Mozes ontmoet God - Exodus 3 : 1 – 6
Door het vuur van God werd
de aandacht van Mozes gewekt en opgeroepen om dichterbij te komen. Hij dacht
naar de brandende braamstruik, maar in werkelijkheid was het de Engel van de
Heer die Hem uitnodigde om voor God te komen. De Heer zegt in vers 4 – “Toen de HEERE zag dat hij ging kijken, riep God tot hem uit het midden
van de doornstruik en zei: Mozes,
Mozes! Hij zei: Zie, hier ben ik!”
Mozes ging kijken
Mozes wordt getrokken door
iets wat hij ziet. Hij is opmerkzaam voor een verschijnsel die niet hetzelfde
is als anders. Hij bleef niet op de afstand toe kijken hoe het verder zou
verlopen maar neemt de moeite om zijn schapen alleen te laten om naar de brandende braamstruik te gaan kijken
op de berg.
Er staat : “Toen
de Heer zag dat hij ging kijken…”
2 Kronieken 16 :9 - “De ogen van de Heer gaan over de hele aarde om krachtig bij te staan,
van wie het hart volkomen naar Hem uitgaat.”
Blijkbaar werd er iets van
Mozes verwacht. We kunnen opmerkzaam zijn en onderscheiden wat God aan het doen
is, maar als we niet loslaten waar we mee bezig zijn, dan kunnen we ook niet
ontvangen wat God daarmee voor ogen heeft en horen wat Hij tegen ons wil zeggen
en zien wat Hij ons wil laten zien /openbaren.
Het uiterlijke vuur moet het innerlijke vuur worden.
Denk maar aan de
Emmaüsgangers. Zij kwamen in gesprek met de doper van Geest en vuur na de
opstanding op de weg van Jeruzalem naar Emmaüs. Zij hadden het volbrachte werk
van God gezien en gehoord. En toch ontbrak hen
de openbaring, waartoe dit
zou leiden. Daarvoor moest Jezus de schriften openen. Hun verstand en hart
moest nog een aantal stappen verder dan zij konden bevatten en wisten.
Uw wegen zijn niet Mijn
wegen, uw gedachten zijn niet Mijn gedachten.
Jesaja 55 : 6 – 9 - “Zoekt de HERE, terwijl Hij Zich laat vinden;
roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. 7 De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man
zijn gedachten en hij bekere zich tot de HERE, dan zal
Hij Zich over hem ontfermen – en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig. 8 Want mijn
gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het
woord des HEREN. 9 Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn
mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten.”
Een uitnodiging waarbij
het initiatief om God te zoeken, bij de Heer Zelf ligt. Hij doet iets en de
mens kan daarop antwoord geven door Hem te zoeken. De Heer spreekt dan ook dat
er een weg is voor degene die afgeweken zijn en hun eigen weg zijn gegaan. Hij
nodigt uit om te belijden wat er fout is gegaan en tussen de mens en God staat.
“Zalig
de reinen van hart, want zij zullen God zien.” Dat is wat Jezus zegt in
de zaligsprekingen in Mattheus 5:8
De Heer noemt je bij je naam
De manifestatie die Mozes
zag en van dichtbij ging bekijken, was een aanleiding voor de Heer om tot hem
te spreken. Het hart van Mozes was open voor wat God te zeggen had tegen hem.
Net als de Emmaüsgangers, die luisterden naar Jezus. Er komt een verandering in
hen en Mozes als de Heer spreekt. Zij krijgen een verlangen om deel te hebben
aan hetgeen te zeggen heeft.
Wanneer Mozes zijn naam
hoort, zegt hij : “Zie, hier ben ik.” M.a.w. Kijk maar Heer, hier sta ik. Hij
bevestigd met een innerlijke aandrang om
de Heer te verzekeren dat hij dichtbij is gekomen. Hij was waarschijnlijk ook
verrast dat Hij de Heer zijn naam hoort noemen. En Mozes herkent gelijk dat de Heer tot hem
spreekt.
Zoekt de Heer
We zien ook hoe krachtig
dit is bij het graf van Jezus in Johannes
20 : Als Maria met Jezus spreekt herkende zij Hem niet. Maar toen Jezus
haar naam noemde,
zei ze : “Raboeni”,
omdat ze wist dat het de Heer was. Er was iets in dat aanspreken van Maria, waarin
zij net als Mozes wist; Dit is de Heer.
Zoals de
Emmaüsgangers ging ook
Maria terug naar de discipelen om te vertellen dat zij de Heer had ontmoet. Zij
waren in vuur en vlam voor hun Heer en wilden vertellen wat zij hadden gezien,
gehoord en meegemaakt. Het was niet een verhaal van anderen, maar zij zelf
hadden de Heer ontmoet. Dat is ook hetgeen wat we hebben gelezen in Jesaja 55. Zoekt
de HERE, terwijl Hij Zich laat vinden; roept Hem aan,
terwijl Hij nabij is.
Ook daar zien we dat de uitnodiging is net als bij Mozes om de dingen
die we gewoon zijn om te doen te verlaten en dichter bij te komen. Dat kan
betekenen dat we iets laten of anders aanpakken, zodat er tijd en ruimte komt
in ons zelf en ons drukke bestaan om toe te laten dat we tijd en gelegenheid
krijgen om God te zoeken en te ontmoeten.
Daarbij kunnen we besluiten om niet op onze weg en gedachten blijven
gaan, maar open te zijn voor wat de Heer wil doen, zeggen en laten zien. De
Bijbel spreekt in Efeze 6 over geschoeid zijn met de bereidvaardigheid van het
Evangelie van de Vrede. Die voeten gaan niet vanzelf op de manier van Gods
Woord en bedoeling met ons leven doen wat Hij van ons vraagt. Het kan vragen om
ons te bekeren van zaken die in de weg kunnen staan. Om deze los te laten en
met Hem mee te gaan. Meegaan is niet wandelen en doen alsof, maar serieus
aanpakken wat we menen te verstaan dat de Heer tegen ons zegt. We zijn
volgelingen van Jezus.
Volg Mij
Tegen Zijn discipelen zei Hij : “Volg Mij.” Hoe kunnen we Hem volgen als we niet naar Hem
toe gaan om te horen, te zien en te weten wat Hij wil openbaren? Iemand op een
afstand volgen is altijd met een risico dat je hem ergens al kwijt bent voordat
je bent gekomen waar je moet zijn om Hem te ontmoeten. God zoekt de nabijheid,
Hij wil je dichtbij Hem hebben.
Kom niet dichterbij
En toch zegt Hij tegen Mozes: “Kom niet dichterbij.” in vers 5 van Exodus 3.
In de ontmoeting van Mozes met de Heer moest er iets gebeuren wilde hij
in God aanwezigheid komen. De voeten waar hij schoenen aanzaten waren op
plaatsen geweest die niet in overeenstemming waren met de Heiligheid van God.
Hij moest zich ontdoen van zijn aardse schoenen, menselijke bereidvaardigheid. “Zie,
hier ben ik.”. ‘Heeft U het
opgemerkt dat ik er ben?’ Op dit moment draait God de rollen om en maakt
hem duidelijk : Hier ben Ik, de heilige God. “Weest heilig, want Ik ben
heilig.” spreekt de Heer door het Oude en Nieuwe Testament heen.
1 Petrus 1:16 ; Omgordt dus de lendenen van uw verstand, weest
nuchter, en vestigt uw hoop volkomen op de genade, die u gebracht wordt door de
openbaring van Jezus Christus. 14 Voegt u, als gehoorzame kinderen,
niet naar de begeerten uit de tijd uwer onwetendheid, 15 maar gelijk
Hij, die u geroepen heeft, heilig is, wordt (zo) ook gijzelf heilig in al uw
wandel; 16 er staat immers geschreven: Weest heilig, want Ik ben
heilig. Zoals Petrus het
omschrijft
hebben je voeten te maken
met manier waarop jij leeft en wandelt in dit leven als persoon. Hij maakt
onderscheid over de tijd dat je Jezus nog niet in je leven kende en de tijd nu
je Jezus wel kent.
Soms heb je weleens het
gevoel dat je in het geloof niet verder komt. Toch is er een verlangen om
dichter bij God te leven. Misschien zijn er zaken die we net als Mozes van onze
voeten, manier van leven weg moeten doen.
Wanneer de Heilige Geest komt
Johannes 16 : 7 – 11 Gaat er over dat Jezus belooft dat Hij de Heilige Geest zal zenden tot
de gelovigen en in de eerste plaats sprak Hij hier tot Zijn discipelen.
Ook vertelt Jezus wat er gebeurt als de
Heilige Geest er is;
Doch Ik zeg u
de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga,
kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u
zenden. 8 En
als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en
van oordeel; 9 van
zonde, omdat zij in Mij niet geloven;10 van
gerechtigheid, omdat Ik heenga tot de Vader en gij Mij niet langer ziet; 11 van
oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is.
Volk wel uit Egypte, maar nu Egypte uit het volk
Toen het volk van God onder Mozes uit het land Egypte geleid was, was
het een lange weg om de gewoonten en gedachten van Egypte uit het volk te
krijgen.
Wat zij gewoon waren, gingen ze in de woestijn niet opeens anders doen.
Van binnen waren ze dezelfde mensen. Wel hadden ze geweldige dingen gezien die
de Heer had gedaan om te zorgen dat ze geen slaven meer zouden zijn en moeten
leven onder de tirannie van de farao.
Zo worden wij ook door Christus vrij gemaakt van de zonde, de tirannie
van de boze in juridische zin. Wij zijn rechtens vrij van de zonde. We behoren
Jezus toe. Toch merken veel mensen dat ze niet zomaar vrij in het leven staan
en kunnen doen wat de Bijbel zegt hoe een kind van God leeft. Daarbij hebben we
de hulp en leiding nodig van de Heilige Geest. De wereld in ons wordt overtuigd
door de Heilige Geest. God heeft Zijn gedachten en wegen voor ons. Dat betekent
dat Hij ons daarvoor apart wil zetten. ‘Weest heilig, want Ik ben heilig.’
Toewijding in ons leven door de keuzes die we voor Hem en met Hem maken. Niet
los van God leven en eigen weg gaan, maar God zoeken en samen met Hem gaan. Dat
zou kunnen betekenen dat je je autonomie, dat “je het zelf wel kunt” opgeeft en God vraagt om je leven te leiden.
Sterk in de Heer
Eén van de boeken van de
Bijbel waar we als mens heel veel van ons in kunnen herkennen zijn de Psalmen.
Als er staat in Exodus 3 dat Mozes bevreesd is om naar God te kijken, dan is
hij niet de enige die dat probleem kent. Veel mensen hebben schaamte en / of
angst om in de nabijheid van God te komen. Vandaar dat David die ook in zijn
leven door moeilijke tijden heenging hierover spreekt.
Psalm 27 “Eén
ding heb ik van de Heer gevraagd…”
Psalm 27
spreekt van een verlangen en passie om met God te leven. Dwars door alle
moeilijkheden heen. Als mens komen we allerlei zaken op ons levensweg tegen die
het ons erg moeilijk kunnen maken. Teleurstelling, verdriet, manipulatie,
intimidatie, ontslag, ziekte, verlies etc. Het kan ons ontmoedigen en maken dat
we zaken laten liggen, die we voorheen erg belangrijk vonden of juist ons
zorgen maken en druk voelen omdat we geen oplossing zien. Dat kost heel veel
energie en tijd. Dit willen we liever niet, maar het gebeurd.
Eén van de dingen die je
mag doen is naar God toe gaan en Zijn aandacht vragen voor de nood die je op je
hart hebt of in je leven kent. Als de nood hoog is, gaan
we vanzelf aan de bel
trekken. Wat in ons is, dat moet er dan
uit en willen we verlost worden van hetgeen zeer op ons drukt.
Als de nood hoog is
Psalm 27: 7 Hoor,
HEERE, mijn stem als ik roep; wees mij genadig en antwoord mij.
8 Mijn hart zegt tegen U wat U Zelf zegt: Zoek Mijn aangezicht. Ik
zóek Uw aangezicht, HEERE, 9 verberg Uw aangezicht niet voor mij.
Je ziet hier dat David het
heel duidelijk voor zichzelf weet te zeggen en noemen in zijn gebed aan de
Heer. In zijn hart is het verlangen om dicht bij de Heer te zijn. Maar in de
praktijk ervaart hij in zijn leven afstand en zoekt naar antwoorden.
Hij zal ons hart sterk maken
Psalm 27 : 13 en 14 - Als ik toch niet had
geloofd dat ik de goedheid van de HEERE zou zien in het land van de levenden,
ik was vergaan. 14 Wacht op de HEERE, wees sterk en Hij zal uw hart
sterk maken; ja, wacht op de HEERE.
Dit mag een antwoord zijn
op moment en situaties waarin we bevreesd zijn. Je mag weten dat God goed is en
ons vasthoudt. Vaak worden we beproefd in ons
geduld en lijkt de
oplossing ver weg. Maar je mag weten dat in de nabijheid van de Heer rust is en
vertrouwen.
Wat we nodig hebben is dat
we sterker worden van binnen. Ons vertrouwen en geloof in God wil de Heer in
ons doen groeien. Daar mogen we om vragen. Ook geeft David in zijn Psalm daar
een antwoord op. Hij heeft God gevraagd om in Gods nabijheid te mogen leven en
Zijn lieflijkheid te mogen zien en als het nodig is te mogen en kunnen schuilen
bij God.
Ik doe wat ik kan en God doet de rest
Er zijn dingen die ik kan
en moet doen. Er zijn dingen die we van God nodig hebben om stand te houden en
overwinning te krijgen over zaken waar wij te kort schieten. In Exodus 3:6 zien
we dat Mozes zijn gezicht bedekte en verstopte zich. Maar wij mogen weten dat God
als een schild rondom ons is en Hij onze bescherming is en wij bij Hem mogen
schuilen. Ook al merken we dat we in moeilijke situaties zijn
terecht gekomen en vanbinnen er duizenden excuses zijn om af te wijken. God is
trouw en houd ons vast.
Dat was ook wat Mozes
nodig had na deze ontmoeting en hij met een opdracht naar farao ging. God deed
er alles aan om Mozes te bemoedigen en te laten merken dat Hij aan zijn zijde
stond. Hij hoefde niet te vrezen. Niet vanwege zijn verleden, waar hij een man
had gedood. Niet vanwege dat hij langere tijd niet meer binnen het paleis was
geweest en weer openbaar moest gaan spreken. Niet vanwege de occulte praktijken
die hij tegen zou komen. Niet vanwege het feit dat hij als een gewoon man daar
kwam om de farao te zeggen Gods volk te laten gaan. God sprak de onvergetelijke
woorden: “Ik ben Die Ik ben” heeft je gezonden. Hij mocht letterlijk
achter Gods naam schuilen en zijn autoriteit hebben op de naam van de Heer.
De Naam boven alle naam
Is dat niet hetzelfde dat
Jezus de Naam boven alle naam heeft gekregen en wij in Zijn naam mogen bidden.
En God wil horen en verhoren, omdat wij door de Naam van
Jezus toegang hebben verkregen tot alles wat wil geven aan Zijn kinderen. Laten
wij bidden en komen bij de Heer met wat er op ons hart ligt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten