maandag 2 november 2015

Hoe vaak moet ik vergeven?

Tekst : Mattheus 18 (m.n. 21-35)

Mattheus 18 gaat over hoe God naar de wereld om ons heen kijkt. En Hij ziet ons, gelovigen, als Zijn geliefde kinderen. Wij behoren te wandelen naar de maatstaven van Zijn Koninkrijk. In de eerste verzen zien we de waarschuwing om niet eerzuchtig te zijn, maar juist puur als een kind te zijn. De één verheft zich niet boven de ander. Dan gaan we zien hoe belangrijk God Zijn kinderen vindt. Hij wil dat wij respectvol met elkaar moeten omgaan, zoals God Zelf dit doet met ons.




In vers 11 spreekt Jezus : Want de Zoon des mensen is gekomen om zalig te maken wat verloren is. Het beeld wat Hij gebruikt is de herder die zijn kudde achterlaat voor dat ene schaap. Kostbaar in de ogen van God. Vervolgens laat Hij zien hoe belangrijk het is dat als iemand uit ons midden afdwaalt, dat we het niet laten doen, maar ervoor gaan, zodat deze weer op het rechte pad gaat wandelen. Waarom? En dan sluit Jezus het gedeelte af met : Want waar twee of drie in Mijn Naam bijeengekomen zijn, daar ben Ik in hun midden. Daarbij wil Hij iedereen Zijn zegen geven.

Wanneer we deze richtlijnen meenemen naar het gedeelte wat we met elkaar hebben gelezen, zou je kunnen zeggen dat de volgende kernwoorden weer terug komen in de vraag van Petrus en de gelijkenis die Jezus vertelt. Wees puur als kind van God. Ieder mens is kostbaar in Gods ogen. Ga met respect met jezelf, elkaar en anderen om. In Mattheus 11 : 28-30 zien we dat Hij zegt: Leert van Mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart.  Een leerproces van vallen, opstaan en achter Hem aangaan.

Mattheus 18 : 21, 22 - Toen kwam Petrus bij Hem en zeide: Here, hoeveel maal zal mijn broeder tegen mij zondigen en moet ik hem vergeven? 22 Tot zevenmaal toe? Jezus zeide tot hem: Ik zeg u, niet tot zevenmaal toe, maar tot zeventig maal zevenmaal.

De vraag van Petrus lijkt op een vraag die we ook in de geldwereld tegenkomen. Hoeveel krediet moet ik geven? Hoeveel vertrouwen kan ik iemand geven? Dat hangt af van de relatie die er is. Bij Petrus komt de vraag :  Hoe volmaakt moet ik omgaan met vergeving? 7x? 7 is het getal van de volheid. Wat wordt er van mij verwacht? 




Wanneer we vanuit liefde aan iemand denken, geven we meer krediet. Zijn we geneigd om de ander eerder tegemoet te komen. Maar als ons hart zich toesluit voor de ander, hebben we de neiging om overal iets achter te zoeken. En om de schuld bij de ander aan te wijzen. De kernvraag is: Waaruit of waardoor kan ik de ander mijn vertrouwen, liefde en krediet geven?

Een gelijkenis waarmee Jezus Zijn antwoord wil illustreren:
Mattheus 18: 23-27 - Daarom is het Koninkrijk der hemelen te vergelijken met een koning, die afrekening wilde houden met zijn slaven. 24 Toen hij begon te rekenen, werd een voor hem geleid, die tienduizend talenten schuldig was. 25 Omdat hij niet bij machte was te betalen, beval zijn heer hem te verkopen, met zijn vrouw en kinderen en al wat hij bezat, opdat er betaald kon worden. 26 De slaaf wierp zich neder als smekeling en zeide: Heb geduld met mij en ik zal u alles betalen. 27 De heer van die slaaf kreeg medelijden met hem en hij liet hem vrij en schold hem de schuld kwijt. 

We zien in dit gedeelte de ongelijkheid van een slaaf ten aanzien van zijn schuldeiser, zijn heer en meester. De slaaf had krediet gekregen voor zijn leven en gezin. Het moment dat de afrekening komt, blijkt de slaaf niet in staat om de schuld terug te betalen. Hij had veel krediet gekregen en de verwachting van zijn heer lag hoog. 




Je zou misschien in samenspraak met de heer, die zijn slaven ponden / talenten geeft, kunnen zeggen dat deze slaaf veel talenten heeft gekregen. Wanneer we veel of meer in ons leven toevertrouwd krijgen aan talenten, waarmee we aan de slag mogen, dat geeft meer verantwoording. Die verantwoording is er elke dag. Ook wanneer wij verslappen en het even niet meer zien, weten of willen.

