Tekst : Genesis 14 : 18 - 15 : 6
Dit gedeelte uit Genesis 14
sluit aan op de gebeurtenissen die Abram
heeft meegemaakt. We lezen we van de koningen die met elkaar en hun legers
tegen Sodom en Gommora optrekken. Daarbij nemen zij Lot de zoon van Abrams
broer mee, naast de vrouwen en het
(gewone) volk. Abram gaat hen bevrijden en terug brengen naar hun woonplaatsen.
Hierbij heeft hij de overwinning.
Prompt daarop komt
Melchizedek, de hogepriester. Een bijzondere ontmoeting waarbij Abram zich
toewijdt aan de Heer. Hij geeft van alles wat hij heeft tienden aan deze man.
Als we nalezen over wie Melchizedek is, zien we vanuit het Nieuwe Testament,
dat Jezus naar dezelfde ordening als Melchizedek hogepriester is. Hij is
voorafschaduwing van de Here Jezus Christus. Melchizedek zegent Abram met
bijzondere woorden:
Gezegend zij Abram door God, de
Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit! 20 En geloofd zij God, de
Allerhoogste, Die overgeleverd heeft uw tegenstanders in uw hand!
We
zien dat Abram uitreikt in een situatie van oorlog, onrusten, tegenstand en
doet naar het hart van God. Hij komt niet alleen op voor zijn familie, maar
heeft ook het welzijn van de rest van de gevangenen op het oog. Hij zorgt
ervoor dat wat geroofd is weer terug komt waar het hoort. Daarop ontmoet hij de
de Koning van Salem, die hem zegent voor wat hij heeft gedaan. Daar laat Abram
op zijn beurt het niet bij zitten en geeft van wat hij heeft, uit zijn eigen
bezit een deel om zich aan God toe te wijden. Wat hij heeft gedaan en bereikt
ziet hij als het ware vanuit het perspectief dat hij in afhankelijkheid van God
leeft.
Mattheus
5: 9 zegt : Zalig zijn de
vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden. Je zou kunnen zeggen, naast dat Jezus je
gelukkig prijst en je een vredestichter bent; Dat je met recht een kind van God
genoemd kan worden. Er wordt gehandeld en gedacht vanuit het hart van God.
Daarmee doen we de wil van God de Vader. Zijn karakter is dat hij uitreikt naar
de mens die in nood is, de mens die geen vrede kent, de mens die geen richting
kent in zijn leven.
De mens die door de boze is
overmeesterd. God komt tot de mens door de Koning van Vrede (Salem, shaloom),
de Vredevorst zoals beschreven staat in Jesaja
9 over Jezus Christus, Zijn Zoon en Onze Koning. Hij wordt in Openbaring
19 de Koning der Koningen en de Here der Heren genoemd die getrouw
en waarachtig is.
In de ontmoeting met deze
Koning, lezen we op verschillende plaatsen in het Nieuwe Testament dat mensen
tot overgave en toewijding komen naar God de Vader. Hun leven is na de
ontmoeting met Jezus niet meer dezelfde. Zij ontvangen vergeving, genezing,
reiniging, bevrijding en zelfs opstanding uit de dood. Hun leven is niet meer
van hun zelf maar van de Heer. Daarop komt Paulus ook met de woorden uit Kolosenzen 3 : 23 en 24
23 Wat gij ook doet, verricht uw werk van
harte, als voor de Here en niet voor mensen; 24 gij weet toch, dat gij van de Here tot
vergelding de erfenis zult ontvangen. Gij dient Christus als Heer.
Na
de zegen van Melchizedek komt er een ontmoeting met de koning van Sodom, die
een deel van de buit, rijkdommen toekent voor zijn daad om Lot, de vrouwen en
het (gewone) volk te bevrijden en terug te brengen naar hun woonplaats. Abram
die zijn toewijding heeft gemaakt naar de Heer toe weigert dit aanbod van de
Koning van Sodom. Hij ziet dat de overwinning uit Gods hand is ontvangen en dat
Hij zijn leven. En dat wat en wie hem toebehoren heeft ook in Gods hand gelegd.
Hij ziet het niet als persoonlijk bezit en verworvenheid.
Dat
is niet makkelijk om zo te leven. Door de strijd heen ontmoet hij als het ware
de Heer en wordt gezegend. Vanuit de zegen zien we dat hij staande blijft. Dat
is ook waarom Jezus zegt tegen zijn discipelen dat Hij voor hen bidt dat zij
hun geloof zullen behouden. Er zullen mensen, zaken en situaties op onze levensweg
komen, die de boze wil gebruiken om ons te verleiden. En te brengen naar een
afhankelijke positie in relatie tot mensen, geld en alles waar we op zouden
kunnen leunen als een eigen verdienste of in dienst van anderen, zonder God er
in te kennen en Hem daarvoor te erkennen.
Er
zijn vele uitdagingen die we als mens kennen. Eén van de belangrijkste is dat
als we iets goeds doen of wat we goed kunnen als een talent in ons leven. De
uitdaging is dan om dan op onze plaats te blijven in Christus en te zijn wie we
daarvoor waren. Er zijn weinig schouders die goed kunnen omgaan met succes.
Vanuit de politiek, de popwereld en zakenwereld weten we dat mensen die succes
hebben en aan de top komen van de maatschappij of een idool zijn voor velen, dit
als een enorme last of zwaarte kunnen ervaren in hun leven. Hierbij staan
verleidingen op allerlei gebied als
eerste in de rij om het succes te ondermijnen. Geld, drank, drugs, verslavingen
etc. De clichés van het verleden weten ook vandaag aan de dag hun slag te
slaan.
Hoeveel
mensen keren God de rug toe na een nederlaag, die ze in hun leven hebben
ondergaan. Een scheiding, een ziekte, overlijden, een ontslag, een rechtzaak
etc. Zaken waar het diep ingrijpt in een mensen leven. Waarbij relaties binnen
de familie en vriendenkring behoorlijk onderdruk komen te staan. Zeker als
mensen om je heen afhaken en daardoor zichtbaar wordt wie er overblijven van de
kring die dichtbij je staan. Teleurstelling, boosheid en pijn kunnen maken dat
we door het verdriet heen bitter worden en ons afkeren. Daardoor worden we
minder makkelijk open zijn voor het geloof. En kunnen we zelfs besluiten om God
uit ons leven te weren.
Daarom
is het belangrijk dat ons leven niet hangt aan één of meerdere successen die we
hebben behaalt op wat voor vlak dan ook. We zien het in de sportwereld. De ene
dag is iemand een held en de volgende dag moet deze ruimte maken voor een
ander. Of heeft de held / idool iets gedaan wat niet door de beugel kan en
wordt vanwege een schandaal uit de sportwereld / show wereld verwijderd en moet
voor de rechter verschijnen. De betrekkelijkheid van dit alles laat zien, hoe
belangrijk het is dat wij ons leven in Gods hand toevertrouwen en dat elke dag
opnieuw.
In Genesis 15 zien we hoe Abram een
visioen krijgt. Hij ontmoet daarin de Heer. Als eerste zien we dat de Heer
zegt: Wees niet bevreesd, Abram. Hierin spreekt de Heer hem
persoonlijk aan. Het lijkt ook op de verschijningen van Jezus aan Zijn
discipelen. Wanneer Hij dan zegt: Wees niet bevreesd. Ondanks de overwinningen
die mensen boeken in hun leven blijken ze in staat te zijn om in angst te
komen. Kijk maar naar het leven van Elia. Hij behaalt overwinning op de berg
Karmel waar 400 Baäl priesters werden
verslagen. En het volk dan erkent opnieuw dat de Here God is. Wat een overwinning.
En toch blijkt deze Elia op de vlucht te slaan na woorden van
een mens. En zelfs komt tot een punt dat verlangt om te sterven. Na een grote
hoogte punt, kwam een grote diepte punt.
Daarom
dat Jezus tegen zijn discipelen ook zegt te bidden voor hen. Hij zegt tegen ze:
De
satan heeft u geprobeerd te ziften als de tarwe. De boze wil scheiding
brengen tussen de gelovigen onderling. En maken dat we op een of ander punt
falen en afhaken of verstoten worden. Daarom dat angst ook een hele slechte
raadgever is.
We
overzien dan niet meer goed en waar iets, een situatie naar toe gaat. Daar
hebben we rust / vrede van God voor nodig in ons leven. Niet de afzondering van
andere mensen, zodat we geïsoleerd worden van de rest. Dan gaan zaken hun eigen
leven leidden en verliezen we de Waarheid uit het oog. Dat is de reden waarom
God de Vader en Jezus zeggen : Vrede zij u, vreest niet. In die vrede
wordt ons hart en verstand bewaart in Christus Jezus. Hij is de leidsman en
raadgever van in het leven van de gelovige door de Heilige Geest.
De
Heer belooft aan Abram om een schild rondom hem te zijn. Paulus zegt in Efeze 6 dat ons geloof als een schild
rondom ons is. Het geloof in de Here Jezus. Niet het geloof dat we het zelf
kunnen, want dan kan het zijn dat het niet als een schild, maar als een muur is
die we optrekken tegen anderen, God en zelfs onszelf. We zetten onszelf apart
voor het doel wat wij voor ogen hebben. Als God een mens apart zet, is dat voor
het doel wat Hij voor ogen heeft.
De
belofte die Abram krijgt is ook een belofte dat God aan zijn kant staat. Een
verwoording die we terug vinden in Psalm
1 : 3 - al wat hij doet, zal gelukken. Daar staat bij dat het
gaat om een man / vrouw die met God wandelt.
Een belofte van Gods goedheid en genade voor de mens die Hem respecteert
en op de eerste plaats van zijn / haar leven zet.
In
gesprek met de Heer legt Abram zijn vraag voor. Zijn verlangen naar een kind
was groot. Hij had hier van God gehoord en dat al meerdere keren. Zelfs al in
het Ur der Galdeeën had God hierover met hem gesproken. Naar mate de tijd
verstreek, te meer de vraag naar voren kwam of God aan Zijn belofte
zou
houden. Toch leefde er een angst dat naast alle zegen en overwinning die hij
behaalde. Zag hij wel deze woorden van God verhoord zouden worden in zijn
leven. Dat hij Abram een Abraham zou worden, de vader vele volkeren.
Mensen
door alle tijden heen hebben dromen en verlangens waar zij in hun leven naar
uitzien. En zoals Spreuken 13 : 12
zegt : Uitgestelde verwachting krenkt het hart,
maar een vervuld verlangen is een boom des levens. We zien dat het erg belangrijk is voor een mens hoe
hij / zij in haar leven de weg gaat. Door omstandigheden kunnen mensen bitter
en boos worden. Dezelfde omstandigheden kunnen anderen juist tot hele
vruchtbare mensen maken, die moeilijkheden als kansen pakken in hun leven. Het
is de bril die een mens draagt en hem brengt op de plek waar hij / zij haar
kijkt.
Dan krijgen we als slot te lezen hoe Abram met zijn verlangen / droom
omgaat door de situatie heen. Genesis 15
: 6 En hij geloofde in de HEERE, en Die
rekende hem dat tot gerechtigheid. Hoe vaak hebben wij geloof bij het lezen in het Woord
van God. Hoe vaak betrappen we onszelf dat we kijken naar de praktijk, de
situatie / de omstandigheid waarin we zijn en geen geloof van onszelf daarvoor hebben.
Zelf merk ik dat mijn
gevoel, een herinnering, een situatie mij er toe brengt om af te wijken van
hetgeen ik van binnen geloof dat de Bijbel zegt en wat God met mij als mens
voor heeft. Enerzijds zaken laten rusten tot dat ik weer ruimte, zin en
gelegenheid heb om er weer verder mee te gaan. Anderzijds conclusies trekken en
beslissingen nemen, die voortkomen uit mijn teleurstelling over zaken waar ik
een andere verwachting over had. Dat kan verstrekkende gevolgen hebben hoe ik
wel of niet handel.
Wij als mens zijn altijd bewust
zijn van hetgeen ons beweegt en waarom we dingen zeggen. Toch zien we dat de
Bijbel ons helpt en met de bijstand van de Heilige Geest we toch door het Woord
van God worden bemoedigd en op weg worden geholpen. Denk maar aan de Emmaüsgangers die met volle aandacht luisterden naar hun onbekende gast en later ontdekten
dat het de Heer was. Hun hart was vol verlangen naar hetgeen vertelt werd vanuit
het Woord. Hun hart en ogen
gingen daardoor open voor hoe God dacht over alles.
Is dat niet ook voor ons
dat als we zingen : “God heeft het eerste Woord” en zingen “God heeft het
laatste woord.” Dat wij belijden dat Hij de eerste en de laatste is. Niet
alleen in de hele schepping maar ook van ons leven. Daarom mogen wij deze
morgen vanuit het leven van Abram ook de troost, bemoediging en kracht putten,
dat God nog steeds dezelfde is.
Hij weet wat een mens
nodig heeft. Hij kent de zwakke en sterke kanten. Daarom dat de Here Jezus het
heeft volbracht aan het kruis op Golgotha, waardoor de mens Gods gerechtigheid
in zijn en haar leven mag ontmoeten. Zijn uitreiken naar ons als mens, omdat
wij dat zelf niet zonder Hem kunnen. En mogen weten met de woorden wat Jezus
zei tegen zijn discipelen: Ik laat jullie niet achter als wees. Een mens heeft
God de Vader nodig die voor zijn / haar leven zorgt en leidt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten