Matteus 13 : 47 – 50
47 Het is met het koninkrijk van de hemel ook als met een
sleepnet dat in een meer werd geworpen en waarmee allerlei soorten vis werden
gevangen. 48 Toen
het net vol was, trok men het op de oever en ging men zitten om de goede vis in
kuipen te doen; de slechte vis werd weggegooid. 49 Zo zal
het gaan bij de voltooiing van deze wereld: de engelen zullen eropuit trekken
en de kwaadwilligen van de rechtvaardigen scheiden, 50 en ze
zullen hen in de vuuroven werpen, waar ze zullen jammeren en knarsetanden.
Het beeld wat de Here
Jezus gebruikt is wat wij tot op vandaag nog steeds mee maken in de visserij.
Er wordt gevist en er wordt scheiding aangebracht binnen de vangst. Wat is er geschikt
voor de de verkoop is en wat is niet bruikbaar. En er wordt uitgezocht wat
onder de maat is en wat nog voor consumptie te gebruiken is.
Lessen van de zaaier
Vergelijkbare
gelijkenissen van Jezus zijn die van het zaad wat gezaaid wordt, en opkomt waar
ook vals graan/onkruid tussen zit. Daarbij wordt gezegd dat het bij het
opgroeien niet weggehaald mag worden, omdat anders ook het goede graan er ook
aan gaat. Bij het verwerken van de graan wordt het nep graan / onkruid gescheiden
van het graan. Het onderscheid is dat het
echte graan volle halmen kent en het nep graan niet. Het nep graan is als het
ware een ‘look a like’, ziet er uit als, maar kan niet gegeten worden. Daar is geen opbrengst aan en kan weggegooid
worden.
Het appèl aan
ons
Het appèl wat de Here
Jezus doet is zoals we lezen in Johannes
15 : 7 en 8 – In dit gedeelte gaat het over vruchtdragen en de opbrengst
die wij als gelovige hebben in ons leven. “Als jullie in mij blijven en mijn woorden
in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren. 8 De
grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden, wanneer jullie veel vrucht
dragen en mijn leerlingen zijn.” Het geloofsleven in het Koninkrijk van God is
een leven dat vrucht draagt, waar het zichtbaar wordt wie God is in iemands
leven. Het is dus niet aan de kant van
de groei en de manier waarop het lijkt dat het mee doet, maar aan de kant van
de opbrengst. Kinderen groeien op in een gezin, worden groot naar mate ze oudere
worden. Maar hoe hun karakter is, welke keuzen ze maken en wie ze worden is niet
bekend. Groei op zich zegt nog niet alles. Zo ook dat we op iemand lijken. Daarmee
zijn we die persoon nog niet.
Het sleepnet…
Dat zien we ook in de
gelijkenis van het Koninkrijk van de hemel als een sleepnet. Het meer, de zee
staat voor mensen. Als Jezus Petrus roept, dan zegt Hij dat deze een visser van
mensen gaat worden. Zijn beroep als visser was een beeld van wat God met Petrus
voor had om door zijn leven heen het Woord van God als het ware tussen de
mensen uit te zetten. Niet om ze te strikken in de zin wat de wereld vaak
gebruikt als argument om de werkwijze van de kerk te typeren als hersenspoelen en
indoctrinatie. Maar door een
levenswandel te hebben die aantrekkelijk is en daarbij het Evangelie door Woord
en Daad aanbieden aan mensen om hem heen.
Als een licht in deze wereld.
Zo heb ik in gelezen van
het werk van Jeugd met een Opdracht op de wallen van Amsterdam. Er was een salon
waar mensen uit de buurt naar toegingen m.n. de vrouwen. Degene die de salon viel
op, omdat zij zo blij was en geluk uitstraalde. De mensen wilden meer weten
waarom zij zo blij was en wat het nou was wat zij had, wat zij niet hadden. Ze zeiden wat jij hebt, dat
willen wij ook. Een mooi beeld hoe het Evangelie zichtbaar kan zijn tussen. Net
zoals Jezus zegt dat we moeten zijn als een licht in deze wereld.
Gij geheel anders
Wat onderscheid ons van
andere mensen om ons heen? Wat maakt dat we anders zijn? Paulus geeft daar o.a.
een antwoord op in Galaten 4: 20 – 23 - Maar gij geheel anders: gij hebt Christus
leren kennen. 21 Gij toch hebt van Hem gehoord en zijt in Hem
onderwezen, gelijk dit de waarheid is in Jezus, 22 dat gij, wat uw
vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn
misleidende begeerten, 23 dat gij verjongd wordt door de geest van uw
denken,24 en de nieuwe mens aandoet, die naar (de wil van) God geschapen
is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid.
Paulus zegt hier als een
tegenstelling op de manier waarop deze mensen in hun dagelijks leven zijn, doen
en spreken. Deze mensen waren tot geloof gekomen bij het horen van het
Evangelie wat Paulus heeft gebracht in de stad Efeze. Toch leek het er op dat deze
mensen gewoon doorleefden in hun dagelijks leven, alsof hun geloof los stond
van wie zij elke dag waren. Hij herinnert ze er aan: Je bent veranderd, want je
hebt de Here Jezus in je leven leren kennen. Daarmee reken je af met je slechte
en oude gewoonten die tegen Gods Woord en wil in gaan.
Je wordt daardoor op een
dwaalspoor gezet, i.p.v. dat je verstand en geweten aangescherpt wordt. Want
daardoor denk je op een nieuwe manier en ga je uit van Gods denken en handelen
met de mens. Hij komt je tegemoet in je zwakheid. God doet recht aan Wie hij is
en zet jouw leven apart te midden van mensen, die de verkeerde kant opgaan. Je
bent als het ware een ANWB bord welke naar God wijst door je manier van doen,
spreken en op de manier hoe je je opstelt.
Het sleepnet van relaties
In de gelijkenis zie je
dat de vis in de bootjes werden verzameld en aan land gebracht. Zolang de
vissers aan het vissen waren en op het water waren, was alle vis bij elkaar in
de boot. In ons leven hebben we te maken met alle soorten van mensen. Dat is
niet alleen zo op ons werk, school, straat, woonplaats, vakantie etc. maar ook
in de kerk. Net als in een gezin heb je het niet voor het kiezen wie er deel uitmaken.
Je wordt er in geboren. We kunnen school, werk, kerk uitkiezen waar we naar toegaan,
maar hoe degenen zijn die daar zijn, weten we veelal niet van te voren. Het
sleepnet van contacten, relaties, onderwijs, activiteiten, geboorte ect. trekt
mensen aan om naar de kerk te komen.
Het sleepnet van het Evangelie
Het sleepnet van het
Evangelie maakt dat mensen door de enge poort in het Koninkrijk van God komen.
Jezus zegt dat Hij de deur van de schapen is. Het is geen fuik waar mensen naar
binnen komen. Want in de gelijkenis van de Goede Herder wordt gesproken, dat de
Herder de schapen naar buiten brengt , zodat ze kunnen eten en ruimte hebben om
te leven. Hij neemt de schapen, beeld van de gelovigen mee uit de stal om de
wereld in te gaan. Het zijn geen dieren, zoals wij wel in de veeteelt kennen,
die alleen maar de wereld kennen met een boel op een klein stukje. De Heer wil ons de levensruimte en vreugde
geven die we nodig hebben als mens. Niet beperkt door allerlei opgelegde
beperkingen, maar in de vrijheid die het Evangelie biedt.
De zee van het leven
Binnen de Gemeente van
Jezus Christus wordt er gebouwd aan het geloofsleven van ieder. Dat is niet de enige plek waar het geloof
gevormd wordt. In de levens zee zitten we tussen allerlei mensen, die op hun beurt
invulling geven hoe te leven en om te gaan met geloof, leven en zingeving van
het bestaan. Soms lijkt de benadering
hetzelfde, maar de uitgangspunten en bron kan heel erg verschillend zijn,
waardoor de uitkomst ook totaal verschillend zal zijn als die van wat God voor
heeft met de mens.
Vissen leven op verschillende manieren in de zee.
Zo leven vissen in scholen
bij elkaar in een bepaald gebied, waar ze opgroeien en leven. Andere vissen
trekken met elkaar naar een bepaald deel van de zee of als de zalm via de
rivier naar de plaats. Grote vissen, die omgeven worden door kleine
visjes. Jagers die in een groep of
alleen er op uit trekken. Vissen, die
alleen maar onderwater leven tot vissen die boven water moeten komen om te
ademen. Vissen die in zoet water leven en vissen die in zoutwater hun
leefgebied kennen. Toch heeft iedere vis
zijn eigen plaats in de natuur van de schepping.
Mensen onderscheiden zich
ook tot mensen die graag op één plaats blijven of zich door de tijd heen één of
meerdere keren verhuisd. We zijn mensen
met verschillende interesses, mogelijkheden, achtergronden en opleidingen. Door
het leven heen zijn we anders gevormd en hebben daardoor met onze
persoonlijkheid, karakter en ervaringen een bepaalde kijk op mensen en zaken.
En toch zegt de Bijbel dat we bij elkaar horen in het lichaam van Christus.
Ieder heeft zijn en haar aandeel in het geheel.
De grote vis
Velen om ons heen zijn
bezig om te zien of zij de grote vis in hun leven kunnen binnen halen, waardoor
ze in één keer uit de schulden zijn en kunnen leven zoals zij het zich
voorstellen. In de Bijbel lezen we van een man die door te vluchten op een
schip in een grote vis terecht kwam.
Jezus spreekt hierover,
maar dan op een ander manier. Matteüs 12 : 40 en 41 -
40 Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik
van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het
binnenste van de aarde verblijven. 41 Op de dag van het oordeel zullen de Ninevieten samen
met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij hadden zich bekeerd na
de prediking van Jona, en hier ziet u iemand die meer is dan Jona!
De Here Jezus maakt een gelijkenis van de drie dagen dat Jona in de
buik van de vis zat met de kruiziging, dood en opstanding van Hemzelf. De
mensen uit Jezus tijd wilden meer en meer zien van de wonderen die Hij deed,
maar misten waarom het ging. Jezus zegt in Lucas
19:10 - De Zoon des mensen is gekomen om
het verlorene te zoeken en te redden.
De boot van het Evangelie vaart over de zee van het leven. We kunnen
net als Petrus door de Here Jezus geholpen worden om vanuit de dreiging van de
zee en de hoge golven, dat Hij weer in de boot brengt als zaken ons hebben
uitgedaagd en gemaakt dat we zijn uitgestapt. Misschien met goede bedoelingen,
misschien vanuit teleurstelling. De zanger Michael W. Smith zei eens: “God is
niet verder weg dan een gebed.” Petrus riep om hulp en Jezus hielp hem uit de
golven en in de boot en bracht de storm tot bedaren.
Bij de laatste visvangst waar Jezus over spreekt, is de term ‘oogst’ een
bekendere term voor ons. Wij kunnen en mogen daar bij zijn. Dat is de uitnodiging
van God en het Evangelie. Door onze keuze en wandel met God mogen we door de wedergeboorte
weten dat we er bij zijn. Met Romeinen 5
: 8 - 11 zou ik willen eindigen door
deze voor te lezen als aan- en bemoediging.
8 God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat
Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is. 9 Veel meer
zullen wij derhalve, thans door zijn bloed gerechtvaardigd, door Hem behouden
worden van de toorn. 10 Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend
zijn door de dood zijns Zoons, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn,
behouden worden, doordat Hij leeft; 11 en dát niet alleen, maar wij roemen zelfs in God door
onze Here Jezus [Christus], door wie wij nu de verzoening ontvangen hebben.