Ons leven is als een draaiboek, waarin verschillende scenes voorkomen. Perioden met goede en moeilijke scenes en omstandigheden. Elke dag en elke minuut maken we keuzes, hoe we met hetgeen op ons afkomt omgaan. Zowel actief als passief maken we keuzes. Zaken waarvoor we gaan en zaken die we liever omzeilen en liefst niet weten of tegen komen. En toch zit ons leven er vol mee. En ervaren deze verantwoording dagelijks in meer en mindere mate.

Wanneer we op de dag en / of in de week merken dat de balans naar de negatieve kant gaat, ervaren dat we meer van Gods vergeving en genade nodig hebben. Dat is wat de slaaf bij de afrekening merkte. Hij werkte hard en het leven ging snel en de afrekening kwam. Hij kon op geen manier voldoen aan de schuldeis van zijn heer en meester.

Ook al zou hij een voorstel doen om nog harder zijn best te doen en uitstel van executie vragen. Hij zou in geen geval voldoende geld bij elkaar kunnen brengen om zijn heer gerust te stellen. Maar de heer van deze slaaf kreeg medelijden, compassie voor zijn dienaar en schold hem de hele schuld kwijt.

Een prachtig beeld van de genade, die wij in Christus Jezus ontvangen en de reden waarvoor Hij zijn leven heeft gegeven aan het kruis. Niets kan de schuld tussen God en mens wegnemen. Niet op grond van onze eigen werken en leven. Op welk vlak dan ook onze best zullen doen, we zullen toch op één of andere manier tekort schieten. Zonder God mist een mens zijn doel. Zonder Gods vergeving op grond van het volmaakte offer door Jezus, kunnen niet we tot God gaan. Zonder vergeving kunnen geen deel hebben aan de relatie Die God als Vader.  God ziet ons in Christus aan als Zijn geliefde kinderen, zonen en dochters. Wanneer wij bedenken wat Hij voor ons heeft gedaan, zien we het voorrecht dat wij door Jezus tot God als Vader mogen gaan.

Ondanks de vergeving in ons leven, lijken we vaak op die kruik waar een gat in zit. Er was een waterdrager die om water te scheppen voor de familie moest elke dag een eind moest lopen. Op de terugweg verloor de ene kruik altijd meer water door de lek dan de ander. Dat maakte dat de kruik zich minder voelde dan de andere. Tot het moment dat deze gewezen werd dat langs de weg waar de waterdrager de kruiken droeg er overal bloemen waren, die elke dag werden voorzien aan de kant van de kruik met het lek. 


Zo is het ook in ons leven. Onze fouten en tekortkomingen kunnen kansen zijn, die op onze levensweg anderen zullen aanraken. Zij hebben net als wij nodig hebben om het Water van het Leven, Jezus in hun leven te ontvangen. Wanneer zij in aanraking komen met ons leven en door omstandigheden tegen ons stoten, komt dit Levende water in hun leven. Doordat zij zien dat wij net als hen mensen zijn met fouten en gebreken, maar vanuit onze relatie met God de Vader hierin keuzes maken. 

Wij hebben vaak het idee dat we zo lek zijn als een mandje. Door op de fouten en tekortkomen te zien, dat ons  in de gevarenzone brengen. We vergeten soms snel de goedheid van God. En zien we alleen naar de negatieve kanten van een zaak of medemens. Dat zien we ook in het leven van de slaaf die alles kwijtgescholden werd.

Mattheus 18: 32 – 34 Toen ontbood zijn heer hem en zeide tot hem: Slechte slaaf, al die schuld heb ik u kwijtgescholden, daar gij het mij dringend hadt gevraagd. 33 Hadt ook gij geen medelijden moeten hebben met uw medeslaaf, zoals ook ik medelijden had met u? 34En zijn meester werd toornig en gaf hem in handen van de folteraars, totdat hij hem al het verschuldigde zou betaald hebben. 

Het principe dat Jezus hier naar voren haalt is : Jij hebt net als ieder ander mens het niet verdiend, dat God je vergeeft. De ander heeft het niet verdiend dat jij hem of haar vergeeft. En toch vraagt de Heer navolging van Zijn volbrachte werk aan het kruis, waar Hij uitriep : "Vader vergeef het hen, want ze weten niet wat ze doen." Ook wij kunnen anderen de krediet geven vanuit Gods liefde. Niet alleen denken, maar ook uitspreken en daarnaar handelen.

Wij hebben vaak last van het onrecht dat we zien. We denken dat vergeven hetzelfde is van het ontslaan van iemands verantwoording. Jezus leert ons om niet voor rechter of aanklager te spelen, maar lief te hebben. De ander zegenen door woorden van vergeving uit te spreken en ook met je hart te vergeven en nieuwe keuzes maken.  Mattheus 18 :35 - Alzo zal ook mijn hemelse Vader u doen, indien gij niet, een ieder zijn broeder, van harte vergeeft. Dit brengt ons in de realiteit van alledag, waarin het gebed van onze Heer door ons gebeden wordt en wij zeggen: “ Vergeef onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.”  Hier komt Woord en Daad bij elkaar. In het Hebreeuws “Dabar” wat zeggen wil: spreken en doen.  Apostel Jacobus wijst ons erop om niet alleen hoorders te zijn, maar ook daders van het Woord.  




Er is in ons leven het gevaar, dat we het enorm moeilijk vinden om te vergeven. Zeker degene die het verkeerd heeft gedaan, ons heeft teleurgesteld en pijn heeft gedaan. Er bestaan geen 2 personen in ons zelf. De ene die gelooft en doet wat God van Hem vraagt. De andere die zijn eigen weg gaat. Of we nu als gelovigen bij elkaar komen of we leven ons leven in de maatschappij, voor God is dat één.  Laat ons ja ja zijn en ons nee nee. Daarom dat David in Psalm 86 : 11 bad of de Heer zijn hart één wilde maken. Geen innerlijke verdeeldheid door teleurstelling, verdriet en pijn.

“Maak van je hart geen moordkuil.” ; is een uitdrukking. We zien dat de Here Jezus ons uitnodigt om tot Hem te komen met hetgeen op ons drukt. Van Hem te leren om met een andere houding en hart gesteldheid je op te stellen. Een proces van vallen en opstaan. En zoals de Romeinenbrief zegt: “Met mijn God ben ik meer dan overwinnaar.”  Hij heeft de overwinning al behaalt! Hij wil onze hand uitgestrekte hand pakken in de storm, wanneer wij net als Petrus dreigen te zinken.

God vergeving vragen en zelf anderen vergeven, gaat hand in hand. Als je voor God komt en je herinnert dat je iets tegen ander hebt. Dan is daar de aangewezen weg om het in orde te maken. De Heilige Geest en Gods Woord willen ons dat in herinnering brengen, doordat ons verstand en geweten wordt aangesproken. Stel niet uit en ga het goed maken. Ook al is het lang geleden. Sommige zaken kennen geen tijd, maar vergeving schenkt ruimte en gelegenheid om opnieuw te beginnen. Gods licht mag dan weer in je leven schijnen. Doordat we zonder veroordeling voor God mogen staan en op grond op Zijn offer zijn vrijgepleit. Onze schuld is kwijtgescholden.  


Wie navolgt wat God zegt, verspreid Gods licht. Zowel in eigen als die van de ander. Door dit te doen mogen wij de kruik zijn die Gods wat op die plaatsen uitgiet, zodat het Zaad, Gods Woord, wat gezaaid is, zal opkomen. En het geestelijk leven in ons tot volle bloei komen.

Gedicht : “Vergeving” 
Beschrijft het proces van niet vergeven, bewust worden, overgave aan God en tot verbrokenheid komen om wel te vergeven.

Vergeving.

Voordat ik op het punt kwam van vergeving,
vond ik dat de ander veel te ver ging.
Ik had kritiek en pijn van alles wat mij was aangedaan,
ik dreigde door alles wat ik ervan ondervond, onderdoor te gaan.

Wiens schuld was het en wie moest om vergeving vragen,
daarvan vond ik dat die ander niet in mijn buurt moest wagen.
Ik was boos en zeer teleurgesteld door de woorden en gedrag,
dus zei ik tegen de ander maar geen "gedag".

Ik merkte hoe het aan mij knaagde en onrust gaf,
God sprak tot mijn hart totdat ik mij aan Hem overgaf.
Ja Heer, U heeft gelijk, ik moet die ander vergeven,
anders heeft deze en ik nog steeds geen leven.

Dus ging ik in gebed en het was een hele strijd,
om de confrontatie aan te gaan in plaats dat ik het vermijd.
Ja Heer U ging de onderste weg en stierf voor ieder mens,
voor vergeving en de verzoening naar Vaders wens.

Ook ik wil niet meer leven vanuit mijn teleurstelling en pijn,
maar leven met U en in Uw nabijheid zijn.
Niet mijzelf laten vergelden en mijn recht halen,
want die schuld kan ik nooit zelf betalen.

Door U ben ik vrij en kan ik gaan naar anderen,
zodat ons leven van verdriet naar vreugde zal veranderen.
U gaat mee op de weg, die mij schijnbaar moeilijk lijkt,
en U draagt mij door Uw trouw, die tot aan de hemel reikt.


Geen opmerkingen: