De rijke jongeling

Nu - In deze tijd hebben we vele rijke jongelingen. Ze hebben zich verrijkt met social media, kennis en opleiding, hebben meer geld dan voorgaande generaties. Weten niet wat armoede is. Ze hoeven er niet hard voor te werken. Vrije tijd is belangrijker dan geld verdienen en loyaal aan een baas / werkgever te zijn.  

Verveeld als internet uitvalt, boos als anderen niet doen wat ze willen. Eisen meer opslag omdat ze meer willen kunnen uitgeven. Daar heeft God geen plaats en speelt geen enkele rol in het denken van de rijke autonome mens, die niemand en niets nodig heeft buiten zijn eigen rijkdom. Er is weerstand tegen het geloof, om het je tijd, geld en je vrijheid kost.  

Zijn er antwoorden, die wij aan hen kunnen geven als kerk van Jezus Christus?  

Of zoeken we zelf nog naar antwoorden op vragen, waar we zelf mee lopen? De oude tijd dat iedereen naar de kerk ging, is voorbij.   

Knielen - Markus 10:17 - 19 - “Toen hij zijn weg vervolgde, kwam er iemand naar hem toe die voor hem op zijn knieën viel en vroeg: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’18 Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, behalve God. 19 U kent de geboden: pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, bedrieg niemand, toon eerbied voor uw vader en uw moeder.’ 

Mensen kwamen bij Jezus en knielden voor Hem neer.  We zien in de Evangeliën dat zij dat deden met het verzoek om genezing, reiniging, vragen, redding en overtuiging van zonde. (Mattheus 8,15,17 en 20, Markus 1 en 10 en Lukas 5) Voor zichzelf en hun kind(eren).   

Knielen is een houding ten teken van eerbied en dankbaarheid. Dit is de veel gebruikte houding om te bidden. Het heeft te maken met het toekennen van de hoogste plaats van God in ons leven. Smeken, verzoek doen, belijden en luisteren naar God zijn redenen om op deze manier te bidden.  

Gezien de mensen dit bij Jezus deden, was duidelijk dat zij Hem met respect benaderden en hem een autoriteit vonden.  Als Hij sprak, dan was dat anders en met autoriteit dan dat van de Schriftgeleerden. (Markus 1:22)  Door de knieën gaan – De man kwam naar Jezus en knielde voor hem neer. De vraag die hij had, maakte duidelijk dat hij een innerlijke nood / levensvraag had, die nog onbeantwoord was. Daarvoor kon hij niet terecht bij zijn leiders, omgeving en zichzelf. Ook zijn geloof lijkt ontoereikend te zijn en voor zijn verstand en gevoel miste er een stukje aan de puzzel om in rust met zichzelf, anderen en God te leven.  

Zou Jezus hierop ook vandaag de dag een passend antwoord kunnen geven? Om dit te ontdekken, moest hij / moeten wij zijn/onze status, leidinggevende en positie van aanzien opzijzetten en zich vernederen. Een vrager worden in plaats van zelf te beslissen en bepalen.   

Knielen voor Jezus - Nu 2018 knielen we ook voor Jezus. Hij is de Koning der koningen. Hij heeft alle macht in de hemel en op aarde. Hij zit aan de rechterhand van God de Vader. In Filippenzen 2:8,9 staat dat Hij de naam boven alle naam heeft gekregen.  En waarom?  

Omdat hij zich heeft gebogen voor de wil van de Vader. Hij heeft zich  dienstbaar gemaakt om de weg van het lijden te gaan, om een weg te banen  voor elk mens die in Hem gelooft. En zoals Jezus zei in Getsemane : “Niet mijn wil , maar Uw wil geschiedde.” Dat spreekt van totale overgave. Mattheus 26:39 Dan gaat het niet meer om het belang van één persoon, maar het grotere geheel. Dat geldt ook voor ons die Hem volgen. Geven we ons over aan Hem of gaan we voor eigen belang?  

Berekenend. Als ik dit of dat doe, wat levert het mij dan op? De jongeman was rijk en hield zich strikt aan de wet. In het onderwijs van Jezus horen we : Daar waar je hart is, daar zal ook je schat zijn. Lucas 12:34 Zo kwam de rijke jonge man naar Jezus toe. Hij zocht naar een aanvulling van wat hij al deed en had. En Jezus spreekt hem aan op het punt wie hij was. Hij was rijk en een rechtvaardig mens in de ogen van zijn omgeving en zichzelf. Nu ging Jezus een stap verder. Wie ben jij zonder al je bezittingen en status quo?  

Klimmen op de geestelijke ladder? - Matt. 19:16 - En zie, er kwam iemand naar Hem toe en die zei tegen Hem: Goede Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te hebben?  Waarmee kan ik bewijzen, dat ik heb bewezen en er alles aan gedaan heb om het eeuwige leven te verdienen?  

Luk. 18:18  - En een leidinggevende vroeg Hem en zei: Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven? Hoe kan ik naast de maatschappelijke ladder ook op de geestelijke ladder omhoog klimmen? In deze tijd krijgen wij vaak de weg aangeboden in 3, 5 of 10 stappen. Bij Jezus werkt het compleet omgekeerd. Als je jezelf vernederd, zul je verhoogd worden. Lucas 18:14 Als je een leider bent, dien je iedereen. Als je meer wilt, deel dan juist uit van hetgeen je al hebt.  

(In)compleet – Markus 10:20-22 - Toen zei de man: ‘Meester, sinds mijn jeugd heb ik me daaraan gehouden.’ 21 Jezus keek hem liefdevol aan en zei tegen hem: ‘Eén ding ontbreekt u: ga naar huis, verkoop alles wat u hebt en geef het geld aan de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten; kom dan terug en volg mij.’ 22 Maar de man werd somber toen hij dit hoorde en ging terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen. 

“Eén ding ontbreekt u” In het boek Openbaring zien we, dat Jezus 7 gemeenten langs gaat. Bij één gemeente, te Efeze, ontbreekt de liefde van en voor God. Rijk, omdat ze succesvol waren in zaken en konden tonen wat ze hadden bereikt, maar gebrek aan het meest essentiële wat een gelovige nodig heeft om vruchtbaar te zijn en met God te kunnen leven. Jezus zegt: “Bedenkt van welke hoogte je bent gevallen. Bekeer je en doe de weer de eerste werken.” - Openbaring 2:4  

Doe wat je doet uit liefde en door de liefde van God. De rijkdom zit er niet in wat je hebt, maar wat je er mee doet.   Zo ook de jongeling. Hij had nodig dat hij de eerste dingen doet. Wat deed de eerste gemeente? Ze verkochten hun bezittingen en niemand had gebrek.   

Wat is mijn bezit?  Een mooi uiterlijk bekleed ons alleen aan de buitenkant. Het brengt ons in gunst bij anderen, rijkdom, maar verdrijft niet onze eenzaamheid. Het maakt dat anderen willen hebben, wat ik heb en is delen een moeilijke factor, omdat zekerheid van ons bezit maakt, dat we minder angst voor de toekomst lijken te hebben.  

Maar wat als mijn bezit wegvalt? Dat bezit kan mijn gezondheid zijn, mijn bedrijf, mijn positie, mijn privileges. Simpel kan dat al zijn dat er een auto of een wasmachine kapotgaat en het spaargeld wat voor iets anders bestemd was, moet worden aangesproken. Wat doet dat met ons? Heb ik dan het ‘geld’ of heeft ‘geld’ mij? Wie dient wie?  

Koninkrijk van God – Markus 10:23 - Jezus keek de kring rond en zei tegen zijn leerlingen: ‘Wat is het moeilijk voor rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ Wie zijn die rijken? Zijn dat alleen de mensen, die zoveel geld en bezit hebben dat niemand zich met hen kan vergelijken.  

In het klein kennen we allemaal deze competitie. We vergelijken ons met elkaar en trekken onze conclusies daaruit. Ben ik beter of mankeert er iets aan mij? Ben ik zeker van mijn zaak of zit ik vaak in ernaast en voel me meer onzeker dan geliefd, aanvaard en vergeven?  

Elk mens straalt op wat voor manier dan ook uit: “Kijk naar mij.” Zie mij staan en accepteer mij. Als acceptatie, respect en zekerheid door deze dingen verworven zijn, is het moeilijk om ze los te laten en je volledige zekerheid / toekomst in Gods handen te leggen.  

Achtergelaten Markus 10:29-30 - Jezus zei: ‘Ik verzeker jullie: iedereen die broers of zusters, moeder, vader of kinderen, huis of akkers heeft achtergelaten omwille van mij en het evangelie, 30 zal het honderdvoudige ontvangen: in deze tijd broers en zusters, moeders en kinderen, huizen en akkers, al zal dat gepaard gaan met vervolging, en in de tijd die komt het eeuwige leven.  

 De discipelen hadden net als in deze tijd hun huis en haard verruild voor het volgen van Jezus. Zelfs hun woonplaats en familie hebben zij achter zich gelaten. Het verruilen van de tijd zonder Jezus met het volgen van Hem, kan gepaard gaan met onzekerheid of je wel dezelfde vrijheid hebt, wanneer je dag voorspelbaar is en je omgeving bekend.  

In een nieuwe omgeving met andere mensen, situaties en gelegenheden, heb je alleen houvast aan de instructies van Jezus. Val je terug op je oude patronen, zoals jij vindt dat het moet zijn en zoals het altijd is gegaan, zul je ontdekken, dat geloven en leven niet matst / klikt / samengaat.  

Het gevaar dat je andere middelen in plaats van je rotsvaste geloof in Jezus verruild met de zekerheid, die geld, middelen, bezit en mensen je lijken te bieden. Daar heb je niet zoveel geloof voor nodig en ben je weer onafhankelijk en ga je je eigen weg.  Die weg kan in veel gevallen, de paden van je ouders en voorouders zijn. Zoals het bij hen ging, zo gaat het ook bij jou. En begin je steeds meer op hen te lijken, terwijl je dacht het anders te doen.  

Ook daar moeten we in Christus onze familie achter ons laten. Zeker als het gaat om patronen van zonde, die weer doorgaan in ons leven en onze kinderen. Niet alles overkomt ons. Wij hebben de gelegenheid om te kiezen. Willen wij dit achter laten om Jezus’ wil en zijn we bereid een andere weg te gaan?  

De laatste vraag aan ons is : Ben ik bereid om hiervoor te gaan? In navolging van onze Heer. Soms is dat een dagelijkse keus om een andere weg te gaan, dan wat ik als mens zou kiezen. God wil ons door Zijn Geest en Zijn Woord daarin bijstaan en raad geven, zoals Jezus raad gaf aan de jongeling. Het is aan ons wat we er mee doen?  

Laten we naar Jezus toegaan en stil voor Zijn aangezicht worden. Luisteren naar de Woorden die Hij tot ons wil spreken. Soms door de zachte stem van ons hart. Soms door Zijn Woord en worden onze harten en gedachten weer gereinigd, zodat we opnieuw de keus maken om er helemaal voor te gaan. Niet alleen maar samen met de Heer. Hij is onze Leidsman, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, die Zijn licht op onze levenspad wil laten schijnen.