Teksten : Spreuken 6 : 6 – 11 en Marcus 4: 26-29
Romeinen 1:20 (BB) - Want
Gods eeuwige kracht en goddelijkheid zijn te zien in de natuur. Dat is altijd
al zo geweest, vanaf het moment dat de aarde werd gemaakt. …
Wij geloven in de schepping, omdat we onderstrepen dat we
de Bijbel geloven van Genesis 1 tot en met het boek Openbaringen 22. God laat
zien en illustreert door de hele Bijbel en geschiedenis heen dat Hij wil leven
in relatie met Zijn schepping en de mens als kroon op Zijn Werk. Om te laten zien hoe Hij dat wil en wat Hij
daarin heeft gelegd, laat Hij ons dat ontdekken in de natuur. Als een spiegel
van Hem Zelf naar ons toe en voor ons als een spiegel van plan van God met ons.
God wil door middel van
Zijn liefde ons overtuigen op
ongedwongen wijze. Niet als de reclames die wij constant op ons afkrijgen via
de media elke dag. Hij wil niet inbreken, maar juist met koorden van liefde ons tot Zich trekken. Ons geweten en verstand
spelen daarin een belangrijke rol. En nog meer ons hart. In Openbaringen 3:20 zien we dat
de Heer staat aan het hart van de gelovige en klopt. Dat betekent dat Hij wacht
op ons antwoord. En wij de deur voor
Hem open doen en toelaten in ons leven.
In het gedeelte van Spreuken 6
zien we een uitspraak: “Ga tot de mieren
gij luiaard.” Een uitspraak, die
door de eeuwen heen wel enige humor los maakt. Met dit voorbeeld uit de natuur
en duidelijke manier van spreken laat God zien, wat er verwacht wordt van de mens. Zorg dat je levens voorraad op orde blijft, zodat je in andere seizoenen ervan kunnen
leven. Niet afwachten, maar aanpakken. Praktisch en Geestelijk gezien: Je dagelijks onderhoud, maar ook je relaties
in dit leven en je geloof.
Niet zien hoe het komt,
maar organiseren. De mier
organiseert zich op een bepaalde manier, zoals het in zich heeft naar de orde die God heeft gegeven. Iedere mier
weet wat ‘m te doen staat en werkt daaraan ijverig mee. Als een innerlijk ingeschapen meganisme wat de manier aandrijft
om dit te doen.
Daarom dat God ook aan
zijn gemeente mensen heeft gegeven met verschillende talenten. Mogelijkheden, die passen
bij ons zijn en hoe we bewegen in dit leven. Je persoonlijkheid, karakter en
afkomst. Die talenten worden ons toevertrouwd. Wanneer we daar o.a. in Mattheus 25 over
lezen zien we dat ze bedoeld zijn om er mee aan de slag te gaan. En ook om er
meer van te maken. Wanneer we zoals vandaag stilstaan bij de opbrengst van onze inspanning,
dan komen we tot het besef, dat het misschien wel veel van ons heeft gevraagd. En de opbrengst aan de kant van God is door Zijn gunst en zegen.
Er is een oud gezegde :
"Rust roest" m.a.w. wanneer je niets doet gaat je vermogen,
relaties en zelfs je geloof achteruit.
In 1981 hadden we een boekje bij de Bijbelstudie van Youth for Christ
Vlissingen. Daarvoor kwamen we als jongeren bij elkaar om samen te zingen,
bidden en vanuit het boekje en de Bijbel na te denken en praten. De titel was :
"Het komt je niet aanwaaien."
Daarin was kerntekst uit Johannes ter aanmoediging om je Bijbel te lezen en
ook daadwerkelijk verdiepen in wat er staat. Johannes 14:15 - “Als
je Mij liefhebt, houd je dan aan Mijn geboden.” Niet alleen
lezen en aanhoren, maar ook aan de slag gaan om het Woord van God in je leven
eigen te maken als een persoonlijke richtlijn voor geloofsgroei.
We zeggen met de woorden
vanuit Romeinen 14:7,8 - dat niemand
leeft voor zichzelf en niemand sterft voor zichzelf, want wij zijn van de Heer. Hem komt alle eer toe. Dat betekent ook dat op deze dag,
wanneer we onze zegeningen tellen,
we tegen de Heer zeggen: Dank U Heer dat U goed bent voor mij / ons. De
reden dat we dit kunnen zeggen is dat het besef
hebben dat God de gever is van Leven en Hij de bron is Die voorziet in onze dagelijkse behoefte. Onze ogen zijn opengegaan
voor de realiteit van Wie God is en
dat we Hem willen kennen en betrekken in alle zaken van ons leven.
We nemen onze verantwoordelijkheid om in dit leven te
staan en dat in afhankelijkheid van
onze Heer en Schepper. Hij is de Gever van alles wat leeft aarde. Ook de opbrengst van het land en de arbeid die
wij hebben verricht. We leven niet meer voor ons zelf. God heeft ook niet de
wereld geschapen en het aan zijn lot
overgelaten. Hij heeft de mens gedelegeerd
gezag en verantwoording gegeven om de aarde te bewerken en te leven van de
opbrengst. Zoals Paulus het in geestelijk opzicht vergelijkt: De één plant, de ander begiet, maar God
geeft de wasdom. God betrekt ons
bij Zijn werk, maar zorgt Zelf dat iets tot leven en bloei komt. Aan de ene
kant heeft Hij dat in de natuur ingeschapen
aan de andere kant is het Zijn zegen,
dat dit proces goed gaat.
En dan lezen we Marcus 4: 26-29 waar Jezus ook vanuit de natuur vertelt
over het Koninkrijk van God. - En Hij
zeide: Alzo is het Koninkrijk Gods,
als een mens, die zaad werpt in de aarde, 27 en slaapt en
opstaat, nacht en dag, en het zaad komt op en groeit, zonder dat hij zelf weet
hoe. 28 De grond brengt vanzelf vrucht voort; eerst een halm, daarna
een aar, daarna het volle koren in de aar. 29 Wanneer dan de vrucht rijp is,
laat hij er terstond de sikkel in slaan, omdat de oogsttijd aangebroken is.
Het Koninkrijk van God
wordt vergeleken met een boer, die graan
uitzet op het land. Het zaad moet in de grond om te kunnen ontkiemen. Zo is het ook met het Woord van God. Onze Heer wil met
Zijn Woord in ons leven aan de slag
gaan. Niet op de boekenplank laten
liggen tot de volgende gelegenheid om weer mee te nemen. Nee! Zijn Woord in ons
laten opkomen als een zaad dat in alle gebieden
van onze persoonlijkheid, omstandigheden, relaties Zijn werk kan doen.
Veranderen van binnen uit. Eerst niet zichtbaar, omdat je in je binnenkamer gaat en God zoekt door te
bidden en in Zijn Woord te lezen. Daarbij wil de Heilige Geest ons helpen om er
ook handen en voeten aan te geven,
zodat het Woord van God in ons leven ontkiemt en wij daarnaar gaan handelen.
In vers 27 staat dat de mens slaapt in de nacht en als het dag
is opstaat. Geeft aan dat er geen extra inspanning
van de mens wordt gevraagd. Dan om te leven en af te wachten totdat het
natuurlijk zaad van het graan
opkomt. Daar kan hij zelf niets aan toevoegen. We kunnen een heleboel in ons
leven verklaren, maar leven voortbrengen dat is Gods zaak. Wij mogen daarin met Hem mee bewegen als een kind dat
mee mag helpen met zijn ouders. Kinderen
zien het voorbeeld wat zij spelenderwijs navolgen, maar nog niet zelf ten volle
zelfstandig kunnen doen in de mate van een volwassene. Zo mogen wij ook aan Gods hand laten leiden en doen wat Hij
ons geeft om te doen. En het resultaat is vreugde. God geeft zijn blijdschap, wanneer wij met Hem gaan.
De grond moet bewerkt worden, zien we in Genesis.
Wanneer we ons leven toewijden aan de Heer, kan het zaad in ons leven ontkiemen
en tot volle wasdom komen. De aarde
is de akker die God met Zijn Woord
wil bewerken. Het gevolg is: Als een mens tot God komt, dat deze zal belijden dat Jezus Heer is en zijn knie
zal buigen voor zijn Schepper. Dan
komt er vreugde van Gods liefde en maakt dat deze elke dag weer opnieuw kan
zeggen : “Dank U Heer.”
Dank U Heer dat U mij liefhebt en alle verkeerde zaken
in mijn leven hebt vergeven. Dank U Heer dat ik mag leven en mag weten dat U
mijn Vader bent. Dank U Heer dat U elke dag voor mij zorgt en ik me geen zorgen
hoef te maken. Dank U dat U weet wat ik nodig heb om te kunnen leven. U zorgt
voor wat ik moet eten en U weet van de dagelijkse dingen, waar ik me regelmatig
zorgen om maak. Denk maar aan het onderwijs van Jezus hoe Hij erop wees
dat God zelfs zorgt voor een mus. En Hij zegt dat wij die verre te boven gaan.
Waarom? Wij als kroon van Gods schepping mogen in een herstelde relatie door Christus leven met God waarin Hij ons ziet
als Zijn geliefde kinderen.
Een dag als deze kijken
we terug naar de zegen die God in
ons leven heeft gegeven. Dat kunnen we doen, wanneer we net als Jezus opkijken
naar de hemel. Dat zien we op een
moment als Hij het brood en de vissen
gaat delen met de duizenden die naar Zijn onderwijs hebben geluisterd. De
schare heeft mooie en indringende voorbeelden gehoord over het Koninkrijk van
God. En nu gaan ze getuige zijn van het
wonder wat voor hun ogen gaat gebeuren. Ook gaan ze lijfelijk ervaren wat Jezus doet. Iedereen eet van die broden en
vissen wat voldoende zou zijn voor maximaal
een klein groepje mensen.
I Danken - Marcus 6 : 41 (HTB) - Hij
nam de vijf broden en de twee vissen, keek op naar de hemel en dankte God voor
dit eten. Je ziet dat ook Jezus dankte
voor het brood en de vissen. Hij ging niet klagen dat er veel te weinig was.
Hij ging ook niet vragen om meer. Maar Hij gebruikte wat Hij in handen had
nadat Hij de Vader ervoor had gedankt. En God vermenigvuldigde door de handen van Jezus het brood en de vissen. Hij
handelde in afhankelijkheid van Zijn
Vader en gaf iedereen te eten. Kunnen wij begrijpen hoe het werkt en hoe God
het doet? Nee, maar we mogen wel net als Jezus in onze levens God verwachten.
II Zegen - En
wanneer wij naar de hemel kijken en
met God praten, mogen we Hem danken voor
Zijn goedheid, trouw en liefde. In Marcus
6:41 volgens de NBG en NBV zien we dat Jezus naar de hemel keek en de zegen uitsprak over het eten. Dat is
voor ons een mooie aanmoediging om als eerst te luisteren naar de aanwijzingen die Jezus geeft door Zijn Woord en door
Zijn Geest. Hij sprak tot de schare om te gaan zitten. Daarna nam Hij het brood
en de vissen van één van hen en sprak daarover de zegen uit.
We
kennen de uitspraak: “Aan Gods zegen is
het al gelegen.” m.a.w. van
God hangt alles af. Ja en zoals Jacob in Genesis 32:26 tegen de engel bij de rivier zei: Ik laat u niet gaan tenzij u mij zegent. Hier was een actief
uitstappen naar de Heer toe. Hij was niet passief maar juist met volle verwachting naar de Heer toe. Daarom is
het goed om hetgeen we hebben gekregen in het afgelopen jaar als opbrengst van
het land en onze arbeid in de handen
van onze Heer te geven. Misschien wel met de gedachte en woorden: Ik geef het aan U Heer, U mag er mee doen
wat U wil. Dat zijn woorden van
afhankelijkheid en verwachting. Hij weet
wat wij nodig hebben en Hij kan het vermenigvuldigen
op een wijze die wij niet kunnen bedenken.
Zodat niet alleen ik zelf, maar ook anderen er door worden gezegend.
Waarvoor kan ik de Heer
danken?
1 Denk maar aan het huis waar je woont. Het is van jou. Je mag mensen onder je dak
ontvangen en ontmoeten. 2. Denk maar aan je auto/vervoer, waarmee je als gezin /. persoonlijk enorm mag
genieten. Een zegen voor elkaar en anderen. 3. Denk maar aan hetgeen je elke maand
ontvangt als loon of uitkering. De
mogelijkheid om je rekeningen te betalen, eten te kopen en waar mogelijk
misschien iets voor een ander en de kerk kan betekenen.
4 Denk maar aan hetgeen jij kunt doen voor een ander, waarmee iemand
geholpen wordt. Een klus, boodschappen, organiseren, verhuizen etc. Praktisch
uitreiken en zegenen. Al deze 4 gebieden
zijn talenten die je kunt inzetten
en geven als dank aan onze Heer, zodat anderen erdoor worden gezegend.
Werd Jezus en Zijn
discipelen gezegend, toen zij uitdeelden
van de broden en vissen? Ja ook zij aten hiervan en….. zij hielden nog veel meer over dan ze eerst in handen hadden.
Dat is het wonder van delen. We kunnen als de mieren gaan en ons goed organiseren met de gegeven talenten,
die we uit Gods hand hebben
ontvangen. Een talent, waarmee je aan de slag gaat, zodat deze zich kan ontwikkelen als een zaad in je eigen
leven en tot volheid kan komen.
Je leeft niet voor jezelf.
Het uitgangspunt van Jezus was om de schare te voeden, want Hij was met ze begaan. Ook nu is God begaan met de
mensen op deze wereld. Zo mogen wij ook als het ware uitdelen van Gods liefde door de manier, waarop wij omgaan en uitdelen van de zegen en talenten in
ons leven.
Die zegen brengt ons tot het
punt dat we zeggen: Dank U Heer. Een levenshouding om niet op jezelf gericht
te zijn. Zijn als een aar tot volheid komen je vrucht wil dragen tot eer van God.
Zoals Jezus zegt in Johannes 15:9
- Hierin wordt
Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent. Dat
is ook het verlangen van God voor ons leven. Hem kennen en erkennen vanuit een levenshouding waarin wij Hem
danken en de eer geven. Iets wat in ons leven mag groeien en ontwikkelen als
een vrucht van onze wandel met God.