maandag 28 december 2015

Onze ziel verwacht de Heer



“Mijn ziel verwacht de Heer.”

Tekst: Psalm 33



Eén van de zaken rondom de geboorte van Jezus in Bethlehem, die in het Lucas Evangelie genoemd wordt, zijn de herders die de verschijning krijgen van de engel. Het engelenkoor zingt een lofzang : Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen. - Lucas 2:14  Wanneer zij naar Bethlehem zijn geweest om te zien wat er hen door de engel was verteld, staat er : En de herders keerden terug en zij verheerlijkten en loofden God om alles wat zij gehoord en gezien hadden, zoals tot hen gesproken was.  – Lucas 2: 20 Op dat moment zie je dat de herders als het ware teruggeven wat er in hun hart is aan God. Er is een lied ontstaan in hun binnenste en prijzen daarmee de Heer Hun God.

Ook wij mogen vanuit Psalm 33 zien dat de psalmschrijver de geweldige dingen van God en Zijn wonderen beschrijft die zij als volk hebben mee gemaakt. Hij schrijft een loflied om de grootheid van de Heer te noemen en te bezingen.  Ook in deze tijd zingen we liederen over Wie God de Vader, Jezus Christus en de Heilige Geest is en wat Hij voor ons heeft gedaan. Op het moment dat je dit zingt of hoort, heeft het effect op degene die zingt of ernaar luistert. 

Van Psalm 33 is niet bekend wie de schrijver is. Omdat deze tussen de Psalmen van David staan wordt er gezegd dat David hem heeft geschreven. De Psalm is kennelijk bedoeld om te zingen bij verschillende gelegenheden. Het zal gezongen zijn bij Israëls grote feesten en vertelt over Gods handelen met Zijn volk. Door te noemen, horen en zingen van Wie God is en wat Hij heeft gedaan, doet dat iets met ons hart, verstand en gevoel. Het ademt Gods grootheid uit en Zijn overwinning in zaken, waarin mensen Zijn hulp en nabijheid nodig hebben. Hij is de grote houvast in het leven.

De psalm kan ook gelezen en gezongen worden, wanneer er sprake is van een ramp, gevaar of een crisissituatie. Het loflied heeft het karakter van een getuigenis. Het geeft je hoop in bange dagen. Een houvast, waarin we steeds op God mogen zien, Wie hij voor ons wil zijn. Ongeacht onze situatie. 




Psalmen zijn voor velen een genot om te lezen. Ze vertellen wat er omgaat in iemand, die door het leven gaat met ups en downs. Het vertelt van iemand, die zijn eigen toestand bespiegelt en dan uitspreekt dat zijn verwachting van de Heer is. Het thema : “Onze ziel verwacht de Heer”, zijn de eerste woorden van Psalm 33 ver 20. Woorden, die als een krachtige stelling werden opgeschreven en als een vertaling van hoe de Psalm schrijver kijkt naar God en het leven.

Het mooie is dat hij dat op een herkenbare manier doet. Als eerste moedigt hij aan om God te prijzen, persoonlijk en met elkaar als gelovigen, met muziekinstrumenten en met een lied. Een lied wat gaat vertellen over Wie God is. Het lied van mijn verhaal met God en God met mij.

Inleiding (verzen 1-3) Deze verzen zijn een aanmoediging om de Heer te gaan prijzen. Daarbij zijn instructies. Het past bij je als gelovige, die gerechtvaardigd is uit het geloof: vers 1 - Zing vrolijk in de HEERE, rechtvaardigen! Een lofzang past de oprechten. Het laat zien wat er van je verwacht wordt en door wie het gedaan moet worden. We nodigen geen beroepsmuzikanten en zangers uit om dit voor ons te doen. Dat kan wel,  wanneer zij ook in God geloven en met Hem wandelen. Maar nooit in plaats van ons aandeel, dat wij in ons leven Hem groot maken door onze manier van leven, lied en woorden. Daarbij is Gods Woord een hulp om daar vorm aan te geven.

Een andere richtlijn is dat dit vanuit oprechtheid wordt gedaan. Je moet het wel echt menen. De aanmoediging is dat het met het hele hart gedaan wordt. Ik heb een tijdje geleden les gegeven op een basisschool, waarbij voorlezen een onderdeel was van het vak Nederlands. In een verhaal zitten verschillende aanwijzingen hoe je kunt zien, hoe je met een tekst om moet gaan.
Van kinderen weten we dat we hen daarop moeten wijzen, omdat ze anders de neiging hebben om of als een sneltrein er door heen te gaan of als een nieuwslezer monotoon voorlezen. Het gevaar  is dat de toehoorder moeite heeft om te ontvangen wat er gezegd wordt. Ook door de lezer zelf wordt het dan maar ten dele begrepen. 



Voorbeelden van (voor)lezen zijn : De ‘nieuwslezer’ die monotoon voorleest.  Op deze manier lijkt het of het zonder gevoel allemaal wordt opgelezen. Het is niet zijn verhaal. Op deze manier de Bijbellezen kan resulteren dat het verhaal buiten onszelf blijft. Het is slechts een boek met verhalen, die niet meer voor deze tijd.
Lezen als ‘conducteur’ op sneltreinvaart lezen. Hoe vaak overkomt het ons dat we weinig tijd hebben en toch nog even snel de Bijbel lezen. Gevaar is dat we wel wat woorden lezen, maar de strekking en inhoud komt niet aan. Het raast ons als het ware voorbij.  In een korte tijd moet er dan te veel gebeuren.

Lezen van Gods Woord kost tijd, energie en vraagt onze aandacht. Niet alleen van onze ogen en verstand, maar ook van ons hart. Om open te zijn voor wat God door Zijn Woord ook tot ons te zeggen heeft kost tijd en afstemming. De rust die daar voor nodig is, is van groot belang. Ondervinden van Gods goedheid maakt dat het van binnenuit communiceert met alle terreinen van ons leven. Wanneer je dan de Bijbel leest lijkt het dat je als het ware wordt meegenomen in de beleving, die de schrijver wil overbrengen door de woordkeuzes, de manier van omschrijvingen die tot je spreken.

In het dagelijks leven zien we dat op het moment dat iemand vertelt over wat deze heeft meegemaakt, deze te maken kan krijgen met de ontlading van emoties. Tranen die komen, omdat ze woorden geven aan wat ze hebben meegemaakt. God verlangt er naar dat ons hart en gevoel erbij betrokken zijn. Niet alleen ons verstand en onze wil. De ziel van de mens, waar vers 20 over spreekt bestrijkt al deze gebieden.

·       Viervoudige geloofsbelijdenis : vers 4,5
Want het woord van de HEERE is recht en al Zijn werk betrouwbaar. 5 Hij heeft gerechtigheid en gericht lief, de aarde is vol van de goedertierenheid van de HEERE. Hier zien we een belijdenis van ons geloof : 
1. Gods Woord is waar en betrouwbaar. 
2. Wat God doet, daar kun je op bouwen en vertrouwen. 
3. God houdt er van als alles eerlijk gaat en 
4 Wat God doet in ons midden laat Zijn goedheid zien. 
Dat maakt dat er een lied in ons ontstaat om Hem daarvoor te prijzen. 



·       Gods Woord / speken: vers 6-9
Door het Woord van de HEERE is de hemel gemaakt, door de Geest van Zijn mond heel hun legermacht. 7 Hij verzamelt het water van de zee als een dam, Hij sluit de diepe wateren op in schatkamers. 8 Laat heel de aarde voor de HEERE vrezen, laat alle bewoners van de wereld bevreesd zijn voor Hem. 9 Want Híj spreekt en het is er, Híj gebiedt en het staat er. We herkennen hier het eerste hoofdstuk van de Bijbel vertelt over hoe God de aarde en de hemel heeft gemaakt. Door te spreken. Hij sprak en het was er.

Het spreekt verwondering uit van ons mensen te midden van de natuur. We lezen in de Romeinen- brief dat in de natuur God gezien kan worden. Zo mooi en perfect alles is. God spreekt ook regelmatig tot de mens door te wijzen op de natuur. Denk maar aan Abraham die naar de sterren keek en God sprak over zijn nageslacht. Jezus die het koren als beeld neemt van de groei van ons geloof.

·        Gods wijsheid: vers 10-12
De HEERE vernietigt de raad van de heiden volken, Hij verbreekt de gedachten van de volken. 11 Maar de raad van de HEERE bestaat voor eeuwig, de gedachten van Zijn hart bestaan van generatie op generatie. 12 Welzalig het volk dat de HEERE tot zijn God heeft, het volk dat Hij Zich als eigendom verkozen heeft.  Wanneer we dit lezen dan zien we dat er een boodschap naar ons toekomt. Als je op God vertrouwd kom je goed uit. Hij is wijs en op Hem kun je altijd vertrouwen. We zien dat God en ook Jezus de gedachten doorziet van de mensen, die in hun eigen wijsheid menen alles te weten. Toch zien we in Jesaja 40 : 31 dat er op gewezen wordt: Weet je het dan niet, ken je het niet dat Gods wijsheid boven alles uitgaat. Als je Hem verwacht, dan hoef je je niet af te matten voor zaken die Hij allang in Zijn hand heeft.(Vrij vertaald.)

Wanneer we terug gaan kijken in het jaar wat er allemaal gebeurt is en Gods trouw en goedheid ontdekken. Mogen we weten, dat Hij meekijkt in ons leven en ziet datgene wat er om ons heen gebeurt.

Dat is ook wat we mogen lezen in vers 13-19 De Heer die ons ziet; - De HEERE schouwt uit de hemel en ziet alle mensenkinderen. 14 Vanuit Zijn verheven woonplaats aanschouwt Hij alle bewoners van de aarde. 15 Hij vormt hun aller hart; Hij let op al hun daden. 16 Een koning wordt niet verlost door een groot leger, een held wordt niet gered door grote kracht. 17 Het paard geeft valse hoop op de overwinning en bevrijdt niet door zijn grote kracht. 18 Zie, het oog van de HEERE is over wie Hem vrezen, op hen die op Zijn goedertierenheid hopen, 19 om hun ziel te redden van de dood en hen in het leven te behouden, wanneer er honger is.




Als God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn? ; zegt Romeinen 8: 31. In de Psalm zien we dat God toelicht hoe Hij dat ziet. Hij wil voor Zijn volk zorgen. In het leven komen allerlei hindernissen, die tegen ons opstaan, maar God staat aan onze kant. Wel is daar het wederzijds respect van de mens naar God, die Hem hoogacht. God op Zijn beurt laat in Romeinen 8 verder zien dat Hij er alles aan heeft gedaan door Jezus. Om ons onder Zijn zorg en bescherming te brengen.  Daardoor mogen we meevieren in Zijn overwinning.

Het slot (vers 20-22) ; Onze ziel verwacht de HEERE, Hij is onze hulp en ons schild. 21 Want ons hart is in Hem verblijd, omdat wij op Zijn heilige Naam vertrouwen. 22 Laat Uw goedertierenheid over ons zijn, HEERE, zoals wij op U hopen. Aan het einde van een jaar mogen we achterom zien en kijken naar wat er allemaal is gebeurd. Een bespiegeling van hoe wij de zaken hebben beleefd en meegemaakt.  Psalmen 33:20 is zo’n bespiegeling van zaken, waarin - Onze ziel verwacht de Here, Hij is onze hulp en ons schild.”  In deze vers zien wij 4 kernwoorden : Ziel, verwachten, hulp en schild. En midden in het vers staat de Heer centraal.

Vers 22 laat zien dat de hoop die het geloof geeft en die wij met verwachting uitspreken naar de Heer, gebaseerd is op Wie Hij is. Omdat Hij is zoals de Psalm omschrijft, weten we dat onze toekomst vast in Zijn handen is. Gebaseerd op de Liefde en het karakter van God, die Hij ook in ons leven wil uitwerken. In 1 Korinthiers 13 : 4 – 8 kunnen we lezen, welke de eigenschappen van de Liefde van God zijn : geduldig, vriendelijk, niet jaloers, pronkt niet, doet niet gewichtig, handelt niet ongepast, zoekt niet haar eigen belang, wordt niet verbitterd, denkt geen kwaad, verblijdt zich niet over ongerechtigheid, verheugt zich over de waarheid, bedekt alle dingen, gelooft alle dingen, hoopt alle dingen, verdraagt allen dingen en vergaat nooit. 



We worden door het geloof als een loot ingeënt in God. Datgene waarin Hij ons wil bewegen, zal ook in ons leven en hart zijn. Zijn liefde als motivatie om te gaan in vertrouwen met een God, die onze verwachting meer dan waard is.

Misschien bent u nog veel bezig met wat er achter u is en wat er in het jaar is gebeurt en nog steeds gebeurt. Toch mogen we door bewust op God te richten, vertrouwen dat de toekomst zeker is in Zijn vertrouwde handen. Het lezen van Psalm 33 maakt iets in ons los, waarop God verder wil gaan. Hij wil niet dat we blijven in het verleden of alleen maar uitstrekken naar de toekomst. Hij is de houvast voor het hier en nu, waar Hij ons draagt, leidt en zegent. Ook het jaar uit naar nieuwe gebieden in ons leven, waarin opnieuw mogen ontdekken hoe goed, liefdevol en trouw God is. Amen.

maandag 14 december 2015

Wees vrolijk en blij!

Lezen : Sefanja 3: 14 - 20



De 3e zondag in de adventstijd  heet ‘Gaudete’. Dat komt uit het Latijn wat betekent; ‘Verheugt u’. De term 'Gaudete' is ontleend aan een vers uit de Brief van Paulus aan de  Filippenzen 4:4 en 6, waarin hij oproept tot blijdschap. Een boodschap, die ook te lezen is in het boek Zefanja. 

Sefanja 3: 14-15 – “Zing blij, Jeruzalem! Juich, Israël, wees vrolijk en blij! 15 De Heer zal je niet langer straffen. Hij heeft je vijanden vernietigd. De Koning van Israël woont Zelf bij je. Er zal je geen kwaad meer overkomen.” Het was een opdracht van God om vrolijk te zijn in een situatie, die blijkbaar niet positief was, vanwege de problemen die zij door vreemde overheersing en vijandelijke aanvallen hadden. Het had te maken met hun levenswijze, die afweek van de richtlijnen, die God door Zijn dienstknechten en Woord had gegeven. Ze zeiden het één en deden het ander. Uit hun mond kwamen mooie vrome woorden, maar hun daden en manier van leven kwamen niet overeen.

Net als bij de gelijkenis van de 2 zonen. Waarvan één zei : ik doe het, maar deed het niet. En de ander zei : Nee. Kwam tot berouw en deed toch. De eerste zoon wist een politiek correct antwoord te geven. Hij kende een manier om zijn vader gerust te stellen door de manier van antwoord geven, maar deed er niets mee. In Sefanja zien we net als bij de andere profeten in het Oude Testament, dat God hier geen genoegen mee  neemt. 

De 2e zoon is degene die gaat doen wat zijn vader hem vroeg.  Zijn geweten en verstand sprak hem aan en veranderde zijn manier van doen. Hij draaide 180 graden bij, had berouw en bekeerde zich. Dat is niet alleen een keus, die hij van binnen nam, maar werd ook zichtbaar door de daad, die hij er aan verbond. Hij ging heen en deed wat zijn vader van hem had gevraagd.



God verlangde en verlangt dat Zijn volk en de volkeren, waaronder wij ook als Nederland tot inzicht komen van Wie Hij is en wat Hij wil bewerken om Hem lief te hebben,  alleen te aanbidden en volgen in ons leven. De woorden van vers 14 en 15 om blij te zijn, was om het feit dat God de straf opheft en de belagers wegjaagt. Wij kennen dat uit onze eigen geschiedenis. Aan het einde van de 2e wereldoorlog gingen velen feest vieren om het feit dat de bezetter verslagen en verjaagd was. En dat iedereen weer vrij op straat kon rondlopen en leven in een vrij land.

De Joden hebben in de tijd van Sefanja en in de tijd van Jezus een bezetter gekend, die hun wetten en lasten oplegden en de vrijheid hadden ontnomen. In beide gevallen spreekt God de Vader en Jezus over vrijheid, die zij in ons als mens willen bewerken. God zegt letterlijk : Wees blij, Ik neem de straf weg. Je hoeft niet meer bang te zijn, dat je de gevolgen van je daden nog langer zult ervaren. Hij spreekt hier over Zijn genade en vergeving. Ook de dreiging van de vijand neemt God weg en zegt dat Hij bij hen woont met de belofte dat zij geen angst meer hoeven te hebben dat hen iets kwaads overkomt.

In deze tijd zien we veel mensen gebukt gaan onder de moeiten, die zij in hun leven ervaren. Zij verliezen God uit het oog. Wanneer dan de Bijbel / God oproept om te blij te zijn, dan hebben zij zo hun gedachten en woorden om dit te weerleggen. Zij vinden dat er geen reden is dat er iets goeds gebeurt of is.  Vanuit hun optiek is het onverenigbaar dat er iets goed is, terwijl in eigen leven het anders wordt ervaren. Zij hebben zichzelf als uitgangspunt. Hoe kan dan het goede van God komen?

Wij mogen geloven de woorden die David ook sprak : Maar ik vertrouw op de Here, ik zeg: Gij zijt mijn God. 16 Mijn tijden zijn in uw handPsalm 31:15,16a En Geprezen zij de Here. Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil. Psalm 68:20 Deze bijzondere uitspraken van David zijn voor velen een bemoediging. Hij sprak ze uit en zo mogen wij dat ook doen.

Juist op hele moeilijke momenten in zijn leven, blijkt waaruit we leven. God was de basis van het geloof van David en de reden van zijn bestaan. Dat gaf hem kracht en moed op verdrietige en angstige momenten. Hij putte kracht uit het Woord van God, maar ook in de relatie van God met hem. Er staat dat David zich versterkte in de Heer.  

In het gedeelte van Sefanja zien we dat de Heer een keer brengt in het leven van Zijn volk. Door hun handel en wandel was de bescherming over hun land afgenomen. En konden vijandelijke landen / volken binnen vallen. Nu spreekt de Heer in een aanloop van beloften dat ook de verre landen en volken Hem zullen gaan aanbidden. En dat Hij zijn volk weer bij elkaar brengt op de plaats waar zij thuis horen. God wil zijn kudde weer terug brengen dicht bij Zijn hart. Hij had ze nooit uit het oog verloren. Het deed Hem pijn, dat zij hun eigen weg waren gegaan.

Maar nu als een Herder brengt Hij het verstrooide deel weer thuis. Een thuis waar Hij de Koning is.  Dat zien we in de woorden van vers 16 en 17 - In die tijd zal tegen Jeruzalem worden gezegd: 'Wees niet bang, Jeruzalem, wees niet langer bang. Je Heer God woont bij je. Hij is de held die jou bevrijdt. Hij zal van vreugde over je zingen. Uit liefde zal Hij zwijgen over alles wat je verkeerd hebt gedaan. Hij zal over je juichen van blijdschap.



Heb je er wel eens over nagedacht dat God een held is. Wanneer we naar jongeren kijken zien we dat  zij idolen hebben. Mensen die in hun ogen het hebben gemaakt en zij aanbidden als het ware deze mensen. Ze hangen posters op, zetten hun foto’s en muziek op Facebook en gaan naar hun concerten. Op één of ander manier zijn deze idolen hun toewijding en liefde waart, waar sommigen zelfs heel ver in gaan. Toch zijn deze 'helden' van voorbijgaande aard. 

We weten vanuit de Bijbel dat het verheffen van mensen boven anderen gelijk staat aan een vorm van afgoderij, wanneer je dit naast je geloof in Christus toelaat. Toch zien we dat ook volwassenen met allerlei andere vormen van verheffing zich bezig houden. Bezit, opleiding, baan, sport en zelfs de taak die zij doen binnen een kerk of gemeenschap. Terwijl Jezus zijn discipelen er op wijst,  dat wie de eerste wil zijn, zal iedereen moeten dienen vanuit Zijn toewijding aan God. Niet baasje spelen, maar doen wat God in zijn of haar hart legt.

Wanneer wij tot inzicht zijn gekomen dat Christus voor iedereen is gestorven en niemand meer voor zichzelf leeft, dan mogen we met Paulus zeggen dat de Liefde van God ons drijft. Dat is onze motivatie. Hem liefhebben en dat uiten in alles wat we en wie we zijn. Die liefde kent geen grenzen in alles wat we doen. En wat we doen, doen we vanuit de liefde van Christus.

Die liefde toont God ook aan Zijn volk en elk mens die in dezelfde omstandigheden zijn. Sefanja is geschreven voor Jood en niet Jood. Dat is een mooie heen wijzing naar het Evangelie, de blijde boodschap van God die mens werd en Zijn hand uitstrekt naar ieder mens.

God heeft oog als Herder voor elk mens. Hij weet door welke moeite we heen
kunnen gaan. Dat laat zij zien in Zefanja 3:18-19 - De mensen die bedroefd zijn, omdat ze mijn feesten niet meer kunnen vieren, zal Ik verzamelen. Want ze horen erbij. Jeruzalem, je hoeft je niet langer te schamen. In die tijd zal Ik afrekenen met al je vijanden. Jullie zijn mijn schapen. De zwakke schapen zal Ik redden en de verstoten schapen zal Ik weer terugbrengen. Zij die eerst door iedereen uitgelachen werden, zullen nu geëerd en geprezen worden.



Deze verzen spreken van Gods Liefde voor elk mens en dat Hij ons niet afwijst omdat we door moeilijkheden gaan, maar juist het beste met ons voor heeft. Hij laat zien, dat als jij het niet kunt, dan wil Hij je er bij betrekken. Als er verdriet in je leven is, dan wil Hij jouw vreugde zijn. Wanneer jij bent afgewezen en er niet meer bij hoort, dan spreekt Hij over je uit dat je er bij hoort.

Als er zaken zijn waarover je schaamt, dan wil Hij je niet langer laten lijden onder de leugens van verwerping en schuld, maar afrekenen met de vijand die je steeds influistert hoe fout je bent en dat je het niet waard bent. Hij accepteert ons volledig in Christus Jezus. Romeinen 8:1 zegt : Maar als je bij Jezus Christus hoort, word je niet meer veroordeeld. Want dan leef je op de manier die de Geest wil, en niet meer op de manier die je 'ik' wil.

Je bent een schaap van de Heer, zoals Sefanja ons net als Jezus vergelijkt. Dat schaap heeft de garantie dat de Herder in alle omstandigheden voor je opkomt en bescherming biedt. Hij respecteert je zoals je bent. Ook al zijn we niet meer de man of vrouw, die we vroeger waren. Hij meet ons niet naar onze kracht en kunde, maar ziet het hart aan. Het hart dat Hem toebehoort. Filippenzen 4: 4, 5, 6 BBWees altijd blij in de Heer! Ik zeg het nog een keer: wees blij! Maak je nergens zorgen over, maar vertel in gebed aan God wat je nodig hebt. Dank Hem ook voor alles. Dan zal de vrede van God, die wij met geen mogelijkheid kunnen begrijpen, jullie hart en jullie gedachten beschermen in Jezus Christus.




Ben je dan blij om alles wat je meemaakt. Nee! Maar de Levensvreugde die in God is, is geworteld als de kracht van je leven. Omstandigheden kunnen je op elk gebied van je leven tegenzitten. Er zijn verhalen van mensen die juist in gevangenschap beleden dat de vijand alles van hen kon afnemen, behalve hun geloof in God. Wij gaan door hoogten en dalen in ons leven, maar God is altijd Dezelfde. Daar mogen we blij om zijn en vanuit die vreugde leven. Deze wordt niet beperkt door ons verstand, gevoel of situatie. Hij is en blijft tot in eeuwigheid Dezelfde. 

donderdag 10 december 2015

De komst van de Zoon

Tekst :  Jesaja 9 : 1-3               

In Jesaja 9 lezen we de voorzegging van de komst van Jezus. Dat is ook precies wat wij met Advent vieren en gedenken. In het latijn zien we adventus wat betekent “komst” en advenire wat wil zeggen: “ naar iets of iemand toekomen.” In beide tekstgedeelten zien we dat 1 persoon komt naar een groep mensen.

Het volk dat in donkerheid wandelt, ziet een groot licht; over hen die wonen in een land van diepe duisternis, straalt een licht. – Jesaja 9:1


Wanneer we lezen in Jesaja zien we een volk dat in donkerheid wandelt. Wanneer we kijken onder welke omstandigheden deze donkerheid zou kunnen zijn, zien we in het oude Testament verschillende voorbeelden. Bijvoorbeeld in het boek Genesis zien we in de tijd van Noach dat het kwaad onder de mensen enorm toenam. Het hart van de mensen was vervult was met boze gedachten. Ieder had een verlangen om alles te doen wat tegen Gods wil, wet en liefde inging.

We zien in de tijd van Jacob dat Zijn volk te maken kreeg met hongersnood. Vervolgens lezen we hoe  het volk van God in Egypte kwam onder het zware juk van de slavernij. Hun vrijheid werd omgezet in slavernij. Hun pasgeboren kinderen, waaronder Mozes, werden bedreigd met de dood. Hun leven was niet zeker onder het koningschap van de farao, die hen wilde doden.

Later zien we dat onder verschillende koningen er vermengingen ontstonden met vreemde volken en hun goden. Zij verlieten God voor afgoden en kwamen daardoor onder vreemde overheersing van volken die hun land gingen plunderen en het volk bedreigde, gevangen zette en doodde.

En nu in Jesaja 9 zien we een volk vanwege hun afvallige manier van leven, God niet op de eerste plek zette. De bescherming als volk Gods gezag veranderde in vreemde overheersing en ballingschap. Zij hadden allerlei zaken in hun leven, waarbij God tegen hen begon te zeggen dat  Hij hen als een Vader bij elkaar wilde brengen. Jullie hart is er niet bij ; zegt Hij tegen hun. Jullie zijn met je hart van Mijn trouw en liefde afgedwaald.

De manier, waarop zij tegen alles aankeken en er mee omgingen, was vertroebeld en niet meer helder. Jezus zegt in Mattheus 6 : 22 en 23De lamp van het lichaam is het oog. Indien dan uw oog zuiver is, zal geheel uw lichaam verlicht zijn; 23 maar indien uw oog slecht is, zal geheel uw lichaam duister zijn. Indien nu wat licht in u is, duisternis is, hoe groot  is dan de duisternis!  Een duidelijke waarschuwing van onze Heer over de manier waarop wij omgaan in ons leven met waarheid.
 


Wanneer we alles in het licht van onze waarheid gaan bekijken en ons zelf tot uitgangspunt nemen, dan is het gevaar dat we mensen negatief of verkeerd kunnen gaan beoordelen. Zwart wit oordelen het gedrag van een ander, naar onze verwachtingen en mogelijke teleurstellingen. Dan is iedereen fout en ontbreekt het vaak aan het juiste inzicht en genade.

We kennen misschien wel het woordje ''eyeopener”. Een tip, wijsheid waarbij we inzicht krijgen hoe de vork in de steel ziet. Daardoor krijgen we begrip hoe we ook op een andere manier tegen iets aan kunnen kijken. Dat helpt wanneer we vastlopen of iets niet begrijpen. Door de Bijbel heen zien we dat God Zijn dienstknechten, mannen en vrouwen stuurt om vanuit Gods Woord licht te werpen op de situatie en omstandigheid. In Psalm 119 : 130 lezen we – Het openen van uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandige inzicht. 


Wij kennen het vers uit Psalm 119:105 beter – Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. 
 Je zou met de gelijkenis van Jezus het volgende kunnen zeggen. Het Woord van God opent onze geestelijke ogen en laat weer helder zien waar het op aankomt. We zien het weer in het juiste perspectief. Onze lichaam waar ons handelen en leven als beeld van is, zal weer een instrument worden in Gods hand om een lichtend getuige te zijn van Zijn liefde, vergeving en genade. Wij zullen dan weer met anderen door onze manier van doen, spreken en zijn omgaan vanuit de juiste hartgesteldheid.

Hierom is Jezus naar de wereld gekomen. In de wereld uit de tijd van Jesaja was daar de dreiging van de volken om hen heen en hun ballingschap in Babel. Zij werden ontheemd, zoals velen in deze tijd hun thuisland moeten verlaten en door barre omstandigheden een nieuw bestaan proberen te zoeken. Voor het volk van God was het niet een weg naar een nieuw bestaan, maar juist een benadrukking hoe fout ze waren geweest en daarom niet meer in hun land konden blijven.

God hield en houd van Zijn volk en daarom sprak Hij de woorden in Jesaja 9. Hij wilde dat ze weer naar Hem toe zouden gaan met hun hele hart. We lezen dat er staat dat : “Gods ogen gaan over de hele schepping om krachtig bij te staan van wie het hart volkomen naar Hem uitgaat.”  Deze Immanuel gedachte van God, waarin Hij met Zijn volk wilde zijn, had een voorwaarde. Een hart dat niet overspelig andere goden naliep en de liefde tot God verzaakte.




Jesaja 9:3 Laat een aspect zien wat aanvullend is op de gelijkenis, de profetie en ons leven. Want het juk dat het drukte, en de stang op zijn schouder, de roede van zijn drijver, hebt Gij verbroken als op Midjansdag. Het wijst terug naar de tijd van Gideon, dat hij opdracht kreeg om met een klein deel van het leger samen met de Heer op te trekken tegen de vijand, die heel het volk onder zijn overweldigende macht had van een groot en machtig leger. Op het teken van Gideon werd er geblazen op de ramshoorn, werden de kruiken kapot geslagen. De fakkels die in de kruiken verborgen waren, zouden hierna zichtbaar worden. En God deed het onmogelijke.

Zij moesten met fakkels en kruiken, aarden vaten de overwinning gaan behalen op de vijand. Zo wilde God in Zijn Zoon als mens, welke in Jeremia met een aarden vat wordt vergeleken, de overwinning halen op de vijand. Hij als Licht van de Wereld zou een vonk doen overslaan, waardoor Gods licht en waarheid in elk mens zou komen. En zij uit eerbied en respect voor God zouden gaan leven. De Heer wil ook Zijn licht in ons leven ontsteken, zodat wij als aarden vaten lichtdragers zullen zijn in een donkere wereld.

Niet langs de weg van regels om als bewijs van eigen kunnen er naar te leven. God wilde geen menselijke vertoon van kracht. Hij wilde samen met Gideon en het kleine leger de overwinning halen en delen in de vreugde die Hij voor Zijn volk wilde door te laten zien dat Hij van ze hield en voor hen wilde zorgen. Hij nam de schuld weg die op hen was en beklede hen opnieuw met eer, respect een aanvaarding vanuit de Liefde.

Dit is het beeld wat God voor ogen had en heeft van de Messias. Dat is het goede nieuws wat Hij overal in de hele wereld en met mensen van alle tijden wil delen.
Daarom passen de woorden ter afsluiting mooi uit Jesaja 52:7 – “Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning.”



Wij mogen die voeten zijn en deze boodschap gaan uitspreken. Als dat leger van aarden vaten die de fakkel van het geloof in handen heeft en de bazuin van het geloof laten horen. In het duister licht verspreiden samen met Koning Jezus. Samen zullen we zien dat Hij door ons gebed en handelen heen wil werken en Zijn Koninkrijk met kracht baan breken door onze levens in onze omgeving.






maandag 9 november 2015

Dank U Heer

Teksten : Spreuken 6 : 6 – 11 en Marcus 4: 26-29 

Romeinen 1:20 (BB) - Want Gods eeuwige kracht en goddelijkheid zijn te zien in de natuur. Dat is altijd al zo geweest, vanaf het moment dat de aarde werd gemaakt. …

Wij geloven in de schepping, omdat we onderstrepen dat we de Bijbel geloven van Genesis 1 tot en met het boek Openbaringen 22.  God laat zien en illustreert door de hele Bijbel en geschiedenis heen dat Hij wil leven in relatie met Zijn schepping en de mens als kroon op Zijn Werk. Om te laten zien hoe Hij dat wil en wat Hij daarin heeft gelegd, laat Hij ons dat ontdekken in de natuur. Als een spiegel van Hem Zelf naar ons toe en voor ons als een spiegel van plan van God met ons.



God wil door middel van Zijn liefde ons overtuigen op ongedwongen wijze. Niet als de reclames die wij constant op ons afkrijgen via de media elke dag. Hij wil niet inbreken, maar juist met koorden van liefde ons tot Zich trekken. Ons geweten en verstand spelen daarin een belangrijke rol. En nog meer ons hart. In Openbaringen 3:20 zien we dat de Heer staat aan het hart van de gelovige en klopt. Dat betekent dat Hij wacht op ons antwoord. En wij de deur voor Hem open doen en toelaten in ons leven.

In het gedeelte van Spreuken 6 zien we een uitspraak: “Ga tot de mieren gij luiaard.”  Een uitspraak, die door de eeuwen heen wel enige humor los maakt. Met dit voorbeeld uit de natuur en duidelijke manier van spreken laat God zien, wat er verwacht wordt van de mens. Zorg dat je levens voorraad op orde blijft, zodat je in andere seizoenen ervan kunnen leven. Niet afwachten, maar aanpakken. Praktisch en Geestelijk gezien:  Je dagelijks onderhoud, maar ook je relaties in dit leven en je geloof.



Niet zien hoe het komt, maar organiseren. De mier organiseert zich op een bepaalde manier, zoals het in zich heeft naar de orde die God heeft gegeven. Iedere mier weet wat ‘m te doen staat en werkt daaraan ijverig mee. Als een innerlijk ingeschapen meganisme wat de manier aandrijft om dit te doen.

Daarom dat God ook aan zijn gemeente mensen heeft gegeven met verschillende talenten. Mogelijkheden, die passen bij ons zijn en hoe we bewegen in dit leven. Je persoonlijkheid, karakter en afkomst. Die talenten worden ons toevertrouwd. Wanneer we daar o.a. in Mattheus 25 over lezen zien we dat ze bedoeld zijn om er mee aan de slag te gaan. En ook om er meer van te maken. Wanneer we zoals vandaag stilstaan bij de opbrengst van onze inspanning, dan komen we tot het besef, dat het misschien wel veel van ons heeft gevraagd. En de opbrengst aan de kant van God is door Zijn gunst en zegen.

Er is een oud gezegde : "Rust roest" m.a.w. wanneer je niets doet gaat je vermogen, relaties en zelfs je geloof achteruit. In 1981 hadden we een boekje bij de Bijbelstudie van Youth for Christ Vlissingen. Daarvoor kwamen we als jongeren bij elkaar om samen te zingen, bidden en vanuit het boekje en de Bijbel na te denken en praten. De titel was : "Het komt je niet aanwaaien." Daarin was  kerntekst uit Johannes ter aanmoediging om je Bijbel te lezen en ook daadwerkelijk verdiepen in wat er staat. Johannes 14:15 -  Als je Mij liefhebt, houd je dan aan Mijn geboden.”  Niet alleen lezen en aanhoren, maar ook aan de slag gaan om het Woord van God in je leven eigen te maken als een persoonlijke richtlijn voor geloofsgroei.



We zeggen met de woorden vanuit Romeinen 14:7,8 - dat niemand leeft voor zichzelf en niemand sterft voor zichzelf, want wij zijn van de Heer. Hem komt alle eer toe. Dat betekent ook dat op deze dag, wanneer we onze zegeningen tellen, we tegen de Heer zeggen: Dank U Heer dat U goed bent voor mij / ons. De reden dat we dit kunnen zeggen is dat het besef hebben dat God de gever is van Leven en Hij de bron is Die voorziet in onze dagelijkse behoefte. Onze ogen zijn opengegaan voor de realiteit van Wie God is en dat we Hem willen kennen en betrekken in alle zaken van ons leven.

We nemen onze verantwoordelijkheid om in dit leven te staan en dat in afhankelijkheid van onze Heer en Schepper. Hij is de Gever van alles wat leeft aarde. Ook de opbrengst van het land en de arbeid die wij hebben verricht. We leven niet meer voor ons zelf. God heeft ook niet de wereld geschapen en het aan zijn lot overgelaten. Hij heeft de mens gedelegeerd gezag en verantwoording gegeven om de aarde te bewerken en te leven van de opbrengst. Zoals Paulus het in geestelijk opzicht vergelijkt: De één plant, de ander begiet, maar God geeft de wasdom. God betrekt ons bij Zijn werk, maar zorgt Zelf dat iets tot leven en bloei komt. Aan de ene kant heeft Hij dat in de natuur ingeschapen aan de andere kant is het Zijn zegen, dat dit proces goed gaat.



En dan lezen we Marcus 4: 26-29  waar Jezus ook vanuit de natuur vertelt over het Koninkrijk van God. - En Hij zeide: Alzo is het Koninkrijk Gods, als een mens, die zaad werpt in de aarde, 27 en slaapt en opstaat, nacht en dag, en het zaad komt op en groeit, zonder dat hij zelf weet hoe. 28 De grond brengt vanzelf vrucht voort; eerst een halm, daarna een aar, daarna het volle koren in de aar. 29 Wanneer dan de vrucht rijp is, laat hij er terstond de sikkel in slaan, omdat de oogsttijd aangebroken is.

Het Koninkrijk van God wordt vergeleken met een boer, die graan uitzet op het land. Het zaad moet in de grond om te kunnen ontkiemen. Zo is het ook met het Woord van God. Onze Heer wil met Zijn Woord in ons leven aan de slag gaan. Niet op de boekenplank laten liggen tot de volgende gelegenheid om weer mee te nemen. Nee! Zijn Woord in ons laten opkomen als een zaad dat in alle gebieden van onze persoonlijkheid, omstandigheden, relaties Zijn werk kan doen. Veranderen van binnen uit. Eerst niet zichtbaar, omdat je in je binnenkamer gaat en God zoekt door te bidden en in Zijn Woord te lezen. Daarbij wil de Heilige Geest ons helpen om er ook handen en voeten aan te geven, zodat het Woord van God in ons leven ontkiemt en wij daarnaar gaan handelen.

In vers 27 staat dat de mens slaapt in de nacht en als het dag is opstaat. Geeft aan dat er geen extra inspanning van de mens wordt gevraagd. Dan om te leven en af te wachten totdat het natuurlijk zaad van het graan opkomt. Daar kan hij zelf niets aan toevoegen. We kunnen een heleboel in ons leven verklaren, maar leven voortbrengen dat is Gods zaak. Wij mogen daarin met Hem mee bewegen als een kind dat mee mag helpen met zijn ouders. Kinderen zien het voorbeeld wat zij spelenderwijs navolgen, maar nog niet zelf ten volle zelfstandig kunnen doen in de mate van een volwassene. Zo mogen wij ook aan Gods hand laten leiden en doen wat Hij ons geeft om te doen. En het resultaat is vreugde. God geeft zijn blijdschap, wanneer wij met Hem gaan.

De grond moet bewerkt worden, zien we in Genesis. Wanneer we ons leven toewijden aan de Heer, kan het zaad in ons leven ontkiemen en tot volle wasdom komen. De aarde is de akker die God met Zijn Woord wil bewerken. Het gevolg is: Als een mens tot God komt, dat deze zal belijden dat Jezus Heer is en zijn knie zal buigen voor zijn Schepper. Dan komt er vreugde van Gods liefde en maakt dat deze elke dag weer opnieuw kan zeggen : “Dank U Heer.”



Dank U Heer dat U mij liefhebt en alle verkeerde zaken in mijn leven hebt vergeven. Dank U Heer dat ik mag leven en mag weten dat U mijn Vader bent. Dank U Heer dat U elke dag voor mij zorgt en ik me geen zorgen hoef te maken. Dank U dat U weet wat ik nodig heb om te kunnen leven. U zorgt voor wat ik moet eten en U weet van de dagelijkse dingen, waar ik me regelmatig zorgen om maak. Denk maar aan het onderwijs van Jezus hoe Hij erop wees dat God zelfs zorgt voor een mus. En Hij zegt dat wij die verre te boven gaan. Waarom? Wij als kroon van Gods schepping mogen in een herstelde relatie door Christus leven met God waarin Hij ons ziet als Zijn geliefde kinderen.

Een dag als deze kijken we terug naar de zegen die God in ons leven heeft gegeven. Dat kunnen we doen, wanneer we net als Jezus opkijken naar de hemel. Dat zien we op een moment als Hij het brood en de vissen gaat delen met de duizenden die naar Zijn onderwijs hebben geluisterd. De schare heeft mooie en indringende voorbeelden gehoord over het Koninkrijk van God. En nu gaan ze getuige zijn van het wonder wat voor hun ogen gaat gebeuren. Ook gaan ze lijfelijk ervaren wat Jezus doet. Iedereen eet van die broden en vissen wat voldoende zou zijn voor maximaal een klein groepje mensen.  

I Danken - Marcus 6 : 41 (HTB) - Hij nam de vijf broden en de twee vissen, keek op naar de hemel en dankte God voor dit eten. Je ziet dat ook Jezus dankte voor het brood en de vissen. Hij ging niet klagen dat er veel te weinig was. Hij ging ook niet vragen om meer. Maar Hij gebruikte wat Hij in handen had nadat Hij de Vader ervoor had gedankt. En God vermenigvuldigde door de handen van Jezus het brood en de vissen. Hij handelde in afhankelijkheid van Zijn Vader en gaf iedereen te eten. Kunnen wij begrijpen hoe het werkt en hoe God het doet? Nee, maar we mogen wel net als Jezus in onze levens God verwachten.



II Zegen - En wanneer wij naar de hemel kijken en met God praten, mogen we Hem danken voor Zijn goedheid, trouw en liefde. In Marcus 6:41 volgens de NBG en NBV zien we dat Jezus naar de hemel keek en de zegen uitsprak over het eten. Dat is voor ons een mooie aanmoediging om als eerst te luisteren naar de aanwijzingen die Jezus geeft door Zijn Woord en door Zijn Geest. Hij sprak tot de schare om te gaan zitten. Daarna nam Hij het brood en de vissen van één van hen en sprak daarover de zegen uit.

We kennen de uitspraak: “Aan Gods zegen is het al gelegen.” m.a.w. van God hangt alles af. Ja en zoals Jacob in Genesis 32:26 tegen de engel bij de rivier zei: Ik laat u niet gaan tenzij u mij zegent. Hier was een actief uitstappen naar de Heer toe. Hij was niet passief maar juist met volle verwachting naar de Heer toe. Daarom is het goed om hetgeen we hebben gekregen in het afgelopen jaar als opbrengst van het land en onze arbeid in de handen van onze Heer te geven. Misschien wel met de gedachte en woorden: Ik geef het aan U Heer, U mag er mee doen wat U wil. Dat zijn woorden van afhankelijkheid en verwachting. Hij weet wat wij nodig hebben en Hij kan het vermenigvuldigen op een wijze die wij niet kunnen bedenken. Zodat niet alleen ik zelf, maar ook anderen er door worden gezegend.

Waarvoor kan ik de Heer danken?
1 Denk maar aan het huis waar je woont.  Het is van jou. Je mag mensen onder je dak ontvangen en ontmoeten. 2. Denk maar aan je auto/vervoer, waarmee je als gezin /. persoonlijk enorm mag genieten. Een zegen voor elkaar en anderen.  3. Denk maar aan hetgeen je elke maand ontvangt als loon of uitkering. De mogelijkheid om je rekeningen te betalen, eten te kopen en waar mogelijk misschien iets voor een ander en de kerk kan betekenen.

4  Denk maar aan hetgeen jij kunt doen voor een ander, waarmee iemand geholpen wordt. Een klus, boodschappen, organiseren, verhuizen etc. Praktisch uitreiken en zegenen.  Al deze 4 gebieden zijn talenten die je kunt inzetten en geven als dank aan onze Heer, zodat anderen erdoor worden gezegend.

Werd Jezus en Zijn discipelen gezegend, toen zij uitdeelden van de broden en vissen? Ja ook zij aten hiervan en….. zij hielden nog veel meer over dan ze eerst in handen hadden. Dat is het wonder van delen. We kunnen als de mieren gaan en ons goed organiseren met de gegeven talenten, die we uit Gods hand hebben ontvangen. Een talent, waarmee je aan de slag gaat, zodat deze zich kan ontwikkelen als een zaad in je eigen leven en tot volheid kan komen.  

Je leeft niet voor jezelf. Het uitgangspunt van Jezus was om de schare te voeden, want Hij was met ze begaan. Ook nu is God begaan met de mensen op deze wereld. Zo mogen wij ook als het ware uitdelen van Gods liefde door de manier, waarop wij omgaan en uitdelen van de zegen en talenten in ons leven.



Die zegen brengt ons tot het punt dat we zeggen: Dank U Heer. Een levenshouding om niet op jezelf gericht te zijn. Zijn als een aar tot volheid komen je vrucht wil dragen tot eer van God. Zoals Jezus zegt in Johannes 15:9 - Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent. Dat is ook het verlangen van God voor ons leven. Hem kennen en erkennen vanuit een levenshouding waarin wij Hem danken en de eer geven. Iets wat in ons leven mag groeien en ontwikkelen als een vrucht van onze wandel met God.