woensdag 19 juni 2013

Abram geloofde de Here.

Tekst : Genesis 14 : 18 - 15 : 6

Dit gedeelte uit Genesis 14 sluit aan op de gebeurtenissen  die Abram heeft meegemaakt. We lezen we van de koningen die met elkaar en hun legers tegen Sodom en Gommora optrekken. Daarbij nemen zij Lot de zoon van Abrams broer mee,  naast de vrouwen en het (gewone) volk. Abram gaat hen bevrijden en terug brengen naar hun woonplaatsen. Hierbij heeft hij de overwinning.

Prompt daarop komt Melchizedek, de hogepriester. Een bijzondere ontmoeting waarbij Abram zich toewijdt aan de Heer. Hij geeft van alles wat hij heeft tienden aan deze man. Als we nalezen over wie Melchizedek is, zien we vanuit het Nieuwe Testament, dat Jezus naar dezelfde ordening als Melchizedek hogepriester is. Hij is voorafschaduwing van de Here Jezus Christus. Melchizedek zegent Abram met bijzondere woorden:

Gezegend zij Abram door God, de Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit! 20 En geloofd zij God, de Allerhoogste, Die overgeleverd heeft uw tegenstanders in uw hand!




We zien dat Abram uitreikt in een situatie van oorlog, onrusten, tegenstand en doet naar het hart van God. Hij komt niet alleen op voor zijn familie, maar heeft ook het welzijn van de rest van de gevangenen op het oog. Hij zorgt ervoor dat wat geroofd is weer terug komt waar het hoort. Daarop ontmoet hij de de Koning van Salem, die hem zegent voor wat hij heeft gedaan. Daar laat Abram op zijn beurt het niet bij zitten en geeft van wat hij heeft, uit zijn eigen bezit een deel om zich aan God toe te wijden. Wat hij heeft gedaan en bereikt ziet hij als het ware vanuit het perspectief dat hij in afhankelijkheid van God leeft.

Mattheus 5: 9 zegt : Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden. Je zou kunnen zeggen, naast dat Jezus je gelukkig prijst en je een vredestichter bent; Dat je met recht een kind van God genoemd kan worden. Er wordt gehandeld en gedacht vanuit het hart van God. Daarmee doen we de wil van God de Vader. Zijn karakter is dat hij uitreikt naar de mens die in nood is, de mens die geen vrede kent, de mens die geen richting kent in zijn leven.




De mens die door de boze is overmeesterd. God komt tot de mens door de Koning van Vrede (Salem, shaloom), de Vredevorst zoals beschreven staat in Jesaja 9 over Jezus Christus, Zijn Zoon en Onze Koning. Hij wordt in Openbaring  19 de Koning der Koningen en de Here der Heren genoemd die getrouw en waarachtig is.

In de ontmoeting met deze Koning, lezen we op verschillende plaatsen in het Nieuwe Testament dat mensen tot overgave en toewijding komen naar God de Vader. Hun leven is na de ontmoeting met Jezus niet meer dezelfde. Zij ontvangen vergeving, genezing, reiniging, bevrijding en zelfs opstanding uit de dood. Hun leven is niet meer van hun zelf maar van de Heer. Daarop komt Paulus ook met de woorden uit Kolosenzen 3 : 23 en 24
23 Wat gij ook doet, verricht uw werk van harte, als voor de Here en niet voor mensen; 24 gij weet toch, dat gij van de Here tot vergelding de erfenis zult ontvangen. Gij dient Christus als Heer.

Na de zegen van Melchizedek komt er een ontmoeting met de koning van Sodom, die een deel van de buit, rijkdommen toekent voor zijn daad om Lot, de vrouwen en het (gewone) volk te bevrijden en terug te brengen naar hun woonplaats. Abram die zijn toewijding heeft gemaakt naar de Heer toe weigert dit aanbod van de Koning van Sodom. Hij ziet dat de overwinning uit Gods hand is ontvangen en dat Hij zijn leven. En dat wat en wie hem toebehoren heeft ook in Gods hand gelegd. Hij ziet het niet als persoonlijk bezit en verworvenheid.

Dat is niet makkelijk om zo te leven. Door de strijd heen ontmoet hij als het ware de Heer en wordt gezegend. Vanuit de zegen zien we dat hij staande blijft. Dat is ook waarom Jezus zegt tegen zijn discipelen dat Hij voor hen bidt dat zij hun geloof zullen behouden. Er zullen mensen, zaken en situaties op onze levensweg komen, die de boze wil gebruiken om ons te verleiden. En te brengen naar een afhankelijke positie in relatie tot mensen, geld en alles waar we op zouden kunnen leunen als een eigen verdienste of in dienst van anderen, zonder God er in te kennen en Hem daarvoor te erkennen.

Er zijn vele uitdagingen die we als mens kennen. Eén van de belangrijkste is dat als we iets goeds doen of wat we goed kunnen als een talent in ons leven. De uitdaging is dan om dan op onze plaats te blijven in Christus en te zijn wie we daarvoor waren. Er zijn weinig schouders die goed kunnen omgaan met succes. Vanuit de politiek, de popwereld en zakenwereld weten we dat mensen die succes hebben en aan de top komen van de maatschappij of een idool zijn voor velen, dit als een enorme last of zwaarte kunnen ervaren in hun leven. Hierbij staan verleidingen op allerlei gebied  als eerste in de rij om het succes te ondermijnen. Geld, drank, drugs, verslavingen etc. De clichés van het verleden weten ook vandaag aan de dag hun slag te slaan.

Hoeveel mensen keren God de rug toe na een nederlaag, die ze in hun leven hebben ondergaan. Een scheiding, een ziekte, overlijden, een ontslag, een rechtzaak etc. Zaken waar het diep ingrijpt in een mensen leven. Waarbij relaties binnen de familie en vriendenkring behoorlijk onderdruk komen te staan. Zeker als mensen om je heen afhaken en daardoor zichtbaar wordt wie er overblijven van de kring die dichtbij je staan. Teleurstelling, boosheid en pijn kunnen maken dat we door het verdriet heen bitter worden en ons afkeren. Daardoor worden we minder makkelijk open zijn voor het geloof. En kunnen we zelfs besluiten om God uit ons leven te weren.

Daarom is het belangrijk dat ons leven niet hangt aan één of meerdere successen die we hebben behaalt op wat voor vlak dan ook. We zien het in de sportwereld. De ene dag is iemand een held en de volgende dag moet deze ruimte maken voor een ander. Of heeft de held / idool iets gedaan wat niet door de beugel kan en wordt vanwege een schandaal uit de sportwereld / show wereld verwijderd en moet voor de rechter verschijnen. De betrekkelijkheid van dit alles laat zien, hoe belangrijk het is dat wij ons leven in Gods hand toevertrouwen en dat elke dag opnieuw.

In Genesis 15 zien we hoe Abram een visioen krijgt. Hij ontmoet daarin de Heer. Als eerste zien we dat de Heer zegt: Wees niet bevreesd, Abram. Hierin spreekt de Heer hem persoonlijk aan. Het lijkt ook op de verschijningen van Jezus aan Zijn discipelen. Wanneer Hij dan zegt: Wees niet bevreesd. Ondanks de overwinningen die mensen boeken in hun leven blijken ze in staat te zijn om in angst te komen. Kijk maar naar het leven van Elia. Hij behaalt overwinning op de berg Karmel waar 400  Baäl priesters werden verslagen. En het volk dan erkent opnieuw dat de Here God is. Wat een overwinning. En toch blijkt deze Elia op de vlucht te slaan na woorden van een mens. En zelfs komt tot een punt dat verlangt om te sterven. Na een grote hoogte punt,  kwam een grote diepte punt.

Daarom dat Jezus tegen zijn discipelen ook zegt te bidden voor hen. Hij zegt tegen ze: De satan heeft u geprobeerd te ziften als de tarwe. De boze wil scheiding brengen tussen de gelovigen onderling. En maken dat we op een of ander punt falen en afhaken of verstoten worden. Daarom dat angst ook een hele slechte raadgever is.




We overzien dan niet meer goed en waar iets, een situatie naar toe gaat. Daar hebben we rust / vrede van God voor nodig in ons leven. Niet de afzondering van andere mensen, zodat we geïsoleerd worden van de rest. Dan gaan zaken hun eigen leven leidden en verliezen we de Waarheid uit het oog. Dat is de reden waarom God de Vader en Jezus zeggen : Vrede zij u, vreest niet. In die vrede wordt ons hart en verstand bewaart in Christus Jezus. Hij is de leidsman en raadgever van in het leven van de gelovige door de Heilige Geest.

De Heer belooft aan Abram om een schild rondom hem te zijn. Paulus zegt in Efeze 6 dat ons geloof als een schild rondom ons is. Het geloof in de Here Jezus. Niet het geloof dat we het zelf kunnen, want dan kan het zijn dat het niet als een schild, maar als een muur is die we optrekken tegen anderen, God en zelfs onszelf. We zetten onszelf apart voor het doel wat wij voor ogen hebben. Als God een mens apart zet, is dat voor het doel wat Hij voor ogen heeft.

De belofte die Abram krijgt is ook een belofte dat God aan zijn kant staat. Een verwoording die we terug vinden in Psalm 1 : 3 - al wat hij doet, zal gelukken. Daar staat bij dat het gaat om een man / vrouw die met God wandelt.  Een belofte van Gods goedheid en genade voor de mens die Hem respecteert en op de eerste plaats van zijn / haar leven zet.

In gesprek met de Heer legt Abram zijn vraag voor. Zijn verlangen naar een kind was groot. Hij had hier van God gehoord en dat al meerdere keren. Zelfs al in het Ur der Galdeeën had God hierover met hem gesproken. Naar mate de tijd verstreek, te meer de vraag naar voren kwam of God aan Zijn belofte

zou houden. Toch leefde er een angst dat naast alle zegen en overwinning die hij behaalde. Zag hij wel deze woorden van God verhoord zouden worden in zijn leven. Dat hij Abram een Abraham zou worden, de vader vele volkeren.

Mensen door alle tijden heen hebben dromen en verlangens waar zij in hun leven naar uitzien. En zoals Spreuken 13 : 12 zegt : Uitgestelde verwachting krenkt het hart, maar een vervuld verlangen is een boom des levens. We zien dat het erg belangrijk is voor een mens hoe hij / zij in haar leven de weg gaat. Door omstandigheden kunnen mensen bitter en boos worden. Dezelfde omstandigheden kunnen anderen juist tot hele vruchtbare mensen maken, die moeilijkheden als kansen pakken in hun leven. Het is de bril die een mens draagt en hem brengt op de plek waar hij / zij haar kijkt.

Dan krijgen we als slot te lezen hoe Abram met zijn verlangen / droom omgaat door de situatie heen. Genesis 15 : 6 En hij geloofde in de HEERE, en Die rekende hem dat tot gerechtigheid. Hoe vaak hebben wij geloof bij het lezen in het Woord van God. Hoe vaak betrappen we onszelf dat we kijken naar de praktijk, de situatie / de omstandigheid waarin we zijn en geen geloof van onszelf  daarvoor hebben.  

Zelf merk ik dat mijn gevoel, een herinnering, een situatie mij er toe brengt om af te wijken van hetgeen ik van binnen geloof dat de Bijbel zegt en wat God met mij als mens voor heeft. Enerzijds zaken laten rusten tot dat ik weer ruimte, zin en gelegenheid heb om er weer verder mee te gaan. Anderzijds conclusies trekken en beslissingen nemen, die voortkomen uit mijn teleurstelling over zaken waar ik een andere verwachting over had. Dat kan verstrekkende gevolgen hebben hoe ik wel of niet handel.

Wij als mens zijn altijd bewust zijn van hetgeen ons beweegt en waarom we dingen zeggen. Toch zien we dat de Bijbel ons helpt en met de bijstand van de Heilige Geest we toch door het Woord van God worden bemoedigd en op weg worden geholpen. Denk maar aan de Emmaüsgangers die met volle aandacht luisterden naar hun onbekende gast en later ontdekten dat het de Heer was. Hun hart was vol verlangen naar hetgeen vertelt werd vanuit het Woord. Hun hart en ogen gingen daardoor open voor hoe God dacht over alles.




Is dat niet ook voor ons dat als we zingen : “God heeft het eerste Woord” en zingen “God heeft het laatste woord.” Dat wij belijden dat Hij de eerste en de laatste is. Niet alleen in de hele schepping maar ook van ons leven. Daarom mogen wij deze morgen vanuit het leven van Abram ook de troost, bemoediging en kracht putten, dat God nog steeds dezelfde is.


Hij weet wat een mens nodig heeft. Hij kent de zwakke en sterke kanten. Daarom dat de Here Jezus het heeft volbracht aan het kruis op Golgotha, waardoor de mens Gods gerechtigheid in zijn en haar leven mag ontmoeten. Zijn uitreiken naar ons als mens, omdat wij dat zelf niet zonder Hem kunnen. En mogen weten met de woorden wat Jezus zei tegen zijn discipelen: Ik laat jullie niet achter als wees. Een mens heeft God de Vader nodig die voor zijn / haar leven zorgt en leidt. 

Geen opmerkingen: