maandag 26 augustus 2013

Het Koninkrijk van de hemel als een sleepnet


Matteus 13 : 47 – 50
47 Het is met het koninkrijk van de hemel ook als met een sleepnet dat in een meer werd geworpen en waarmee allerlei soorten vis werden gevangen. 48 Toen het net vol was, trok men het op de oever en ging men zitten om de goede vis in kuipen te doen; de slechte vis werd weggegooid. 49 Zo zal het gaan bij de voltooiing van deze wereld: de engelen zullen eropuit trekken en de kwaadwilligen van de rechtvaardigen scheiden, 50 en ze zullen hen in de vuuroven werpen, waar ze zullen jammeren en knarsetanden.



Het beeld wat de Here Jezus gebruikt is wat wij tot op vandaag nog steeds mee maken in de visserij. Er wordt gevist en er wordt scheiding aangebracht binnen de vangst. Wat is er geschikt voor de de verkoop is en wat is niet bruikbaar. En er wordt uitgezocht wat onder de maat is en wat nog voor consumptie te gebruiken is.

Lessen van de zaaier
Vergelijkbare gelijkenissen van Jezus zijn die van het zaad wat gezaaid wordt, en opkomt waar ook vals graan/onkruid tussen zit. Daarbij wordt gezegd dat het bij het opgroeien niet weggehaald mag worden, omdat anders ook het goede graan er ook aan gaat. Bij het verwerken van de graan wordt het nep graan / onkruid gescheiden van het graan.  Het onderscheid is dat het echte graan volle halmen kent en het nep graan niet. Het nep graan is als het ware een ‘look a like’, ziet er uit als, maar kan niet gegeten worden.  Daar is geen opbrengst aan en kan weggegooid worden.

Het appèl  aan ons
Het appèl wat de Here Jezus doet is zoals we lezen in Johannes 15 : 7 en 8 – In dit gedeelte gaat het over vruchtdragen en de opbrengst die wij als gelovige hebben in ons leven. “Als jullie in mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren. 8 De grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden, wanneer jullie veel vrucht dragen en mijn leerlingen zijn.”  Het geloofsleven in het Koninkrijk van God is een leven dat vrucht draagt, waar het zichtbaar wordt wie God is in iemands leven.  Het is dus niet aan de kant van de groei en de manier waarop het lijkt dat het mee doet, maar aan de kant van de opbrengst. Kinderen groeien op in een gezin, worden groot naar mate ze oudere worden. Maar hoe hun karakter is, welke keuzen ze maken en wie ze worden is niet bekend. Groei op zich zegt nog niet alles. Zo ook dat we op iemand lijken. Daarmee zijn we die persoon nog niet.  

Het sleepnet…
Dat zien we ook in de gelijkenis van het Koninkrijk van de hemel als een sleepnet. Het meer, de zee staat voor mensen. Als Jezus Petrus roept, dan zegt Hij dat deze een visser van mensen gaat worden. Zijn beroep als visser was een beeld van wat God met Petrus voor had om door zijn leven heen het Woord van God als het ware tussen de mensen uit te zetten. Niet om ze te strikken in de zin wat de wereld vaak gebruikt als argument om de werkwijze van de kerk te typeren als hersenspoelen en indoctrinatie.  Maar door een levenswandel te hebben die aantrekkelijk is en daarbij het Evangelie door Woord en Daad aanbieden aan mensen om hem heen.

Als een licht in deze wereld.
Zo heb ik in gelezen van het werk van Jeugd met een Opdracht op de wallen van Amsterdam. Er was een salon waar mensen uit de buurt naar toegingen m.n. de vrouwen. Degene die de salon viel op, omdat zij zo blij was en geluk uitstraalde. De mensen wilden meer weten waarom zij zo blij was en wat het nou was wat zij had, wat zij  niet hadden. Ze zeiden wat jij hebt, dat willen wij ook. Een mooi beeld hoe het Evangelie zichtbaar kan zijn tussen. Net zoals Jezus zegt dat we moeten zijn als een licht in deze wereld.



Gij geheel anders
Wat onderscheid ons van andere mensen om ons heen? Wat maakt dat we anders zijn? Paulus geeft daar o.a. een antwoord op in Galaten 4: 20 – 23  - Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen. 21 Gij toch hebt van Hem gehoord en zijt in Hem onderwezen, gelijk dit de waarheid is in Jezus, 22 dat gij, wat uw vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerten, 23 dat gij verjongd wordt door de geest van uw denken,24 en de nieuwe mens aandoet, die naar (de wil van) God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid.

Paulus zegt hier als een tegenstelling op de manier waarop deze mensen in hun dagelijks leven zijn, doen en spreken. Deze mensen waren tot geloof gekomen bij het horen van het Evangelie wat Paulus heeft gebracht in de stad Efeze. Toch leek het er op dat deze mensen gewoon doorleefden in hun dagelijks leven, alsof hun geloof los stond van wie zij elke dag waren. Hij herinnert ze er aan: Je bent veranderd, want je hebt de Here Jezus in je leven leren kennen. Daarmee reken je af met je slechte en oude gewoonten die tegen Gods Woord en wil in gaan.

Je wordt daardoor op een dwaalspoor gezet, i.p.v. dat je verstand en geweten aangescherpt wordt. Want daardoor denk je op een nieuwe manier en ga je uit van Gods denken en handelen met de mens. Hij komt je tegemoet in je zwakheid. God doet recht aan Wie hij is en zet jouw leven apart te midden van mensen, die de verkeerde kant opgaan. Je bent als het ware een ANWB bord welke naar God wijst door je manier van doen, spreken en op de manier hoe je je opstelt.

Het sleepnet van relaties
In de gelijkenis zie je dat de vis in de bootjes werden verzameld en aan land gebracht. Zolang de vissers aan het vissen waren en op het water waren, was alle vis bij elkaar in de boot. In ons leven hebben we te maken met alle soorten van mensen. Dat is niet alleen zo op ons werk, school, straat, woonplaats, vakantie etc. maar ook in de kerk. Net als in een gezin heb je het niet voor het kiezen wie er deel uitmaken. Je wordt er in geboren. We kunnen school, werk, kerk uitkiezen waar we naar toegaan, maar hoe degenen zijn die daar zijn, weten we veelal niet van te voren. Het sleepnet van contacten, relaties, onderwijs, activiteiten, geboorte ect. trekt mensen aan om naar de kerk te komen.

Het sleepnet van het Evangelie
Het sleepnet van het Evangelie maakt dat mensen door de enge poort in het Koninkrijk van God komen. Jezus zegt dat Hij de deur van de schapen is. Het is geen fuik waar mensen naar binnen komen. Want in de gelijkenis van de Goede Herder wordt gesproken, dat de Herder de schapen naar buiten brengt , zodat ze kunnen eten en ruimte hebben om te leven. Hij neemt de schapen, beeld van de gelovigen mee uit de stal om de wereld in te gaan. Het zijn geen dieren, zoals wij wel in de veeteelt kennen, die alleen maar de wereld kennen met een boel op een klein stukje.  De Heer wil ons de levensruimte en vreugde geven die we nodig hebben als mens. Niet beperkt door allerlei opgelegde beperkingen, maar in de vrijheid die het Evangelie biedt.



De zee van het leven
Binnen de Gemeente van Jezus Christus wordt er gebouwd aan het geloofsleven van ieder.  Dat is niet de enige plek waar het geloof gevormd wordt. In de levens zee zitten we tussen allerlei mensen, die op hun beurt invulling geven hoe te leven en om te gaan met geloof, leven en zingeving van het bestaan.  Soms lijkt de benadering hetzelfde, maar de uitgangspunten en bron kan heel erg verschillend zijn, waardoor de uitkomst ook totaal verschillend zal zijn als die van wat God voor heeft met de mens.

Vissen leven op verschillende manieren in de zee.
Zo leven vissen in scholen bij elkaar in een bepaald gebied, waar ze opgroeien en leven. Andere vissen trekken met elkaar naar een bepaald deel van de zee of als de zalm via de rivier naar de plaats. Grote vissen, die omgeven worden door kleine visjes.  Jagers die in een groep of alleen er op uit trekken.  Vissen, die alleen maar onderwater leven tot vissen die boven water moeten komen om te ademen. Vissen die in zoet water leven en vissen die in zoutwater hun leefgebied kennen.  Toch heeft iedere vis zijn eigen plaats in de natuur van de schepping.

Mensen onderscheiden zich ook tot mensen die graag op één plaats blijven of zich door de tijd heen één of meerdere keren verhuisd.  We zijn mensen met verschillende interesses, mogelijkheden, achtergronden en opleidingen. Door het leven heen zijn we anders gevormd en hebben daardoor met onze persoonlijkheid, karakter en ervaringen een bepaalde kijk op mensen en zaken. En toch zegt de Bijbel dat we bij elkaar horen in het lichaam van Christus. Ieder heeft zijn en haar aandeel in het geheel.



De grote vis
Velen om ons heen zijn bezig om te zien of zij de grote vis in hun leven kunnen binnen halen, waardoor ze in één keer uit de schulden zijn en kunnen leven zoals zij het zich voorstellen. In de Bijbel lezen we van een man die door te vluchten op een schip in een grote vis terecht kwam.

Jezus spreekt hierover, maar dan op een ander manier.  Matteüs 12 : 40 en 41 -
40 Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven. 41 Op de dag van het oordeel zullen de Ninevieten samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij hadden zich bekeerd na de prediking van Jona, en hier ziet u iemand die meer is dan Jona! 

De Here Jezus maakt een gelijkenis van de drie dagen dat Jona in de buik van de vis zat met de kruiziging, dood en opstanding van Hemzelf. De mensen uit Jezus tijd wilden meer en meer zien van de wonderen die Hij deed, maar misten waarom het ging. Jezus zegt in Lucas 19:10  - De Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden.

De boot van het Evangelie vaart over de zee van het leven. We kunnen net als Petrus door de Here Jezus geholpen worden om vanuit de dreiging van de zee en de hoge golven, dat Hij weer in de boot brengt als zaken ons hebben uitgedaagd en gemaakt dat we zijn uitgestapt. Misschien met goede bedoelingen, misschien vanuit teleurstelling. De zanger Michael W. Smith zei eens: “God is niet verder weg dan een gebed.” Petrus riep om hulp en Jezus hielp hem uit de golven en in de boot en bracht de storm tot bedaren.

Bij de laatste visvangst waar Jezus over spreekt, is de term ‘oogst’ een bekendere term voor ons. Wij kunnen en mogen daar bij zijn. Dat is de uitnodiging van God en het Evangelie. Door onze keuze en wandel met God mogen we door de wedergeboorte weten dat we er bij zijn. Met Romeinen 5 : 8 - 11  zou ik willen eindigen door deze voor te lezen als aan- en bemoediging.

God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is. Veel meer zullen wij derhalve, thans door zijn bloed gerechtvaardigd, door Hem behouden worden van de toorn. 10 Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood zijns Zoons, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn, behouden worden, doordat Hij leeft; 11 en dát niet alleen, maar wij roemen zelfs in God door onze Here Jezus [Christus], door wie wij nu de verzoening ontvangen hebben.


maandag 5 augustus 2013

Mozes ontmoet de Heer

Mozes ontmoet God - Exodus 3 : 1 – 6
Door het vuur van God werd de aandacht van Mozes gewekt en opgeroepen om dichterbij te komen. Hij dacht naar de brandende braamstruik, maar in werkelijkheid was het de Engel van de Heer die Hem uitnodigde om voor God te komen. De Heer zegt in vers 4 – “Toen de HEERE zag dat hij ging kijken, riep God tot hem uit het midden van de doornstruik en zei:  Mozes, Mozes! Hij zei: Zie, hier ben ik!”

Mozes ging kijken
Mozes wordt getrokken door iets wat hij ziet. Hij is opmerkzaam voor een verschijnsel die niet hetzelfde is als anders. Hij bleef niet op de afstand toe kijken hoe het verder zou verlopen maar neemt de moeite om zijn schapen alleen te laten om  naar de brandende braamstruik te gaan kijken op de berg.
Er staat : “Toen de Heer zag dat hij ging kijken…”



2 Kronieken 16 :9 - “De ogen van de Heer gaan over de hele aarde om krachtig bij te staan, van wie het hart volkomen naar Hem uitgaat.”
Blijkbaar werd er iets van Mozes verwacht. We kunnen opmerkzaam zijn en onderscheiden wat God aan het doen is, maar als we niet loslaten waar we mee bezig zijn, dan kunnen we ook niet ontvangen wat God daarmee voor ogen heeft en horen wat Hij tegen ons wil zeggen en zien wat Hij ons wil laten zien /openbaren.

Het uiterlijke vuur moet het innerlijke vuur worden.
Denk maar aan de Emmaüsgangers. Zij kwamen in gesprek met de doper van Geest en vuur na de opstanding op de weg van Jeruzalem naar Emmaüs. Zij hadden het volbrachte werk van God gezien en gehoord. En toch ontbrak hen

de openbaring, waartoe dit zou leiden. Daarvoor moest Jezus de schriften openen. Hun verstand en hart moest nog een aantal stappen verder dan zij konden bevatten en wisten.

Uw wegen zijn niet Mijn wegen, uw gedachten zijn niet Mijn gedachten.
Jesaja 55 : 6 – 9 - “Zoekt de HERE, terwijl Hij Zich laat vinden; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere zich tot de HERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen – en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig. Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord des HEREN. Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten.”

Een uitnodiging waarbij het initiatief om God te zoeken, bij de Heer Zelf ligt. Hij doet iets en de mens kan daarop antwoord geven door Hem te zoeken. De Heer spreekt dan ook dat er een weg is voor degene die afgeweken zijn en hun eigen weg zijn gegaan. Hij nodigt uit om te belijden wat er fout is gegaan en tussen de mens en God staat. “Zalig de reinen van hart, want zij zullen God zien.” Dat is wat Jezus zegt in de zaligsprekingen in Mattheus 5:8

De Heer noemt je bij je naam
De manifestatie die Mozes zag en van dichtbij ging bekijken, was een aanleiding voor de Heer om tot hem te spreken. Het hart van Mozes was open voor wat God te zeggen had tegen hem. Net als de Emmaüsgangers, die luisterden naar Jezus. Er komt een verandering in hen en Mozes als de Heer spreekt. Zij krijgen een verlangen om deel te hebben aan hetgeen te zeggen heeft.

Wanneer Mozes zijn naam hoort, zegt hij : “Zie, hier ben ik.” M.a.w. Kijk maar Heer, hier sta ik. Hij bevestigd met een  innerlijke aandrang om de Heer te verzekeren dat hij dichtbij is gekomen. Hij was waarschijnlijk ook verrast dat Hij de Heer zijn naam hoort noemen.  En Mozes herkent gelijk dat de Heer tot hem spreekt.  

Zoekt de Heer
We zien ook hoe krachtig dit is bij het graf van Jezus in Johannes 20 : Als Maria met Jezus spreekt herkende zij Hem niet. Maar toen Jezus haar naam noemde,

zei ze : “Raboeni”, omdat ze wist dat het de Heer was. Er was iets in dat aanspreken van Maria, waarin zij net als Mozes wist; Dit is de Heer.  Zoals de



Emmaüsgangers ging ook Maria terug naar de discipelen om te vertellen dat zij de Heer had ontmoet. Zij waren in vuur en vlam voor hun Heer en wilden vertellen wat zij hadden gezien, gehoord en meegemaakt. Het was niet een verhaal van anderen, maar zij zelf hadden de Heer ontmoet. Dat is ook hetgeen wat we hebben gelezen in Jesaja 55. Zoekt de HERE, terwijl Hij Zich laat vinden; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. 

Ook daar zien we dat de uitnodiging is net als bij Mozes om de dingen die we gewoon zijn om te doen te verlaten en dichter bij te komen. Dat kan betekenen dat we iets laten of anders aanpakken, zodat er tijd en ruimte komt in ons zelf en ons drukke bestaan om toe te laten dat we tijd en gelegenheid krijgen om God te zoeken en te ontmoeten.

Daarbij kunnen we besluiten om niet op onze weg en gedachten blijven gaan, maar open te zijn voor wat de Heer wil doen, zeggen en laten zien. De Bijbel spreekt in Efeze 6 over geschoeid zijn met de bereidvaardigheid van het Evangelie van de Vrede. Die voeten gaan niet vanzelf op de manier van Gods Woord en bedoeling met ons leven doen wat Hij van ons vraagt. Het kan vragen om ons te bekeren van zaken die in de weg kunnen staan. Om deze los te laten en met Hem mee te gaan. Meegaan is niet wandelen en doen alsof, maar serieus aanpakken wat we menen te verstaan dat de Heer tegen ons zegt. We zijn volgelingen van Jezus.

Volg Mij
Tegen Zijn discipelen zei Hij : “Volg Mij.”  Hoe kunnen we Hem volgen als we niet naar Hem toe gaan om te horen, te zien en te weten wat Hij wil openbaren? Iemand op een afstand volgen is altijd met een risico dat je hem ergens al kwijt bent voordat je bent gekomen waar je moet zijn om Hem te ontmoeten. God zoekt de nabijheid, Hij wil je dichtbij Hem hebben.

Kom niet dichterbij
En toch zegt Hij tegen Mozes: “Kom niet dichterbij.” in vers 5 van Exodus 3.
In de ontmoeting van Mozes met de Heer moest er iets gebeuren wilde hij in God aanwezigheid komen. De voeten waar hij schoenen aanzaten waren op plaatsen geweest die niet in overeenstemming waren met de Heiligheid van God. Hij moest zich ontdoen van zijn aardse schoenen, menselijke bereidvaardigheid. “Zie, hier ben ik.”. ‘Heeft U het opgemerkt dat ik er ben?’ Op dit moment draait God de rollen om en maakt hem duidelijk : Hier ben Ik, de heilige God. “Weest heilig, want Ik ben heilig.” spreekt de Heer door het Oude en Nieuwe Testament heen.

1 Petrus 1:16 ; Omgordt dus de lendenen van uw verstand, weest nuchter, en vestigt uw hoop volkomen op de genade, die u gebracht wordt door de openbaring van Jezus Christus. 14 Voegt u, als gehoorzame kinderen, niet naar de begeerten uit de tijd uwer onwetendheid, 15 maar gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig is, wordt (zo) ook gijzelf heilig in al uw wandel; 16 er staat immers geschreven: Weest heilig, want Ik ben heilig. Zoals Petrus het omschrijft
hebben je voeten te maken met manier waarop jij leeft en wandelt in dit leven als persoon. Hij maakt onderscheid over de tijd dat je Jezus nog niet in je leven kende en de tijd nu je Jezus wel kent.

Soms heb je weleens het gevoel dat je in het geloof niet verder komt. Toch is er een verlangen om dichter bij God te leven. Misschien zijn er zaken die we net als Mozes van onze voeten, manier van leven weg moeten doen.



Wanneer de Heilige Geest komt
Johannes 16 : 7 – 11 Gaat er over dat Jezus belooft dat Hij de Heilige Geest zal zenden tot de gelovigen en in de eerste plaats sprak Hij hier tot Zijn discipelen. Ook  vertelt Jezus wat er gebeurt als de Heilige Geest er is;
Doch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden. En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel; van zonde, omdat zij in Mij niet geloven;10 van gerechtigheid, omdat Ik heenga tot de Vader en gij Mij niet langer ziet; 11 van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is.

Volk wel uit Egypte, maar nu Egypte uit het volk
Toen het volk van God onder Mozes uit het land Egypte geleid was, was het een lange weg om de gewoonten en gedachten van Egypte uit het volk te krijgen.

Wat zij gewoon waren, gingen ze in de woestijn niet opeens anders doen. Van binnen waren ze dezelfde mensen. Wel hadden ze geweldige dingen gezien die de Heer had gedaan om te zorgen dat ze geen slaven meer zouden zijn en moeten leven onder de tirannie van de farao.

Zo worden wij ook door Christus vrij gemaakt van de zonde, de tirannie van de boze in juridische zin. Wij zijn rechtens vrij van de zonde. We behoren Jezus toe. Toch merken veel mensen dat ze niet zomaar vrij in het leven staan en kunnen doen wat de Bijbel zegt hoe een kind van God leeft. Daarbij hebben we de hulp en leiding nodig van de Heilige Geest. De wereld in ons wordt overtuigd door de Heilige Geest. God heeft Zijn gedachten en wegen voor ons. Dat betekent dat Hij ons daarvoor apart wil zetten. ‘Weest heilig, want Ik ben heilig.’ Toewijding in ons leven door de keuzes die we voor Hem en met Hem maken. Niet los van God leven en eigen weg gaan, maar God zoeken en samen met Hem gaan. Dat zou kunnen betekenen dat je je autonomie, dat “je het zelf wel kunt” opgeeft en God vraagt om je leven te leiden.

Sterk in de Heer
Eén van de boeken van de Bijbel waar we als mens heel veel van ons in kunnen herkennen zijn de Psalmen. Als er staat in Exodus 3 dat Mozes bevreesd is om naar God te kijken, dan is hij niet de enige die dat probleem kent. Veel mensen hebben schaamte en / of angst om in de nabijheid van God te komen. Vandaar dat David die ook in zijn leven door moeilijke tijden heenging hierover spreekt.

Psalm 27 “Eén ding heb ik van de Heer gevraagd…”
Psalm 27 spreekt van een verlangen en passie om met God te leven. Dwars door alle moeilijkheden heen. Als mens komen we allerlei zaken op ons levensweg tegen die het ons erg moeilijk kunnen maken. Teleurstelling, verdriet, manipulatie, intimidatie, ontslag, ziekte, verlies etc. Het kan ons ontmoedigen en maken dat we zaken laten liggen, die we voorheen erg belangrijk vonden of juist ons zorgen maken en druk voelen omdat we geen oplossing zien. Dat kost heel veel energie en tijd. Dit willen we liever niet, maar het gebeurd.

Eén van de dingen die je mag doen is naar God toe gaan en Zijn aandacht vragen voor de nood die je op je hart hebt of in je leven kent. Als de nood hoog is, gaan


we vanzelf aan de bel trekken.  Wat in ons is, dat moet er dan uit en willen we verlost worden van hetgeen zeer op ons drukt.

Als de nood hoog is
Psalm 27: 7 Hoor, HEERE, mijn stem als ik roep; wees mij genadig en antwoord mij. 8 Mijn hart zegt tegen U wat U Zelf zegt: Zoek Mijn aangezicht. Ik zóek Uw aangezicht, HEERE, 9 verberg Uw aangezicht niet voor mij.

Je ziet hier dat David het heel duidelijk voor zichzelf weet te zeggen en noemen in zijn gebed aan de Heer. In zijn hart is het verlangen om dicht bij de Heer te zijn. Maar in de praktijk ervaart hij in zijn leven afstand en zoekt naar antwoorden.

Hij zal ons hart sterk maken
Psalm 27 : 13 en 14  -  Als ik toch niet had geloofd dat ik de goedheid van de HEERE zou zien in het land van de levenden, ik was vergaan. 14  Wacht op de HEERE, wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken; ja, wacht op de HEERE.



Dit mag een antwoord zijn op moment en situaties waarin we bevreesd zijn. Je mag weten dat God goed is en ons vasthoudt. Vaak worden we beproefd in ons
geduld en lijkt de oplossing ver weg. Maar je mag weten dat in de nabijheid van de Heer rust is en vertrouwen.

Wat we nodig hebben is dat we sterker worden van binnen. Ons vertrouwen en geloof in God wil de Heer in ons doen groeien. Daar mogen we om vragen. Ook geeft David in zijn Psalm daar een antwoord op. Hij heeft God gevraagd om in Gods nabijheid te mogen leven en Zijn lieflijkheid te mogen zien en als het nodig is te mogen en kunnen schuilen bij God.

Ik doe wat ik kan en God doet de rest
Er zijn dingen die ik kan en moet doen. Er zijn dingen die we van God nodig hebben om stand te houden en overwinning te krijgen over zaken waar wij te kort schieten. In Exodus 3:6 zien we dat Mozes zijn gezicht bedekte en verstopte zich. Maar wij mogen weten dat God als een schild rondom ons is en Hij onze bescherming is en wij bij Hem mogen schuilen. Ook al merken we dat we in moeilijke situaties zijn terecht gekomen en vanbinnen er duizenden excuses zijn om af te wijken. God is trouw en houd ons vast.

Dat was ook wat Mozes nodig had na deze ontmoeting en hij met een opdracht naar farao ging. God deed er alles aan om Mozes te bemoedigen en te laten merken dat Hij aan zijn zijde stond. Hij hoefde niet te vrezen. Niet vanwege zijn verleden, waar hij een man had gedood. Niet vanwege dat hij langere tijd niet meer binnen het paleis was geweest en weer openbaar moest gaan spreken. Niet vanwege de occulte praktijken die hij tegen zou komen. Niet vanwege het feit dat hij als een gewoon man daar kwam om de farao te zeggen Gods volk te laten gaan. God sprak de onvergetelijke woorden: “Ik ben Die Ik ben” heeft je gezonden. Hij mocht letterlijk achter Gods naam schuilen en zijn autoriteit hebben op de naam van de Heer.



De Naam boven alle naam

Is dat niet hetzelfde dat Jezus de Naam boven alle naam heeft gekregen en wij in Zijn naam mogen bidden. En God wil horen en verhoren, omdat wij door de Naam van Jezus toegang hebben verkregen tot alles wat wil geven aan Zijn kinderen. Laten wij bidden en komen bij de Heer met wat er op ons hart ligt.