zondag 21 april 2013

De mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.



Lucas 19:1-10 NBV



Vers 10 : De mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.
Wanneer we lezen in vers 1 dat Jezus naar Jericho ging en door de stad trok. Dan kunnen we uit vers opmaken dat hij heel bewust naar deze grote plaats is gegaan. In vers 10 lezen we : De mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was. Een uitspraak die algemeen kan zijn, dat de missie die Jezus vanuit Gods verlangen naar verzoening met de mens uitvoerde. En daarnaast ook dat Hij specifiek naar deze stad is gegaan met een doel.



Deze stad staat bekent door de Bijbelse geschiedenis heen. Van deze stad sprak de Heer tegen Mozes. Jozua zijn opvolger kreeg veelvuldig met deze stad te maken. Het was de eerste grote plaats die zij gingen verslaan en als voorbeeld daarna diende hoe de Heer hen de overwinning zou geven in het beloofde land. Deze stad heeft in zich Rachab die met haar familie behouden wordt van de vernietiging van elke inwoner toen het volk Israël binnen waren gekomen. Zij komt in de geslachtslijn van de Messias, wat we kunnen lezen in Mattheus 1:5 – 15 en Salmon verwekte Boaz bij Rachab, Boaz verwekte Obed bij Ruth, Obed verwekte Isaï, Isaï verwekte David, de koning………15 Eliud verwekte Eleazar, Eleazar verwekte Mattan, Mattan verwekte Jakob, 16 Jakob verwekte Jozef, de man van Maria. Bij haar werd Jezus verwekt, die Christus genoemd wordt. Aan haar, Rachab en de haren werd redding geboden in het tijdelijk leven, maar in lijn met Gods plan voor Israël had Hij haar op het oog.

Daarna komt de naam van de stad Jericho steeds terug in het Oude Testament. De Benjamenieten kregen o.a. deze stad als deel van hun plaats in het beloofde land. Daarvoor was nodig dat er een flinke slag geleverd moest worden om hen de ruimte te geven om er te kunnen wonen. Want toen Mozes nog met het volk in de woestijn rond liep, waren hier de vijanden, Ammorieten en Ammonieten die hen niet toelieten door hun gebied te gaan. Zij wilden hen niet op hun grondgebied hebben. Daarmee werden en waren zij vijanden van God.

De bestemming van deze stad werd omgekeerd. In plaats dat het een deel was van een onbereikbaar gebied en daarin een belangrijke plaats innam, werd het een plaats dat onderdeel uitmaakte van wat God voor ogen had voor Zijn volk om daar in te gaan wonen en Hem er te dienen.

Wanneer de Here Jezus Zijn discipelen uitzend en spreekt over waar Hij de boodschap van het Koninkrijk van God brengt, heeft Hij het over de verloren schapen van het huis van Israël. Dat was zijn eerste opdracht om daar het Evangelie te brengen. Vanuit hier zou het verder gaan lezen we in Handelingen 1:8 wanneer er gesproken wordt: Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.’
Je zou kunnen zeggen dat wat Jezus en de discipelen eerst deden, was een basis om na Pasen, de opstanding uit de dood, hemelvaart en de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren, te gaan naar de omliggende volken en een weg te banen door verder te gaan dat alle naties en talen gaan horen over het geweldige nieuws dat Jezus de Messias is en dat de weg om tot God te komen door Hem is, zoals Hij dat Zelf ook noemde in Johannes 14:6 - Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij. 



Deze Jezus komt Zacheus tegen in de stad Jericho. Een mens die bekent stond vanwege zijn malafide praktijken. Een mens die zijn hart er op had gezet om winst te maken uit hetgeen hij voor zijn baas, de Romeinse overheid deed. Hij haalde voordeel uit het feit dat mensen moesten betalen en hij daar nog eens extra druk op zette. Daarmee maakte hij bepaald geen vrienden en stond hij door zijn doen en levenswijze buiten de kring, waar hij toe behoorde. Hij was een jood en behoorde tot het volk van God. Door zijn strijdige manier van leven, kwam zijn naam in de samenleven zeer in opspraak. 

Bij de mensen had deze man afgedaan. Hij kon gezien wat hij deed niet een zoon van Abraham zijn. Hij was een verkeerd voorbeeld en moest als de pest gemeden worden. Hij stond voor het verkeerde en deed en was verkeerd in de ogen van de mensen. Hij was afgedaan voor de meeste mensen. Zijn vrienden / collega’s zaten in hetzelfde vak. Hij had een gezin / familie waar hij behoorde en waar hij voor zorgde. Die zorg was goed, maar de manier waarop was verkeerd en in strijd met de wetten en geboden die God aan Mozes had gegeven.

Daarom…. … Daarom!!! Moest de messias die dag door Jericho trekken. Net als de stad had het leven van Zacheus niet de juiste bestemming. Romeinen 6:23 zegt :  Het loon van de zonde is de dood, maar het geschenk van God is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer.  Net als Rachab had Zacheus een levenswijze die niet in overeenstemming was. Toch ziet God hem en wil hem brengen in de lijn van het werk van de messias. Dankzij Rachab kon over de eeuwen heen ook de Messias bij Zacheus langs komen. Rachab bood in het verhaal in het boek Jozua onderdak aan de bespieders en daardoor kwam er redding voor haar en haar hele familie, zoals we dat lezen in Jozua 6:25.



Als we lezen met de ogen van deze achtergrond wat er plaats vond op het moment dat Jezus onder de boom staat, dan maakt het verhaal nog dieper en indringender. De man die Jezus nog nooit had ontmoet en verlangde Hem te zien, kon dit niet openbaar doen door gewoon naar hem toe te gaan. Hij had ook zijn lengte tegen. Hij werd gezien dat hij kort van stuk was, gemakkelijk buitengesloten. De grotere en sterkere mensen dachten voorrang te hebben, mede omdat ze niet waren als hij. In de gelijkenis van de zondaar en de priester, zien we dat God kijkt naar het hart en manier waarop we tot God naderen. Is het vanuit ootmoed of hoogmoed. Vernederen we ons zelf voor Hem of denken we dat we het hebben? 

Hier was een man die met zijn hart verlangde te doen wat God van hem vroeg, maar een levenswijze had die niet daarmee overeenkwam. Daar had Hij de Verlosser, bevrijder, Messias nodig. En toen Jezus onder de boom stond, zei Hij net als bij Nathanael, een van zijn discipelen de naam van Zacheus. God kent en ziet ons en weet onze naam. Wij kunnen Gods naam ook kennen, maar hebben net als Rachab, Nathanael en Zacheus nodig dat de verlossing van God ons wordt gegeven. En niet alleen wij maar ook onze gezinnen en families heeft hij op het oog.

De buitenwereld zal niet altijd begrijpen waar wij mee bezig zijn vanuit ons geloof in de Here Jezus. Misschien dat zij willen dat we het geloof vaarwel zeggen, net als Rachab bedreigd werd om de mannen, de bespieders, uit te leveren, wat zij niet heeft gedaan. God heeft haar genade gegeven om dit zo te doen en heeft redding en verzoening gegeven aan haar en haar familie. Op deze wijze kwam er ook inkeer bij Zacheus en kan niet langer doorgaan met zijn malafide praktijken van afpersen en achteroverdrukken van belasting geld van de Romeinse overheid en zijn landgenoten. Hij kwam tot het inzicht dat hij hier in alles recht moest zetten.

In onze ontmoeting met God kan het zijn dat we merken dat het Woord, de Heilige Geest ons aanspreekt  en overtuigd van zaken die niet recht staan voor God. Als we daaraan gehoor geven, zal dat ook een effect kunnen hebben op de mensen die ons zijn toevertrouwd als familie, werk, buren, dorp- en stadsgenoten. Zij zien door onze levenswijze en manier van doen dat wij geloven in de boodschap van het Koninkrijk van God.



Wij zijn niet beter, maar kunnen als vergelijkbare mensen als spiegels gebruikt worden, waardoor anderen de weg naar God en Zijn verlossing en verzoening vinden door het volbrachte werk van Jezus Christus aan het kruis op Golgotha. We zijn al een zaad dat niet op zichzelf kunnen blijven, maar een bestemming / een doel van God hebben in deze wereld om als een zoutend zout en een lichtend licht te zijn. Want de boodschap van het Evangelie van Jezus Christus is nog steeds actueel.

1 Timotheus 2 : 1 – 6 de woorden van Paulus aan Timotheus en door de eeuwen heen tot ons : Allereerst vraag ik dat er voor alle mensen gebeden wordt, dat er smeekbeden, voorbeden en dankgebeden voor hen worden uitgesproken. Bid voor alle koningen en gezagsdragers, opdat we rustig en ongestoord kunnen leven, in alle vroomheid en waardigheid. Dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze redder, die wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen. Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen, als het getuigenis voor de vastgestelde tijd. 

Dit is het hart van de Goede Herder, het hart van God de Vader en de Zoon. Dat is het hart en verlangen wat God door geloof in ons wil geven om uit te reiken naar mensen om ons heen en zij deel mogen krijgen aan de Goede Boodschap.

zondag 7 april 2013

Psalm 12


Psalm 12:2 Breng verlossing, HEERE, want  *goedertieren mensen zijn er niet meer,  onder de mensenkinderen zijn er nog maar weinig trouw. Dit vers gelezen in Jesaja 57:1,2 NBV
1  De rechtvaardige gaat te gronde en niemand bekommert zich erom;  ook trouwe mensen sterven, maar niemand ziet in dat de rechtvaardige sterft doordat er onrecht heerst.

Schetst een beeld van een maatschappij dat recht is niet meer recht. Als iemand goed leeft en rechtvaardig handelt dan gaan mensen er aan voorbij. Als er iemand komt met een grote mond, neemt deze de plaats in van degene die trouw zijn werk doet / leeft. Mensen lijken geen waarde te hechten aan kwaliteiten, waarbij integer wordt gehandeld en zorgvuldig omgaan met andere mensen.


Ook lijkt het dat als mensen steeds meer zonder God leven. En God uitsluiten van het dagelijks leven, dat dit de normaalste zaak is van de wereld. Mensen leven al zoveel eeuwen zonder God, dus wat maakt het verschil dat een klein groepje gelovigen ook weggaat. Hun invloed is te verwaarlozen. Het wordt niet meer opgemerkt. Toch spreekt Jezus in de Bergrede tegen Zijn dispcipelen om te zijn als het Zout en Licht van deze wereld. Dat zout en licht moeten wel zijn functie uitoefenen.

De eigenschappen van zout zijn : Smaak makend, verderf werend, verschil makend.
Smaakmakend wordt ook wel verwoord in  Kolossensen 4:5 en 6  met de woorden  "Wandel met wijsheid bij hen die buiten zijn,  en buit de geschikte tijd uit. 6   Laat uw woord altijd aangenaam zijn, met zout smakelijk gemaakt, opdat u weet hoe u iedereen moet antwoorden."
Instructies van Paulus zijn duidelijk als hij vraagt om gebed voor het werk wat hij doet om het Evangelie overal te verkondigen, dat hij ook naar de gelovigen spreekt om zelf met gepaste woorden te spreken met mensen die niet geloven. Waarom?

Efeze 4:20 zegt : Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen. Hier spreekt Paulus van een tegenstelling. Hij spreekt de gelovigen aan om een verschil te maken tussen mensen, die volgens Efeze 4:17 zonder God leven en zonder de zingeving van het geloof leven. En hun kijk op het leven op deze wereld is nog bedekt en hebben geen kennis van wat het leven met God inhoud en hun hart is verhard. Daardoor zegt Paulus zijn ze ongevoelig voor het geloof in de Here Jezus. Zij bezig met hun eigen zaken en kennen daarin niet de grenzen die God heeft aangegeven vanuit Zijn Woord en Geest. 

Te midden daarvan zijn wij het zout en hebben invloed op mensen door de manier waarop wij spreken, keuzes maken en leven. Niet van de wereld maar wel er midden in leven wij. Wij zijn door het geloof in de Here Jezus gerechtvaardigd volgens Romeinen 5:1 - "Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus"  Als ge- rechtvaardigde mogen wij leven naar de richtlijnen die God in ons leven, hart en door Zijn Woord en Geest tot ons spreekt. Zijn liefde is in ons hart uitgestort. Daarbij hebben we liefde voor God, Zijn Woord en Zijn schepping, waaronder onze medemens gekregen. Die liefde kent de wereld niet.

Als zout zijn kracht verliest, waarmee zal dan nog zaken op orde gemaakt worden naar Gods wil? Jezus zegt in Mattheus 5 : 13 - Want als zout zijn kracht verlies dan dient het nergens meer  voor, dan alleen om weg te worden geworpen. Als dat zout, de gelovigen, het gedrag en de houding aanneemt van de omgeving en niet meer als zout smaak aanbrengt en het verschil maakt, dan wordt alles vlak en uitgebannen wat maar Christelijk is. Daarom : Mattheus 5:16  - "Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken."
God heeft een plan met ons leven dat wij leven tot eer van Zijn Naam. En dat is geen eenvoudige opgaven wanneer we verder lezen in Psalm 12.

Psalm 12 vers 2  - 5 Spreekt van een roep /  gebed naar de Heer :
Breng verlossing. Er wordt gehandeld en gesproken op een manier die niet in overeenstemming is met wat God in Zijn Woord heeft geschreven en wat naar Zijn wil is. Het doet ons pijn omdat de liefde in ons hart tot U maakt dat wij geen deel willen hebben aan:
·    ontrouw - vers 2 er zijn nog maar weinig trouw.
·    leugens - vers 3 valse dingen spreek men tot elkaar. Er gelogen en bedrogen en dat lijkt algemeen geaccepteerd. Het lijkt er op zoals de Here Jezus het Zelf zegt dat zij een andere vader hebben: de vader van alle leugens.
·    Psalm 86: 11 zegt :  "Leer mij, HEERE, Uw weg, ik zal in Uw waarheid wandelen, maak mijn hart één om Uw Naam te vrezen." Dat is het hart van een kind van God, zoals David in deze Psalm / gebed verwoord. Er staat bovenaan de Psalm dat het een gebed is. Is het ook ons gebed om in de waarheid van God te wandelen.

Zalig de reinen van hart, want zij zullen God zien. Is dat ook ons verlangen dat God wordt gezien in onze omgeving door ons leven heen. Niet een vorm die we aannemen, maar een leven dat is overgegeven aan God. Zoals we vorige week in de week van Goede Vrijdag en Pasen met elkaar hebben overdacht. Jezus in het hof van Gethsemane zei : Niet Mijn wil, maar Uw wil geschiede.
Daar past de grote mond zoals Psalm 12 : 5 beschrijft niet in, waarin de mens geen rekening houdt met God en zijn eigen weg wil gaan. Dat is de weg die geopend werd nadat adam en eva van de boom van goed en kwaad hadden gegeten. De weg die zonde toelaat in het leven en schuld en schaamt, dood, oordeel en verdeeldheid zijn intrede deed.



 Divide et impera is een Latijnse spreuk die wordt toegeschreven aan Philippus II van Macedonië (382 v.Chr.-336 v.Chr.). De vertaling van deze spreuk is: Verdeel en heers. Philippus zou deze tactiek van verdeel en heers hebben toegepast tegen de Griekse stadstaten. De tactiek houdt in dat de ene concurrent meer rechten krijgt dan de andere concurrent. Hierdoor zal er nooit een vriendschap ontstaan tussen hen beiden en kan de derde, die de tactiek gebruikt, niet verwachten dat de eerste twee samen tegen de derde optreden.
Dus ieder blijft op zichzelf en wordt daardoor niet krachtig genoeg om het kwaad tegen te gaan.
Een tactiek die al zo oud is sinds de zondeval. Mensen komen op zichzelf te staan en hebben geen hulp voor hun leven en situatie.

 In Jesaja 63:5 lezen we ;  Ik keek rond, maar er was niemand die hielp; Ik ontzette Mij, want er was niemand die ondersteunde. Daarom heeft Mijn arm Mij heil verschaft, en Mijn grimmigheid, die heeft Mij ondersteund. NBV
Er is een situatie dat er onrecht wordt  gedaan en de Heer uitziet naar mensen die namens Hem opstaan voor deze onderdrukten opkomt. Tot Zijn ontzetting merkt Hij dat er niemand is die er wat aandoet en God zoekt en opkomt voor deze mensen. Je zou kunnen zeggen dat God niet zo zeer ontzet was over het feit dat er onrecht gebeurde, maar dat er geen rechtvaardige in beweging kwam om het goed voor hen te zoeken en te doen vanuit het ontzag voor de Heer.

Dat beeld lijkt ook wel op deze tijd waarbij er veel onrecht is en er nog maar weinig mensen vanuit hun ontzag voor God opstaan en hun stem laten horen. In de eerst plaats hun stem in de Hoge laten horen en van daaruit ook in hun omgeving en op plaatsen waar dat nodig is.

6  (12:7) De woorden van de HEERE zijn reine woorden,   als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes,  gezuiverd zevenmaal.
**7  (12:8) Ú, HEERE, zult hen bewaren, U zult hen beschermen tegen dit geslacht, voor eeuwig.

Het geweldige van  het Woord van God is dat het onbesmet en zuiver is. Als God iets zegt, dan is dat betrouwbaar en rechtvaardig. Veelal zeggen mensen woorden en wordt vaak iets achter gezocht of hebben woorden een andere betekenis dan wij kennen. Het lijkt dat mensen met elkaar over hetzelfde praten, maar dat ze er een andere betekenis aan geven.  Dat heeft te maken met de bron waaruit een mens leeft.

 Is het een bron van gewin en mensen gebruiken om winst te verkrijgen, dan worden mensen door hun vriendelijkheid en doen en laten gebruikt voor hun eigen doel.
Is de bron leugen, dan lijken woorden wel mooi, maar de bedoeling is niet ten goede van de toehoorder.  Door slinkse manieren proberen mensen elkaar te beliegen en bedriegen, zonder dat een ander daar iets over kan zeggen.

God kent het hart van een mens. De mens  komt of tot het Licht en mag en kan door God gezien worden. Of het probeert zaken te verbergen die het daglicht niet kunnen verdragen. Jezus spreekt hierover in Johannes 3. Willen wij uit het geloof in de Here Jezus leven met de zekerheid van de belofte die Hij doet dat we eeuwig leven ontvangen of gaan we onze eigen weg zonder God in ons leven te betrekken?

Leven en dood zijn in de macht van de tong : zegt het Woord van God. Wat spreken wij als we in gesprek zijn met elkaar en anderen. Wat zeggen we in het verborgene, zonder dat iemand het hoort en weet. Het mooie wat Jezus zegt over bidden en in je binnenkamer gaan is dat God in het verborgene ziet en je daarvoor beloont. Je mag weten dat God ziet en weet als je Hem zoekt. Het is een geweldige kracht die we als kind van God hebben om te bidden en te weten dat er een God is die onze gebeden hoort en dat Hij een verhoorder is van gebeden. Wat Jezus ook zegt : Wat je ook bidt in Mijn naam het zal je geworden.

Daarbij denken we zeker aan wat in Gods woord staat: Wie mogen op de berg van de Heer komen. Degene die rein van hart en handen zijn. Jezus zegt : Zalig de reinen van hart, want zij zullen God zien. Is niet onze verlangen dat we God zien in ons leven, onze kerk, onze familie, onze maatschappij. Dat het Woord van God weer gehoord wordt en mensen weer gaan luisteren naar dit Woord?

Daarom wil ik afsluiten met woorden van Psalm 1 
1 Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit, 2 maar vreugde vindt in de wet van de HEER en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht. 3 Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei. 4 Zo niet de wettelozen! Zij zijn als kaf dat verwaait in de wind. 5 Wettelozen houden niet stand waar recht heerst, zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen. 6 De HEER beschermt de weg van de rechtvaardigen, de weg van de wettelozen loopt dood.



Deze woorden lezend in de context van Psalm 12 is een uitnodiging om dicht bij God te wandelen en ons leven aan Hem toe te vertrouwen. En dan mogen we weten dat de strekking van Zijn Woord ook hier is dat Hij ons leven wil zegenen. En door ons heen anderen. Er staat: Alles wat hij doet komt tot bloei. Een beeld van de de lente. Een beeld van nieuw leven. Een beeld dat het licht van God na de winter doorbreekt in het leven van een mens. Zodat er hoop is en vreugde. God houdt van ons mensen en wil daarom ons vanuit Zijn richtlijnen / wet beschermen, zodat we leven in en naar Zijn wil op deze wereld als een zoutend zout en lichtend licht.  


woensdag 3 april 2013

Goede Vrijdag


Psalm 22 : 1 – 8

In deze Psalm zijn er verschillende momenten dat voor ons heel herkenbaar zijn rondom Goede Vrijdag. De hele Psalm heeft verzen die wij als gelovigen onder het Nieuwe Verbond door de lijdensweg en het offer van de Here Jezus kennen.



Vers 2 Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten.
Vers 8a Allen die mij zien, bespotten mij
Ver 9a Hij heeft zijn zaak aan de Heere toevertrouwd – laat Die Hem bevrijden!
Vers 17c zij hebben mijn handen en mijn voeten doorboord. Wij weten en hebben ook voor ons zelf gelezen dat de Here Jezus met spijkers / nagels is doorboord en gehangen aan het kruis.
Ver 19 Zij verdelen mijn kleding onder elkaar en werpen het lot om mijn gewaad. De soldaten dobbelen onder aan het kruis om kleed van de Here Jezus. Aan hen gaat voorbij wat er boven hun hoofden gebeurt.

Te midden van het feest van de ongezuurde broden en het komende Pascha, vind er een wereld veranderd en levensveranderde gebeurtenis plaats in de wereldgeschiedenis. De wereld staat op een kruispunt van de overgang van het Oud Testament naar een nieuwe verbondsluiting van God met de mens.
De mensen aan de voet van het kruis en de schedelplaats, Golgotha, waren getuige hiervan.  Ogenschijnlijk was er een man tussen 2 misdadigers genageld, die als beschuldiging had dat hij de Koning van de Joden was. Een beschuldiging die de Joden absoluut niet begrepen en accepteerden. Hij was niet hun koning. Hij was iemand die Zich de Zoon van God noemde. Hij was Degene die zich vergeleek met God, toen Hij zei: Als je mij hebt gezien, heb je de Vader gezien. Dat was regelrechte Gods lastering voor een mens die Zich verheft boven alle anderen. Deze mens moest volgens de geestelijke leiders daarom ook gekruisigd worden.
 Maar wie was deze man? Een vraag die velen om Jezus heen bezig heeft gehouden. De vraag die Jezus ook aan Zijn discipelen stelt: Wie zeggen de mensen Wie Ik ben. Johannes de Doper, Elia was het antwoord. Er werden vele vragen aan Jezus gesteld over de bevoegdheid die Hij had om zo te mogen spreken en onderwijs te geven. De mensen en met name de leiders hadden vragen over Wie Jezus was. Daarom ook dat Nicodemus in de nacht tot Jezus kwam om hem vragen te stellen. Hoe kan een man van eenvoudige afkomst zulke wonderen doen en dingen leren die wij met elkaar niet begrijpen. Jezus vertelde over de verlossing die een mens nodig heeft van de zonde om tot God te kunnen komen.
Petrus had te midden van al deze vragen het antwoord, wat door de eeuwen heen steeds weer opnieuw vertelt wordt over Wie Jezus is.  Mattheus 16:16 U bent de Christus, de Zoon van de levende God. Op dat moment was de tijd nog niet rijp dat noch Jezus noch zijn discipelen of toehoorders dit zouden gaan belijden.  Jezus legt daarna uit dat Hij veel zou moeten lijden vanwege   de oudsten en de overpriesters en de schriftgeleerden.



Nu op Goede Vrijdag heeft de naam van Jezus voor ons gelovigen een heel andere klank. Samen met Petrus kunnen wij belijden : U bent de Christus, de Zoon van de Levende God.  Dat konden de discipelen, de mensen die Hem volgden, de leiders van het volk en de Romeinse overheid op dat moment  niet zeggen.

Dat zien we in de Evangelieën hoe Jezus wordt bespot, mishandeld  wordt door iedereen. Aan het kruis roepen de leiders : Hij komt om anderen te redden, maar zichzelf kan Hij zich niet redden van het kruis. Voor hen was Jezus een mens als ieder ander met een verkeerd ideaal en verkeerde geloofspunten.  Hadden ze maar beter geluisterd naar wat Johannes de Doper over hem zei: Zie het lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt. Hij was de voorbode van Jezus geweest om de mensen voor te bereiden om Hem als Messias en Verlosser te ontmoeten.

Dat is ook wat Jezus zelf noemt als hij in gesprek is met Nicodemus.  Johannes 3:17  Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden.
Waarom? Jezus begreep dat het de liefde van God de Vader was, die Hem er toe bracht om deze lijdensweg te gaan. Johannes 3:16 zegt : “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn enig geboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die gelooft eeuwig leven heeft en niet verloren gaat.”

Dat vertaalt Paulus ook in de brief aan de Filipenzen 2:5-11
Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, 6  Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, 7  maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. 8  En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood.

Jezus is in gehoorzaamheid aan de Vader en geworden als een lam dat zijn mond niet open deed. Hij werd beschuldigd, gegeseld, geslagen, bespot, bespuwd. Dat heeft Hij laten gebeuren, nadat Hij in het hof van Getsemanee zei tegen God de Vader: Niet mijn wil, maar Uw wil geschiedde.  De wet van het Koninkrijk van God is dat er voor zonde en schuld bloed moest vloeien van een offer dat plaatsvervangend de schuld op zich kreeg. Zodat er vergeving kon komen. In I Johannes 1: 9 lezen we ; Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.



Laten we opnieuws stilstaan bij de woorden uit Psalm 22 en deze op ons in laten werken:
(22:2) Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten,
 ……… Een uitroep dat ieder die daar was heeft moeten horen. Eli, Eli, lama sabachtani. Een uitroep omdat hier pijnlijk duidelijk is dat Jezus de zonde van de mens op zich had genomen. De zonde die volgens Jesaja 59: 2 scheiding brengt tussen God en de mens. Hier tussen God de Vader en de mensenzoon, omdat dit de weg was van het Lam van God, Die daar in onze plaats gaat sterven.

(22:3b) en ‘s nachts, maar ik vind geen stilte.
……….. Voordat alles plaats gaat Jezus in het hof van Getsemane in gebed en zoekt ernstig Gods aangezicht. Er is een hevige strijd die Jezus voert, waarbij Hij zich overgeeft aan God de Vader. Zoals Lucas 22:42 beschrijft:  Vader, indien Gij wilt, neem deze beker van Mij weg; doch niet mijn wil, maar de uwe geschiede! 

een smaad van mensen en veracht door het volk.
7  (22:8) Allen die mij zien, bespotten mij;
…………….
Is dat niet de beschrijving die wij ook Jesaja 53 en in de Evangelieën. De weg die Hij moest gaan, een weg van smaad, hoon en bespotting is, waarbij hij vals is beschuldigd. Op gezet door de leiders om te roepen dat Hij gekruizigd moest worden.

8  (22:9) Hij heeft zijn zaak aan de HEERE toevertrouwd-laat Die hem bevrijden!
…………….
Deze zelfde leiders staan naar Jezus te kijken, terwijl hij daar genageld is aan het kruis en zeggen : Zij zeiden: Anderen heeft Hij verlost, laat Hij nu Zichzelf verlossen als Hij de Christus is, de Uitverkorene van God. Dat lezen we in Lucas 23:35

Dat zijn dat woorden die vanuit de Psalm van David. Woorden als een profetische heen wijzing naar de lijdensweg van Messias, Jezus. Dat  woord geeft precies zo weer wat er vele jaren later zou plaatsvinden.
Bijzonder en ook indringend om te zien dat de weg die Jezus is gegaan, al door Gods dienstknechten is voorspeld.
Er was geen andere manier en weg om tot de verzoening te komen tussen God en de mens.

Wat is het resultaat van dit lijden en het offer dat Jezus heeft gebracht? Dat lezen we in verder in Filippenzen 2: 9 – 11
9  Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, 10  opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, 11  en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader.

Hier zien we wat wij overmorgen met 1e Paasdag met elkaar mogen belijden. Het spreekt van een levende Heer,
die is opgestaan. Hij heeft, zoals Jezus dat Zelf zegt in Mattheus 28: 18 Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. Een woord dat een antwoord is op het gebed wat Jezus ons leerde: Onze Vader, Die in de hemelen is, Uw Naam worde geheiligd, Uw koninkrijk kome en uw wil geschiede. Waar? In de hemel alzo ook op de aarde!

Dat maakt dat Goede Vrijdag, waarop Jezus werd terecht gesteld, gepijnigd, bespot, bespuwd en gekruisigd werd, niet het einde is van alles. En wij zonder verder vooruitzicht naar morgen en Pasen verder moeten gaan. Ook als we zelf geconfronteerd worden met de dood, dan mogen we weten dat de belofte dat in de ochtendglore bewaarheid werd op de derde dag , ook een belofte is die God aan ons kenbaar maakt. Zijn opstandigs kracht maakt dat de scheiding tussen God en de mens aan een einde is gekomen en  de dood niet meer het laatste woord heeft. God is niet een God van doden maar van levenden als er gesproken wordt over mannen Gods uit het Oude Testament.

Die Levende God heeft Zijn Zoon gegeven omdat wij zouden mogen ontvangen en doorgeven de genade en vergeving die God voor ons heeft. Zodat de nacht zal veranderen in de dag waar de opgestane Heer ons voorgaat.
Nu staan we stil bij Zijn lijdensweg, offer en dood. Dat is goed om door te laten dringen en beseffen, dat deze weg niet voor niets is geweest.



De graankorrel die sterft in de grond, is tot leven gekomen en draagt vrucht. Dat is het beeld wat Jezus ons gaf en wij ook na mogen volgen door ons leven elke dag opnieuw aan Hem toe te vertrouwen en met de geloofszekerheid om mogen uitzien naar een hoopvolle toekomst.