hij was wel Iemand, Die in hun hart was en waar zij van hielden. Zij waren verlegen met het feit wat er de afgelopen dagen voor Pasen was gebeurd.  Mensen, die moeilijke dingen in hun leven meemaken en door een zware tijd heen gaan, krijgen niet alles mee, wat er om hen heen gebeurt. Voor hen staat de tijd even stil. Voor deze mannen was het niet duidelijk dat het Jezus was, om Wie zij zoveel te bespreken hadden. God hield het nog even voor hen verborgen om later hun ogen voor Hem te openen.

Voor ons, die ook door perioden gaan, waarin wij veel vragen kunnen hebben,  zou het geweldig zijn als Jezus net als bij de mannen ook in ons gesprek aanwezig zou zijn. Als mensen zijn / voelen we ons allemaal op verschillende terreinen in het leven beperkt. Daarom dat God de weg ook voor ons heeft geopend om in gesprek met Hem te gaan en onze vragen bij Hem te brengen. Dat is het wonder van Pasen, waardoor wij vrij tot God mogen gaan en met Hem ook over onszelf mogen en kunnen praten.

Spreuken 3:5 en 6 - Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken. Deze tekst moedigt ons aan om niet te blijven zitten met je eigen gedachten en oplossingen, maar Hem te vertrouwen dat Hij alles in Zijn hand heeft.  Eén ding is zeker; God kan goed luisteren.  Hij weet wat wij nodig hebben in ons leven.  Psalm 103 : 13 en 14 zegt : Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen,  zo ontfermt de HEERE Zich over wie Hem vrezen. Want Híj weet wat voor maaksel wij zijn en blijft bedenken dat wij stof zijn. Zou Hij dan niet de juiste persoon zijn om bij aan te kloppen om onze noden bekend te maken? Deze mannen gingen het wonder meemaken dat Jezus Zelf naar hen toekomt. Laten we naar God toe gaan in ons gebed en Hem zoeken, dat we mogelijk antwoorden zouden kunnen krijgen. Het kan ook zijn wat in het volgende stukje van dit verhaal gebeurt.

Verzen 17;   En Hij zei tegen hen: Wat zijn dit voor gesprekken die u al lopend met elkaar voert en waarom ziet u er zo bedroefd uit?
Was dit nou een rare vraag van onze Heer aan deze 2 mannen? Voor deze mannen was het een vraag van: Bent U de enige vreemdeling, die het dan nog niet weet?  Het was het nieuws van dag. De Rabbi, van wie zij hadden verwacht, dat Hij als een Verlosser zou optreden. Is gestorven. Er zijn wel mensen, die engelen hebben gezien, maar zijn graf is leeg. Er is geen bewijs van wat ze zeggen, dat Hij leeft. Iedereen was getuige van het feit dat Hij gedood werd door de Romeinen. Het verhaal is over en uit. We hadden hoop door de geweldige woorden die Hij sprak en werken die Hij deed, zouden bijdragen aan een andere situatie in ons leven. M.a.w. daarom zijn wij verdrietig en teleurgesteld, omdat wij onze hoop op Hem voor verandering hadden gesteld. Nu is Hij er niet meer. 

Hoe vaak gebeurt het ons, dat wij voor een situatie een oplossing zoeken en onze eigen verwachting niet uitkomt? Net als de mensen uit de tijd van Jezus, kunnen wij met een gekleurde bril naar de toekomst kijken. Als kind lijkt de hele wereld van ons, maar naar mate we groter en ouder worden, lijkt het wel dat we door het leven gevormd worden en wij onze verwachtingen steeds meer  omlaag bij moeten stellen.

Gods trouw is hemelhoog. Zijn liefde is dieper en wijder dan de oceaan in zijn omvang. Hij stelt nooit teleur. Op Hem kunnen we en mogen we ons vertrouwen stellen. Daarom kwam Jezus er bij en wilde Hij luisteren naar wat deze mannen dwars zat. Wij zijn vaak bang dat we niet alles tegen God kunnen zeggen, terwijl Hij ons aanmoedigt om met Hem er over te gaan praten in ons gebed en bij Hem stil te zijn om Hem te verwachten in onze situatie.



Filippenzen 4: 6,7 staat - Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus. Er is door God een mogelijkheid gegeven om Hem te ontmoeten in onze moeilijke situatie. Waarin wij door met God kunnen praten en onze dringende vragen om hulp, bekend maken. Soms is dat een hele strijd in ons leven. De zekerheid van het geloof is een krachtig wapen in die strijd. We mogen God danken voor Wie Hij is en uitspreken dat Hij alle dingen in Zijn hand heeft. Niets is te groot en niets is te klein voor onze Heer. Vaak hebben wij nodig, dat Hij onze verwachting bijstelt, zodat we ons op Hem kunnen richten i.p.v. ons te richten op de zaken die ons zorgen geven.

Verzen 25 – 27 ; En Hij zei tegen hen: O onverstandigen en tragen van hart! Dat u niet gelooft al wat de profeten gesproken hebben! Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid ingaan? En Hij begon bij Mozes en  al de profeten en legde hun uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was.

Het mooie dat God aan Zijn kinderen heeft gegeven is “geloof”. Geloof is een geschenk voor elke mens. God is de bron van het leven. Bij Hem mogen we komen met onze vreugde, te korten en verdriet. Het Woord is een bron van Gods gedachten, Wijsheid en verlangen voor ons. Wij die de kroon zijn van Zijn schepping. Wij  die als een spiegel mogen leven. Wij mogen Hem in ons leven laten zien, door te wandelen, zoals Hij dat deed. Daarom kwam Jezus naar de aarde. Hij geeft ons de mogelijkheid om net als Hij de Vader te vragen en van Hem te verwachten.

We hebben net als de 2 mannen nodig,  dat onze geestelijke ogen worden geopend. Leren kijken vanuit het geloof, dat God aan elk van Zijn kinderen geeft. Daarom is het nodig om Hem dagelijks zelf te zoeken. We kunnen ons leven vullen met allerlei gedachten en gevoelens, die we blijven koesteren. Maar Zijn gedachten brengen ons op de eeuwige weg waarin wij steeds weer Zijn nabijheid in ons leven mogen ervaren. In Psalm 119 staat: Wanneer wij het Woord van God openen verspreid dat licht. Dat is wat er gebeurt, wanneer we de Bijbel lezen of voor ons laten lezen. God wil ons bemoedigen en aanmoedigen om op Hem te blijven vertrouwen. Kun je bidden, bidt dan. Kun je niet bidden, vraag iemand om samen met je te bidden. Want waar 2 of 3 in Zijn naam bij elkaar zijn, wil Hij in hun midden zijn en Zijn zegen gebieden.

Het slot van dit verhaal van de 2 mannen is. Dat zij tegen elkaar zeggen. Was ons hart niet brandende. De kou  van de teleurstelling en ongeloof, was verandert om weer terug te gaan naar de stad met de zekerheid dat Hij is opgestaan en het verhaal van de vrouwen waar is. Hij is opgestaan.




Tot slot een gedicht met de titel : “Emmaüsgangers”


Zij kwamen met z’n twee van Jeruzalem,
Onderweg spraken ze over Hem,
Hij, Die wonderen had gedaan
En zo vol gezag had gesproken en gestaan.

Zij kwamen van Jeruzalem,
Verdrietig en teleurgesteld in Hem,
Ze waren door alles behoorlijk aangedaan,
Met de vraag: Hoe moet het voortaan?

Zij kwamen van Jeruzalem
En spraken met elkaar en met Hem,
Over het Woord wat zij niet hadden verstaan,
Was nu alles anders geworden na het kraaien van de haan?

Zij gingen naar Emmaüs en niet meer met z’n twee,
Jezus legde hen de schriften uit en reisde met hen mee.
Er kwamen antwoorden, zij luisterden geboeid naar Hem,
Hij sprak opnieuw met liefde en gezag in Zijn stem.

Zij gingen naar Emmaüs en het Woord reisde met hen mee,
Nu werd Zijn opstanding een ja in plaats van een nee.
Aangekomen in het huis, braken zij het brood met elkaar,
Ze waren niet meer alleen, Hij was daar.

In Emmaüs keken ze elkaar aan en zeiden,
Was ons hart niet brandende in ons beiden,
Terug naar Jeruzalem aangekomen en zeiden voortaan,
“De Heer is waarlijk opgestaan.”









Geen opmerkingen: