Honger
Okki en Mango waren
ontsnapt en weggevlogen uit hun kooi buiten. Drie dagen hoorden we de
vogels in de wijk, om het huis en in de hoogste bomen. Euforisch waren ze,
vrolijk om dat ze vrij waren. Voor het
eerst in de grote wereld waar ze naar hartenlust konden vliegen waar ze maar
wilden. Maar geen eten, drinken en bescherming. Op dat moment waren ze nog maar
3 / 4 maanden oud. Baby papegaaien.
Drie dagen roepen,
fluiten, lokken met hun bakje met voer. Met de kooi onder de bomen wachten,
maar niets leek hen te bewegen om weer terug te komen. Mensen kwamen aan de
deuren. Samen bidden dat ze terug kwamen. Adviezen hoe te doen. Etc. Maar dat
alles leek niet te helpen.
Totdat ze hongerig
waren, zocht Mango ons huis op en ging op dak zitten. Hij kwam regelrecht naar
naar ons toe om te eten en was helemaal uitgeput was. Had geen kracht meer om te
vliegen en het vol te houden. Dankbaar waren we dat hij weer bij ons was.
Vogels zijn gemaakt om
te vliegen en voor zichzelf te kunnen zorgen als ze
de bescherming, voeding
en training van hun natuurlijke
ouders hebben gehad. Ook is een juiste omgeving, natuur en klimaat van
groot belang. Ze kennen hun natuurlijke vijanden en weten wat ze wel en
niet kunnen doen. In een vreemde omgeving zijn er vele gevaarlijke
verrassingen, waardoor hun overlevingskans sterk kleiner is.
Om geestelijk te
leven en te overleven, heb je het nodig vanuit je relatie met God te
leven. Denken, spreken en bidden om Zijn wijsheid en leiding. Voor grote
en kleine zaken. Als gelovigen kan het nodig zijn om voor elkaar te
bidden en praktisch te helpen. Hoe dichter je bij elkaar komt, hoe meer
je de aardigheden en de eigenaardigheden ontdekt.
En dan is het niet altijd
makkelijk is om naast die broeder of zuster te leven en samen God te dienen.
Dan vraagt het meer om Gods Liefde, kracht en karakter in ons leven. Je
leeft niet voor jezelf, maar voor God. Daarbij zoek je een weg om dit
geloof in je dagelijks leven zichtbaar te maken. En dat begint dicht bij
huis in je eigen kring, familie, vrienden, kerk en collega's. Zij die jou mee
maken en zien hoe je met hun en anderen en jezelf omgaat.
Dat vraagt toewijding
naar God en elkaar, waarbij je van elkaar op aan kan. Dat is ook wat het
leger van Saul, Israël had. Zij waren toegewijd aan hun land, koning en God.
Hun vijanden waren vijanden van hun land, koning en God. Daarom dat de
Heer altijd hen door zijn dienstknecht Samuel instructies wilde geven,
zoals nu de Heilige Geest ons aanwijzingen wil geven. Nu in het volgende
verhaal blijkt dat anders te gaan.
1 Samuel 14 : 24, 30-31
Israël o.l.v. koning Saul
streden tegen de vijanden die rondom hen waren. Daarvoor had de Heer Zijn
Woord, de profeet en een sterke leider gegeven om dit te doen. Zolang ze verbonden
bleven met de Heer en Hij hen instructie bij monde van Samuel kon geven, hadden
ze de volle overwinning.
Nu in het dit gedeelte
hadden ze net een overwinning gehad op hun vijanden en wilde koning Saul tijd besparen door op te leggen dat ze door
moesten trekken om hun vijanden te verslaan.
Daarvoor sprak hij uit, dat ze zouden zweren
niet te eten totdat de vijand verslagen en verjaagd was. Op zich een mooi streven. Je zou kunnen zeggen, dat hij
het doel voor ogen had om als een
goed koning voor zijn volk te zorgen en met medewerking van zijn soldaten de veiligheid en de overwinning te
garanderen.
De soldaten waren getrainde
en dappere mannen, die instaat waren om hun werk goed te doen. Daarvoor
waren ze toegerust met de juiste wapens, in de juiste eenheden en hadden
de juiste mentaliteit. Daarnaast waren ze gelovige Joden die niet alleen
op hun gegeven kracht en vaardigheden vertrouwden, maar ook wisten dat God
hun leven beschermde als ze leefden naar Zijn richtlijnen. Je zou kunnen zeggen
een beeld van de hedendaagse gelovige, die Koning Jezus dient.
Eén van die afleidingen / strijd zien we beschreven in
1 Samuel 14 : 24 – 31 De koning wil dat ze na de strijd die ze
hebben gehad met overwinning, dat het leger doorgaat zonder eten,
omdat hij de vijand voorgoed wil verslaan en laten zien dat hij de baas
is in Israël.
Helaas gaat hij voorbij
aan de behoefte van zijn volk. Ze hadden zich gegeven en nu moesten dat opnieuw
doen, zonder eten en zich opnieuw voor te bereiden op de strijd. We lezen dat
koning Saul veel van het volk vergt en dat ze met een lege maag,
honger, verder moeten gaan. Het woord van de koning had plaats gemaakt voor angst
in hun hart om daar van af te wijken. Hij was een man gekozen door God en
had de hoogste gezag in het land. Maar het gevolg was, dat ze hard hun best
deden om de stijd te voeren, zij onvoldoende kracht hadden. Ze
hadden met al hun inzet maar een klein stukje terug veroverd op hun
vijand. En ze waren helemaal op.
Ook lezen we dit keer niet hoe God in de strijd wordt gekend.
Geen onbekend menselijk trekje. Je hebt succes, je wilt het vasthouden en gaat door totdat je nog
meer succes hebt. Het gevaar is dat
je bij goed gevolg denkt, dat jij het allemaal voor elkaar hebt en dus God minder
in je leven lijkt nodig te hebben. Of dat je er vanuit gaat dat God wel zegent
als wij hard voor hem werken. Maar Hij verlangt ernaar om gekend
te worden in ons leven en de dingen die wij doen. Daarvoor hebben wij als
gelovigen van het Nieuwe Testament niet alleen het Woord van God, maar ook de kracht en de
leiding van de Heilige Geest.
Hoe meer wij zelf alles doen, hoe meer we de Heilige Geest aan de kant zetten en minder vanuit het
Woord van God leven. We merken dat drukte
één van de tactieken van de boze is
om ons bezig te houden. Én ons af te
zwakken van ons gebed en het lezen van Gods woord. Steeds weer moeten we
door en komen we tijd te kort om
alles te doen wat er moet gebeuren. Gevaar is dat dit een patroon / gewoonte in ons leven wordt, waarbij we
eerst kiezen wat het sterkst naar
ons toekomt en onze aandacht vraagt.
We vinden het moeilijk om weerstand
te bieden en God eerst te zoeken en Hem te kennen in de keuzes en
dingen die wij doen.
Leven van Overvloed
De
andere kant is, zoals we die lezen in Marcus 8 : 1 – 9 Jezus geeft 3
dagen onderwijs aan het volk, geneest, en bevrijd mensen. De honger
naar de woorden van Jezus was zo groot dat zij niet weggingen om eten te
halen, maar daar bleven. Ze waren geboeid door de boodschap van het
Koninkrijk van God. Hier zagen ze dat de Woorden van God ook kracht
hadden in hun leven. Je zou met de 2 Emmaüsgangers kunnen zeggen, dat
het hart van deze mensen brandde van verlangen, door het vuur van
de Geest, die hen aanraakt en de ogen opende voor Gods Waarheid
naar een nieuw verbond en een nieuwe tijd toe, waartoe Jezus als
de Messias was gekomen.
Het
is Jezus Zelf, die opmerkzaam is op wat de mensen nodig hadden aan eten
en dat sommigen nog ver moesten reizen om thuis te komen. Marcus 8 : 1-3
- In die dagen, toen er een heel grote
menigte bijeen was en zij niets te eten hadden, riep Jezus Zijn
discipelen bij Zich en zei tegen hen: 2 Ik ben innerlijk met ontferming bewogen
over de menigte, want zij blijven al drie dagen bij Mij en hebben niets wat zij
kunnen eten. 3 En als Ik hen nuchter naar hun huis stuur, zullen zij onderweg
bezwijken, want sommigen van hen komen van ver.
Dit gedeelte laat zien,
dat de Heer betrokken is bij het
gewone leven van de mensen. Hij heeft er oog voor dat ze moeten eten. Niet
alleen Geestelijk eten, maar ook voedsel
voor het lichaam. In het Oude Testament lezen we de voorschriften
voor het eten. En Jezus verbind in Mattheus 6 dat de Vader weet dat we kleren en eten nodig hebben en ons daarover geen zorgen hoeven te hebben en het
zoeken van Gods Koninkrijk. Hij laat
de Goddelijke volgorde zien in ons leven. God
eerst met de belofte dat Hij voor ons zorgt.
Zorgen maakt
dat we eerst het bij ons zelf zoeken
en anderen. Daarvoor hard aan de slag gaan om de angst om niets te hebben of er naast
te grijpen te voorkomen. Bij de
wonderbare spijziging zien we dat Jezus Zijn tijd met de mensen afsluit door samen te eten. En er is overvloed, genoeg nog om van uit te delen en mogelijk ook voor de
reizigers onderweg mee te nemen.
Want ook daar wil God bij ons zijn. Als we onderweg gaan met het Woord van God,
wil Hij ons bijstaan, leiding en kracht geven
door de Heilige Geest. We hoeven het
niet alleen op te knappen, maar
vertrouwen dat God erbij is ook als
we moeilijke dingen mee maken en voor uitdagingen
staan.
Daarnaast zien we dat
Jezus hier en net als in Mattheus 9,
waar Hij zegt te bidden voor arbeiders,
betrekt Hij Zijn discipelen. Hij deelt daar zijn hart, omdat hij net als in Marcus 8 zien dat hij met ontferming bewogen is over de mensen. Wij bidden vaak dat God, maar moet zorgen dat het voor elkaar komt.
En zeggen : Heer, wilt u ……. Terwijl God ernaar verlangt om het samen
met ons te doen. Hij ziet ons deel van de oplossing
en mogelijkheden om iets voor de ander te kunnen betekenen.
Dat
is ook in het hart van Jezus en Hij vraag zijn discipelen om hoeveel
broden en vissen er zijn. Marcus 8:5-7 - En Hij vroeg hun: Hoeveel broden hebt u? En
zij zeiden: Zeven. 6 En Hij gebood de menigte op de grond te gaan zitten. En
Hij nam de zeven broden en nadat Hij gedankt had, brak Hij ze en gaf ze aan
Zijn discipelen om ze hun voor te zetten; en zij zetten ze de menigte
voor. 7 En zij hadden enkele visjes; en toen Hij ze
gezegend had,
zei Hij dat zij ook die moesten voorzetten.
Onze broden
zijn mogelijk, dat wat het Woord en Gods
Geest in ons leven heeft gedaan. Als eerste zoals Romeinen
8:16 - De
Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn. Wij weten door het geloof in de Here Jezus dat wij een kind van God zijn. Als mens
hebben wij talenten gekregen. Dat is
ons lichaam, onze tijd, en alle materiele spullen die we mogen beheren als rentmeesters. Hiermee kunnen we God de eer geven, door er goed en zorgvuldig
mee om te gaan. Maar ook naar het voorbeeld van Jezus ons in te zetten voor anderen.
De vissen
zijn mogelijk onze woorden en houding kunnen
mensen bemoedigen en helpen om de
dag positief door te komen. Onze betrokkenheid bij anderen laat zien dat
we iemand zijn die naar het karakter
van God ook goed wil doen naar anderen. Zij zien hoe wij reageren, praten en doen. Hierin kunnen ze de liefde van
God zien en proeven. Niet om ons te bewijzen tegenover God en mensen dat we een goed Christen willen
zijn, maar juist verlangen we ernaar om er handen
en voeten aan te geven die ander te dienen.
Jezus kwam om te dienen en
niet om gediend te worden. Dat
betekende niet dat Hij iedereen en alles maar diende om te bewijzen dat Hij van God gezonden was. Maar wees op God
de Vader als bron. Hij liet zien dat
ze God in hun leven nodig hebben.
Dat is ook ons getuigenis. God doet
door Zijn Woord en Geest het werk en wij mogen met Hem meewerken, door gewoon onszelf te zijn als kind van God. Net zoals de discipelen, die hand en spandiensten
deden.
Daarbij
hebben we talenten, ieder naar ons geloof en draagkracht.
Romeinen 12: 3
geeft daartoe duidelijkheid -
Want
door de genade die mij gegeven is, zeg ik ieder onder u niet
hoger te denken, dan hij moet denken, maar laat hij denken in bescheidenheid,
naar de mate van geloof, zoals God, die aan ieder heeft toebedeeld. Deze tekst laat zien, dat we hiermee voorkomen,
dat we doorslaan en het allemaal zelf proberen te doen. Wij volgen Jezus en
Hij is de Goede Herder. Als Herder wil Hij tot ons
spreken. Dat is
ook de belofte in
Johannes 10 dat wij als Zijn schapen luisteren naar Zijn
stem.
Sommige
stemmen rondom ons willen ons intimideren en afleiden. Moe maken en uitputten.
Daarom dat Jezus spreekt in Mattheus
11:28-30 - “Kom tot Mij”. Dat
is als een APK voor ons leven om staande te blijven en te blijven
gaan. Een open uitnodiging om jouw last, zorgen en problemen aan Zijn
voeten te leggen.