In onze maatschappij moeten jongeren al heel snel een profiel op school kiezen. Met dat profiel worden er al sporen uitgezet in de richting van je vervolgstudie. Hiermee heb je een bepaald vakkenpakket dat de basis geeft voor wat je later gaat studeren en worden. Gezien velen niet weten wat ze willen worden, is dit een ontdekkingstocht.
Die ontdekkingstocht wordt gaandeweg medebepaald, wat er in je rugzak hebt. Welke relaties/ vriendschappen er zijn in je leven. Financiële middelen beschikbaar zijn. Of je ouders achter je staan of dat je het zelf moet uitzoeken. En tja, wat wil je? Wil je snel geld gaan verdienen en van school af of ga je door tot je 24e of langer om door te leren totdat je vandaaruit in het bedrijfsleven gaat meedraaien?
In onze maatschappij is het steeds meer normaal dat je eerst geld verdiend. Zorgt dat je het voor elkaar hebt en dan denken aan een gezinnetje stichten, kinderen krijgen. Etc. Dat laatste had Hanna ook wel gehoopt met haar man Elkana. Trouwen, kinderen krijgen en de bestemming, die zij in zichzelf voelde te volgen. Dat blijkt compleet anders te gaan. Ook in onze tijd zijn er heel wat Hanna’s, die zich aan de kant van de maatschappij voelen. De pijn ervaren van het niet in vervulling gaan van hun dromen.
Dat is niet alleen op het vlak van een gezin, maar kan ook op het vlak zijn van een baan, promotie en positie in een bedrijf. Dat het aan je neus voorbijgaat naar een ander en je diep in je motivatie wordt beproefd. Of dat je graag het werk het werk laat, de boel de boel en fulltime mag dienen met het Evangelie, waarbij je focus volledig ligt op het vertellen van de goede boodschap.
En dan blijkt dat je met 2 voeten in de klei je brood moet verdienen en in je vrije tijd ruimte moet zoeken om mee te helpen in de gemeente of projecten ondersteund van een organisatie. Niet iedereen is een Samuël, die gelijk vanaf het eerste moment aan God is gewijd en apart gezet. Daarmee komt jouw roeping en bestemming op je leven kijken. We gaan samen kijken naar Samuel.
1 Samuel 3 : 1-10 De Heer roept Samuel
1 En de jonge Samuel diende de HEERE
onder toezicht van Eli. Het woord van de HEERE was schaars in die dagen; er
kwam geen visioen openbaar.
2 Het gebeurde op zekere dag, toen Eli op zijn slaapplaats lag – zijn ogen begonnen zwak te worden, zodat hij niet meer kon zien –3 en toen ook Samuel zich te slapen gelegd had, voordat de lamp van God gedoofd werd in de tempel van de HEERE, waar de ark van God was, 4 dat de HEERE Samuel riep. En hij zei: Zie, hier ben ik. 5 Hij snelde naar Eli en zei: Zie, hier ben ik, want u hebt mij geroepen. Maar die zei: Ik heb niet geroepen, ga terug en ga weer liggen. En hij ging weg en ging weer liggen.
2 Het gebeurde op zekere dag, toen Eli op zijn slaapplaats lag – zijn ogen begonnen zwak te worden, zodat hij niet meer kon zien –3 en toen ook Samuel zich te slapen gelegd had, voordat de lamp van God gedoofd werd in de tempel van de HEERE, waar de ark van God was, 4 dat de HEERE Samuel riep. En hij zei: Zie, hier ben ik. 5 Hij snelde naar Eli en zei: Zie, hier ben ik, want u hebt mij geroepen. Maar die zei: Ik heb niet geroepen, ga terug en ga weer liggen. En hij ging weg en ging weer liggen.
Het valt
op dat het dienen van God praktisch gepaard
gaat met het helpen van een oude
man, die bijna niets meer ziet. Zijn
ouders Elkana en Hanna, hebben de jongen afgestaan om te dienen in de tempel. Hij is geboren in een pijnlijke situatie van afwijzing, die zijn moeder Hanna ervoer. Een oude priester,
ziet haar bidden, spreekt uit dat de Heer zal geven wat ze gebeden heeft. Zij
bad om een zoon en Hanna belooft om haar kind aan Heer
toe te wijden en toe te vertrouwen voor dienst in de tempel. (1Sam1) -> opdragen/ voorstellen van een kind aan
de Heer.
In het lied van Hanna (1Sam2) bezingt ze Gods goedheid en dat Hij
naar haar heeft omgezien. Ze gaan elk jaar naar Silo en Hanna zorgt dan voor een nieuwe jas voor
Samuel. Eli, die de zorg voor Samuel had, zegende zijn ouders. En dan staat er dat God hen 3 zonen en
2 dochters geeft. De eens zo onvruchtbare,
ontroostbare vrouw, is nu moeder van 5 kinderen. (1Samuel 2) Ze heeft de Heer niet alleen gebeden in haar verdriet, maar Hem
ook geprezen in haar lied, toen zij Samuel kreeg.
Daarnaast had ze een gelofte gedaan aan de
Heer en dit ook uitgevoerd. Bidden + gelofte +
prijzen / danken + doen
Een makkelijke gelofte? Nee. Als vrouw kon ze geen kinderen
krijgen en nu ze er één heeft op het
woord van de dienaar van God, geeft ze de zorg over aan hem. Een moeder wil graag
haar kind dichtbij zich houden, maar Hanna was bereid om
op de Heer te vertrouwen. Hierdoor kwam er ruimte om niet te blijven zitten met schuld, schaamte en
pijn, maar was er liefde, dat groeide
door de jaren heen en kwam er ruimte voor meer kinderen, die de
Heer haar toevertrouwde.
Soms
kunnen we zegen van de Heer in ons leven ontvangen en daar alles aan ophangen,
in ons bestaan. Als bewijs van Zijn acceptatie van wie wij zijn. Als
beeld van dat we toch wel iets goeds in ons leven hebben,
waar anderen op moeten houden ons naar beneden te halen, zoals Peninna een molensteen was op haar hart. Ze had geen lucht om te leven in vreugde, vrijheid en vrede. Door de snerende opmerkingen,
werd zij gekwetst en in een hokje
gestopt van dat zij als vrouw had gefaald. Niet meetelde, omdat zij geen kinderen had. Terwijl Elkana haar
probeerde te troosten door te zeggen, dat hij haar
liefhad en zij hem meer waard was dan 10 zonen. (1Sam1)
Als
gelovigen zijn we in deze wereld geroepen om heen te
gaan en vrucht te dragen. (Joh. 15) Hebreeënbrief zegt dat Jezus onze Hogepriester is. Aan
hem mogen wij ons als kind van God toevertrouwen. Hij geeft ons een plaats in
Gods Koninkrijk om Hem lief te hebben en te dienen. Daarbij worden we bekleed met
kleren van verlossing / heil / redding. Zoals Samuel wit
linnen kleren kreeg, zo worden onze kleren wit gewassen door het bloed van het Lam, zodat we onbesmet, rein en heilig, zonder vlek of rimpel voor God kunnen
verschijnen.
Rom.8:1 zegt, dat er geen veroordeling meer is in
Christus Jezus. De
tegenstander,
de aanklager van de broeders, wil ons
laten geloven, dat ons leven mislukt is en geen hoopvolle toekomst kent. Hij wijst ons voortdurend op onze fouten en gebreken.
Hij wijst ons op ons verleden, waar we de
mist in zijn gegaan en wil ons chanteren om ons bang
te maken en tegen te houden. We mogen als een
Hanna onze problemen bij God brengen. Datgene wat ons
neerdrukt en vruchteloos maakt.
1Petrus
5:7 – “U mag uw zorgen op hem afwentelen, want u ligt hem na
aan het hart.” Omdat God van u houdt, nodigt Hij
ons uit om bij Hem te komen met wat ons
moeilijk maakt. Heel vaak blijven we maar doorgaan en strijden,
terwijl we de hulp van God mogen inroepen. Paulus
zegt tegen Timotheus - Strijd
de goede strijd, de strijd van het geloof.
De Heer roept Samuel nog twee keer
HSV
- 6 Toen riep de HEERE Samuel opnieuw;
Samuel stond op, ging naar Eli en zei: Zie, hier ben ik, want u hebt mij
geroepen. Hij zei echter: Ik heb niet geroepen, mijn zoon; ga terug en ga weer
liggen. 7 Nu kende Samuel de HEERE nog niet; het woord van de HEERE was nog
niet aan hem geopenbaard. 8 Toen riep de HEERE Samuel opnieuw, voor de derde
keer, en hij stond op, ging naar Eli en zei: Zie, hier ben ik, want u hebt mij
geroepen. Toen begreep Eli dat de HEERE de jongen riep. 9 Daarom zei Eli tegen Samuel: Ga weer terug
en ga liggen. Wanneer het gebeurt dat Hij je roept, moet je zeggen: Spreek,
HEERE, want Uw dienaar luistert. Toen ging Samuel weer terug en ging op zijn
slaapplaats liggen. 10 Toen kwam de HEERE en bleef daar staan; en Hij riep
zoals de andere keren: Samuel, Samuel! En Samuel zei: Spreek, want Uw dienaar
luistert.
Het
voorbeeld van Samuel, die God dient, maar herkende de stem van de Heer niet. Hij had wel over God gehoord, maar had nog niet zelf
Zijn stem gehoord.
“Dit is de weg, wandel erop.” - Jesaja 30:21 Gaat over het spreken
van God. Het is een richtlijn
van God om op Hem te vertrouwen en niet op
andere zaken. Het gevaar van op mensen of andere zaken is, dat je op de
verkeerde dingen of op mensen gericht bent.
Je volgt je eigen gedachten
na, in plaats dat je gehoorzaam bent aan God.
Of je
luistert heel erg wat andere mensen te
zeggen hebben. En iemand wordt een sterke stem in jouw
leven. Als die roept, dan moet je gaan,
om te luisteren. Het overruled jouw wil,
gevoel en verlangen. Manipulatie en intimidatie gaan
samen met een geweld en angst. Mensen kruipen a.h.w. voor de ander, die groter, sterker en
het beter lijkt te weten.
Samuel
was nog maar een kleine jongen, die gehoorzaam
luisterde naar de oude man. Dat was de aanleiding om
naar de bijna blinde Eli te gaan, die misschien zijn hulp nodig had. Maar het was Eli niet die
riep. Samuel herkende de stem van God niet. Waarom? Omdat hij de Heer nog niet kende. Ook Eli, de priester onderkende in de eerste plaats niet dat God Samuel aan
het roepen was. Misschien dacht hij wel dat Samuel had gedroomd
en in zijn droom Eli hoorde roepen.
Het advies van Eli was de sleutel om te gaan luisteren naar
Gods stem. Als Hij jou roept, zeg dan: “Spreek, Heer. Want Uw dienaar
luistert” Nu laat Eli hem los en wijst hem op zijn plaats in de nabijheid van God. De oude man erkent
Samuel als jonge dienaar van God. Daarmee zei hij: “Je hoort er 100% bij.”
Dat is iets wat wij ook in deze tijd nodig hebben.
Psalm 78
spreekt over het
doorgeven van de verhalen en
principes aan
de kinderen door de generaties, die hen voor zijn gegaan. Psalm 78:5-6 - “Hij
stelde een richtlijn vast voor Jakob en kondigde in Israël een wet af. Onze
voorouders gaf hij de opdracht, die aan hun kinderen te leren.” HSV
- Een
leerling zat niet alleen in de schoolbanken, maar deed ook mee met opdrachten, die de meester hem gaf.
Psalm
78 spreekt
over ouderen, die jongeren aanmoedigen om te
luisteren naar de Heer, verhalen uit de
Bijbel, maar ook persoonlijke getuigenissen delen. Hoe kan de
volgende generatie gaan ontdekken Wie God is en hoe Hij
Zijn Woord in ons leven uitwerkt?
Door er over te praten en onderwijs te geven. Door naast elkaar te staan op gelijkwaardig niveau. Niet de één boven de
ander, maar samen optrekken. Kinderen spelen en spreken vaak na wat ze horen. Wat spreken onze kinderen / kleinkinderen?
Jezus
spreekt in Johannes
10 als de Goede Herder waar de schapen naar luisteren. De schapen onderscheiden
de stem van de herder van een vreemde. God wil zich
bekend maken aan jong en oud. Aan de schapen en de lammeren; Kinderen, volwassenen
en ouderen. “Laat
de kinderen tot Mij komen”; zegt Jezus. “Verhinder ze niet, want voor hen is het Koninkrijk.”
Een
uitdaging op zich om kinderen voor te gaan en brengen aan de
voeten van
Jezus. Voordoen en voorleven - 2 essentiele elementen, die ik
regelmatig niet zag. Het één werd gezegd en het ander
werd gedaan. Een jongere, volwassene uit deze tijd
neemt daar geen genoegen meer mee. Geloven is doen zegt Jacobus.
Niet alleen van binnen koesteren, maar
vooral ook met handen en voeten uitleven.
De Heer
wil door Zijn Woord en Geest spreken tot de gemeente
en ook tot ons persoonlijk. Dat geldt voor jong en
oud. Samuel moest niet meer wachten op Eli, maar
Eli zei dat hij moest wachten op de Heer,
totdat deze tot hem sprak. En als hij God hoort zegt hij: “Spreek, Heer. Ik ben uw dienaar. Ik luister.”
Wij
dienen Koning Jezus, die door Petrus de Zoon van
de Levende God werd genoemd. Hij is de opgestane
Heer en wil in ons leven het voor het zeggen hebben. Daarvoor is het
belangrijk, dat wij ons beschikbaar stellen. God wil jou op
die plaats laten komen, die Hij allang voor je
heeft. Bestemming, zoals we dat noemen. Samuel was
niet per ongeluk in de tempel gekomen, maar God had het Hanna,
zijn moeder in het hart gegeven, om hem apart te zetten voor deze taak.
Net als Jozef
uit Genesis, Simson uit het boek Richteren en Johannes de
Doper NT. Jongens met een duidelijke
roeping op hun leven vanaf hun geboorte. Zo wil God ons apart zetten voor een taak in het Koninkrijk van God. Een kind van God word je door de wedergeboorte. Je moet opnieuw geboren worden, zegt Jezus
daarover tegen Nicodemus in Johannes 3. Dus niet door
goed je best te doen.
God wil geen stiefkinderen, maar eigen zonen en dochters, die Hem van harte liefhebben.
Mijn
verhaal: Als
ik terugkijk op mijn leven, zie ik dat mijn ouders in 1966 in
Zeeland kwamen. Ze hadden een verlangen om een kerk
te bezoeken. Omdat ze van gelovige achtergrond waren? Nee! Helemaal niet. Hun achtergrond en opvoeding bestond uit het Socialisme in Noord-Nederland. Maar in hun jeugd hadden ze
kennis gemaakt met het Leger des Heils en
Baptistengemeente, terwijl van huis uit voor het geloof absoluut geen plaats was. God had het hun in het hart gegeven.
Toen ik 4 jaar jong was, gingen zij naar de kerk en ik naar de zondagschool, zoals dat toen heette. Hier maakte ik kennis
met de Bijbel en God had mij vanaf het eerste moment in het hart gegrepen. Ik luisterde graag naar de verhalen van de Bijbel en vond het geweldig om over God te zingen samen met anderen. Dat is nooit veranderd in
mijn leven. Gaandeweg ben ik meer van de Bijbel
gaan begrijpen, totdat ik in 1981 en 1985 een
bijzonder Gods ervaring had en alles in een stroomversnelling kwam en veranderde.
Het werd
een start van intensief met de Bijbel bezig te zijn, Bijbelstudies bezoeken, evangelisatie en verschillende diensten
op zondag te bezoeken, omdat ik honger had naar het Woord van God. De preken schreef ik op en vertelde
het aan iedereen aan wie ik het kwijt wilde. Vervolgens de Bijbelschool gevolgd
om handvatten te ontvangen om aan anderen door te
geven.
De jaren
erna heb ik verschillende gemeenten in Zeeland mogen
dienen met het kinder- en jeugdwerk. Gezeten in het leiderschap en mocht regelmatig voorgaan.
Waarom? Omdat God in mij aan het werk was gegaan en
ik het verlangen kreeg om te dienen met het Evangelie. Ik moest echt van ver
komen, maar God zag mij en deed niet, zoals ik van mijzelf dacht, dat ik
het niet waard was. Hij deed naar het verlangen wat
Hij in mijn hart had gelegd.
Ik heb 4 vragen voor jou;
è
What do you
love Waar hou je van?
Waar word jij blij van?
è What do you hate Wat vind je verschrikkelijk?
Waar kan jij niet mee omgaan?
è
What makes you
cry Waar ga jij van huilen?
Wat raakt jou van binnen?
è What annoys you Wat gaat jou vervelen / irriteren /
hinderen?
Roeping is de
bestemming, die God op je leven heeft gelegd en in je werkt. Niet de beslissing, die je
maakt of wat je gaat doen. Het is jouw ontdekking van
Gods bestemming op je leven dat verandering brengt. (Samuel; priester
-> profeet) De 4 vragen kunnen je helpen om te begrijpen, waar je warm voor loopt en
waarom je soms zo’n weerstand ervaart in
je zelf. Het is gehoorzaamheid aan God en Zijn Woord om
richting te vinden in je leven.
Discipline om op de weg te blijven. Samuel werd dagelijks getraind voor zijn taak in de tempel. Maar het was God, die Hem riep. Zo wil God ieder
van ons roepen. Om te horen moet je stil worden, door te bidden, lezen en luisteren. Hij Dezelfde God
die ook vandaag Zijn antwoord aan ons wil geven en tot ons wil spreken.
“Je bent wat je zegt.” Dat is de opinie van de wereld
om ons heen. God legt een verlangen in je hart om te
spreken, wat Hij zegt door Zijn Woord en Geest.
En weerstand te bieden tegen de boze en zijn leugens. God is je Vader
en Hij heeft het beste met je voor. Waar ben jij in je leven op
gericht?
Daar waar je op gericht
bent maakt wie je bent. Wie je bent maakt dat
je dat ook gaat doen en denken
en hoe naar alles kijkt. Ben je probleemgericht of zie je mogelijkheden en
kansen? Uit welke familie je komt of
waar je door heen gaat hoeft niet te maken, dat je
hetzelfde doet. (Elkana + Hanna ->
Samuel) In Christus kun je nieuwe en goede keuzes maken,
zodat je op Gods weg gaat wandelen en Hij je leidsman ten leven is.
De moeilijkheden maken
niet dat je wordt tegengehouden en je bestemming gaat missen, maar de belofte
van God maakt dat alles zal mede werken ten goede. Een
mooie uitspraak, die ik ergens tegenkwam was. “Een storm hoeft niet alles kapot te maken in je
leven, maar het kan ook een weg voor jou banen.” Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven. Door Hem kom
je bij de Vader. De God, die Zijn licht op je levenspad wil laten schijnen, zodat jij gaat doen en komen, wat Hij voor je heeft bereid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten