Vers 13 : En zie, twee van hen gingen op diezelfde dag naar een dorp dat
zestig stadiën van Jeruzalem verwijderd
was en waarvan de naam Emmaüs was.
Eén stadie bedraagt
ongeveer 185 meter. Dat betekent dat zij 11 km moesten lopen. Als een gemiddeld Mens 5 km per uur
loopt dan waren ze ruim 2 uur daarmee onderweg. Maar als je in gesprek bent,
wordt de loopsnelheid meestal langzamer. En zo af en toe stil staan om elkaar
aan te kijken en zien wat de ander bedoeld. Of zelfs wel even zitten om hetgeen
je aan het bespreken bent op je in laten werken of uit te leggen.
Deze 2 mannen waren uit
Jeruzalem gekomen en gingen naar een dorp. Ze waren naar het Pascha gekomen. Pascha, het Joodse Pasen, is het lentefeest
waarmee de Joden de uittocht uit Egypte en daarmee de bevrijding van slavernij vieren
en herdenken. Het is tevens de aanduiding voor het paaslam dat tijdens dit
feest werd geslacht. En hoe zij een lam moesten slachten en het bloed op de
deurposten moesten strijken, als teken van het verbond van God met Zijn volk,
dat Hij hen niet zou bezoeken met de dood toen alle eerstgeborenen van het land
stierven die nacht.
Johannes de Doper maakt al
een eerste toespeling naar het Pasen als onder het Nieuwe Verbond, zoals wij
gelovigen en volgelingen van Jezus dat kennen. En dat toen Hij Jezus
aankondigde. Johannes 1:29 - De volgende dag zag Johannes Jezus naar zich
toe komen en hij zei: Zie het Lam van God, Dat de zonde van de wereld
wegneemt! Het was nog
niet de tijd dat God aan de mensen bekend maakte wat het precies betekende van
wat Johannes zei. Zij keken door de ogen van natuurlijke mensen en zagen Jezus
als één van de velen, Die naar de Jordaan kwam om Zich te laten dopen. Zij
hadden een verwachting van een verlosser, die op menselijke wijze hen zou
bevrijden van de toenmalige Romeinse overheersing.
Misschien kent u wel het
speelgoed van een klein kind. Het is een kubus of bol met verschillende
uitsparingen en losse stukjes die daar inpassen. Een driehoek, vierkant,
sterretje, rondje. Elk voorwerp past maar op één manier in een uitsparing. Zo
kijken we ook vaak naar dingen, die gebeuren om ons heen en bedenken of het wel
of niet past. Zo ook de mensen in die tijd. Zij hadden een ander figuur in gedachten, dan de komst van de Messias die
als Jezus Christus kwam. Dat overkwam
ook de mannen, die uit Jeruzalem waren gelopen op de weg naar Emmaüs.
Verzen 14 – 16
: En zij spraken met elkaar over al deze dingen die
gebeurd waren. En het gebeurde, terwijl zij met elkaar spraken en van gedachten
wisselden, dat Jezus Zelf bij hen kwam
en met hen meeliep. Maar hun ogen
werden gesloten gehouden,
zodat zij Hem niet herkenden.
Wanneer er traumatische
ervaringen zijn die wij als mensen meemaken en zaken die dieper gaan dan onze
dagelijkse routine, merken we dat er behoefte is om verder er over te praten
met anderen. Voor velen is dit ook een manier om wat hen is overkomen of wat er
gebeurt is op een rij te krijgen. Even uit de situatie met iemand die je vertrouwd
en waarmee je je hart kan delen. Zo’n situatie kennen we allemaal en is een
basisbehoefte van elk mens. De mannen onderweg naar Emmaus hadden elkaar en
noemden tegen elkaar wat ze wisten, gevoeld en hadden gezien.
Op het moment dat ze
opgingen in het gesprek, kwam Jezus bij
hen lopen. Ze hadden als gelovigen uit
de schare, Jezus vele malen gezien, gehoord en meegemaakt. Zij hadden Hem vast
ook wel een keer van dichtbij meegemaakt. Hij was wel Iemand, Die in hun hart
was en waar zij van hielden. Zij waren verlegen met het feit wat er de
afgelopen dagen voor Pasen was gebeurd.
Mensen, die moeilijke dingen in hun leven meemaken en door een zware
tijd heen gaan, krijgen niet alles mee, wat er om hen heen gebeurt. Voor hen
staat de tijd even stil. Voor deze mannen was het niet duidelijk dat het Jezus
was, om Wie zij zoveel te bespreken hadden. God hield het nog even voor hen
verborgen om later hun ogen voor Hem te openen.
Voor ons, die ook door
perioden gaan, waarin wij veel vragen kunnen hebben, zou het geweldig zijn als Jezus net als bij de
mannen ook in ons gesprek aanwezig zou zijn. Als mensen zijn / voelen we ons
allemaal op verschillende terreinen in het leven beperkt. Daarom dat God de weg
ook voor ons heeft geopend om in gesprek met Hem te gaan en onze vragen bij Hem
te brengen. Dat is het wonder van Pasen, waardoor wij vrij tot God mogen gaan
en met Hem ook over onszelf mogen en kunnen praten.
Spreuken 3:5 en 6 - Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op
je eigen inzicht
niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken. Deze tekst moedigt ons aan om
niet te blijven zitten met je eigen gedachten en oplossingen, maar Hem te
vertrouwen dat Hij alles in Zijn hand heeft.
Eén ding is zeker; God kan goed
luisteren. Hij weet wat wij nodig hebben
in ons leven. Psalm 103 :
13 en 14 zegt : Zoals een vader zich ontfermt
over zijn kinderen, zo ontfermt
de HEERE Zich over wie Hem vrezen. Want Híj weet wat voor maaksel wij zijn en blijft bedenken dat wij stof
zijn. Zou
Hij dan niet de juiste persoon zijn om bij aan te kloppen om onze noden bekend
te maken? Deze mannen gingen het wonder meemaken dat Jezus Zelf naar hen
toekomt. Laten we naar God toe gaan in ons gebed en Hem zoeken, dat we mogelijk
antwoorden zouden kunnen krijgen. Het kan ook zijn wat in het volgende stukje
van dit verhaal gebeurt.
Verzen 17; En Hij zei tegen hen: Wat zijn dit voor
gesprekken die u al lopend met elkaar voert en waarom ziet u er zo bedroefd
uit?
Was dit nou een rare vraag
van onze Heer aan deze 2 mannen? Voor deze mannen was het een vraag van: Bent U de enige vreemdeling, die het dan nog
niet weet? Het was het nieuws van
dag. De Rabbi, van wie zij hadden verwacht, dat Hij als een Verlosser zou
optreden. Is gestorven. Er zijn wel mensen, die engelen hebben gezien, maar
zijn graf is leeg. Er is geen bewijs van wat ze zeggen, dat Hij leeft. Iedereen
was getuige van het feit dat Hij gedood werd door de Romeinen. Het verhaal is
over en uit. We hadden hoop door de geweldige woorden die Hij sprak en werken
die Hij deed, zouden bijdragen aan een andere situatie in ons leven. M.a.w.
daarom zijn wij verdrietig en teleurgesteld, omdat wij onze hoop op Hem voor
verandering hadden gesteld. Nu is Hij er niet meer.
Hoe vaak gebeurt het ons,
dat wij voor een situatie een oplossing zoeken en onze eigen verwachting niet
uitkomt? Net als de mensen uit de tijd van Jezus, kunnen wij met een gekleurde
bril naar de toekomst kijken. Als kind lijkt de hele wereld van ons, maar naar
mate we groter en ouder worden, lijkt het wel dat we door het leven gevormd
worden en wij onze verwachtingen steeds meer omlaag bij moeten stellen.
Gods trouw is hemelhoog.
Zijn liefde is dieper en wijder dan de oceaan in zijn omvang. Hij stelt nooit
teleur. Op Hem kunnen we en mogen we ons vertrouwen stellen. Daarom kwam Jezus
er bij en wilde Hij luisteren naar wat deze mannen dwars zat. Wij zijn vaak
bang dat we niet alles tegen God kunnen zeggen, terwijl Hij ons aanmoedigt om
met Hem er over te gaan praten in ons gebed en bij Hem stil te zijn om Hem te
verwachten in onze situatie.
Filippenzen 4: 6,7 staat - Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door
bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God,
die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in
Christus Jezus. Er is door God een
mogelijkheid gegeven om Hem te ontmoeten in onze moeilijke situatie. Waarin wij
door met God kunnen praten en onze dringende vragen om hulp, bekend maken. Soms
is dat een hele strijd in ons leven. De zekerheid van het geloof is een
krachtig wapen in die strijd. We mogen God danken voor Wie Hij is en uitspreken
dat Hij alle dingen in Zijn hand heeft. Niets is te groot en niets is te klein
voor onze Heer. Vaak hebben wij nodig, dat Hij onze verwachting bijstelt, zodat
we ons op Hem kunnen richten i.p.v. ons te richten op de zaken die ons zorgen
geven.
Verzen 25 – 27
; En
Hij zei tegen hen: O onverstandigen en tragen van hart! Dat u niet gelooft al
wat de profeten gesproken hebben! Moest de Christus dit niet lijden en zo in
Zijn heerlijkheid ingaan? En Hij begon bij Mozes en al de profeten en
legde hun uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was.
Het mooie dat God aan Zijn
kinderen heeft gegeven is “geloof”. Geloof is een geschenk voor elke mens. God
is de bron van het leven. Bij Hem mogen we komen met onze vreugde, te korten en
verdriet. Het Woord is een bron van Gods gedachten, Wijsheid en verlangen voor
ons. Wij die de kroon zijn van Zijn schepping. Wij die als een spiegel mogen leven. Wij mogen
Hem in ons leven laten zien, door te wandelen, zoals Hij dat deed. Daarom kwam
Jezus naar de aarde. Hij geeft ons de mogelijkheid om net als Hij de Vader te
vragen en van Hem te verwachten.
We hebben net als de 2
mannen nodig, dat onze geestelijke ogen
worden geopend. Leren kijken vanuit het geloof, dat God aan elk van Zijn
kinderen geeft. Daarom is het nodig om Hem dagelijks zelf te zoeken. We kunnen
ons leven vullen met allerlei gedachten en gevoelens, die we blijven koesteren.
Maar Zijn gedachten brengen ons op de eeuwige weg waarin wij steeds weer Zijn
nabijheid in ons leven mogen ervaren. In Psalm 119 staat: Wanneer wij het Woord van God openen
verspreid dat licht. Dat is wat er gebeurt, wanneer we de Bijbel lezen of
voor ons laten lezen. God wil ons bemoedigen en aanmoedigen om op Hem te
blijven vertrouwen. Kun je bidden, bidt dan. Kun je niet bidden, vraag iemand
om samen met je te bidden. Want waar 2 of 3 in Zijn naam bij elkaar zijn, wil
Hij in hun midden zijn en Zijn zegen gebieden.
Het slot van dit verhaal
van de 2 mannen is. Dat zij tegen elkaar zeggen. Was ons hart niet
brandende. De kou van de
teleurstelling en ongeloof, was verandert om weer terug te gaan naar de stad
met de zekerheid dat Hij is opgestaan en het verhaal van de vrouwen waar is. Hij
is opgestaan.
Tot slot een gedicht met
de titel : “Emmaüsgangers”
Zij kwamen met z’n twee van Jeruzalem,
Onderweg spraken ze over Hem,
Hij, Die wonderen had gedaan
En zo vol gezag had gesproken en gestaan.
Zij kwamen van Jeruzalem,
Verdrietig en teleurgesteld in Hem,
Ze waren door alles behoorlijk aangedaan,
Met de vraag: Hoe moet het voortaan?
Zij kwamen van Jeruzalem
En spraken met elkaar en met Hem,
Over het Woord wat zij niet hadden verstaan,
Was nu alles anders geworden na het kraaien van de
haan?
Zij gingen naar Emmaüs en niet meer met z’n twee,
Jezus legde hen de schriften uit en reisde met hen
mee.
Er kwamen antwoorden, zij luisterden geboeid naar Hem,
Er kwamen antwoorden, zij luisterden geboeid naar Hem,
Hij sprak opnieuw met liefde en gezag in Zijn stem.
Zij gingen naar Emmaüs en het Woord reisde met hen
mee,
Nu werd Zijn opstanding een ja in plaats van een nee.
Aangekomen in het huis, braken zij het brood met
elkaar,
Ze waren niet meer alleen, Hij was daar.
In Emmaüs keken ze elkaar aan en zeiden,
Was ons hart niet brandende in ons beiden,
Terug naar Jeruzalem aangekomen en zeiden voortaan,
“De Heer is waarlijk opgestaan.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten