Tekst : Jesaja 9 : 1-3
In Jesaja 9 lezen we de
voorzegging van de komst van Jezus. Dat is ook precies wat wij met Advent
vieren en gedenken. In het latijn zien we adventus wat betekent “komst”
en advenire wat wil zeggen: “ naar iets of iemand toekomen.” In
beide tekstgedeelten zien we dat 1 persoon komt naar een groep mensen.
Het volk dat in
donkerheid wandelt, ziet een groot licht; over hen die wonen in een land van
diepe duisternis, straalt een licht. – Jesaja 9:1
Wanneer we lezen in Jesaja
zien we een volk dat in donkerheid wandelt. Wanneer we kijken onder welke
omstandigheden deze donkerheid zou kunnen zijn, zien we in het oude Testament
verschillende voorbeelden. Bijvoorbeeld in het boek Genesis zien we in de tijd
van Noach dat het kwaad
onder de mensen enorm toenam. Het hart van de mensen was vervult was met boze
gedachten. Ieder had een verlangen om alles te doen wat tegen Gods wil, wet en
liefde inging.
We zien in de tijd van Jacob dat Zijn volk te maken kreeg met hongersnood.
Vervolgens lezen we hoe het volk van God in Egypte kwam onder het zware juk van de slavernij. Hun
vrijheid werd omgezet in slavernij. Hun pasgeboren kinderen,
waaronder Mozes, werden bedreigd met de dood. Hun leven was
niet zeker onder het koningschap van de farao, die hen wilde doden.
Later zien we dat onder
verschillende koningen er vermengingen ontstonden met vreemde
volken en hun goden. Zij verlieten God voor afgoden en kwamen
daardoor onder vreemde overheersing van volken die hun land gingen plunderen
en het volk bedreigde, gevangen zette en doodde.
En nu in Jesaja 9 zien
we een volk vanwege hun afvallige manier van leven, God niet op de eerste plek
zette. De bescherming als volk Gods gezag veranderde in vreemde overheersing en
ballingschap. Zij hadden allerlei zaken in hun leven, waarbij God tegen
hen begon te zeggen dat Hij hen als een
Vader bij elkaar wilde brengen. Jullie hart is er niet bij ; zegt Hij tegen hun.
Jullie zijn met je hart van Mijn trouw en liefde afgedwaald.
De manier, waarop zij tegen
alles aankeken en er mee omgingen, was vertroebeld en niet meer helder. Jezus
zegt in Mattheus 6 : 22 en 23 – De lamp van het lichaam is het oog. Indien
dan uw oog zuiver is, zal geheel uw lichaam verlicht zijn; 23 maar indien uw
oog slecht is, zal geheel uw lichaam duister zijn. Indien nu wat licht in u is,
duisternis is, hoe groot is dan de
duisternis! Een
duidelijke waarschuwing van onze Heer over de manier waarop wij omgaan in ons
leven met waarheid.
Wanneer we alles in het licht
van onze waarheid gaan bekijken en ons zelf tot uitgangspunt
nemen, dan is het gevaar dat we mensen negatief of verkeerd kunnen gaan
beoordelen. Zwart wit oordelen het gedrag van een ander, naar onze
verwachtingen en mogelijke teleurstellingen. Dan is iedereen fout en ontbreekt
het vaak aan het juiste inzicht en genade.
We kennen misschien wel het
woordje ''eyeopener”. Een tip, wijsheid waarbij we inzicht krijgen hoe
de vork in de steel ziet. Daardoor krijgen we begrip hoe we ook op een andere
manier tegen iets aan kunnen kijken. Dat helpt wanneer we vastlopen of iets
niet begrijpen. Door de Bijbel heen zien we dat God Zijn dienstknechten, mannen
en vrouwen stuurt om vanuit Gods Woord licht te werpen op de situatie en
omstandigheid. In Psalm 119 : 130 lezen we – Het openen van uw
woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandige inzicht.
Wij kennen het vers uit Psalm
119:105 beter – Uw woord is een lamp voor mijn voet en een
licht op mijn pad.
Je zou met de gelijkenis van Jezus het volgende kunnen zeggen. Het Woord van God opent onze geestelijke ogen en laat weer helder zien waar het op aankomt. We zien het weer in het juiste perspectief. Onze lichaam waar ons handelen en leven als beeld van is, zal weer een instrument worden in Gods hand om een lichtend getuige te zijn van Zijn liefde, vergeving en genade. Wij zullen dan weer met anderen door onze manier van doen, spreken en zijn omgaan vanuit de juiste hartgesteldheid.
Je zou met de gelijkenis van Jezus het volgende kunnen zeggen. Het Woord van God opent onze geestelijke ogen en laat weer helder zien waar het op aankomt. We zien het weer in het juiste perspectief. Onze lichaam waar ons handelen en leven als beeld van is, zal weer een instrument worden in Gods hand om een lichtend getuige te zijn van Zijn liefde, vergeving en genade. Wij zullen dan weer met anderen door onze manier van doen, spreken en zijn omgaan vanuit de juiste hartgesteldheid.
Hierom is Jezus naar de
wereld gekomen. In de wereld uit de tijd van Jesaja was daar de dreiging van de
volken om hen heen en hun ballingschap in Babel. Zij werden ontheemd, zoals
velen in deze tijd hun thuisland moeten verlaten en door barre omstandigheden
een nieuw bestaan proberen te zoeken. Voor het volk van God was het niet een
weg naar een nieuw bestaan, maar juist een benadrukking hoe fout ze waren
geweest en daarom niet meer in hun land konden blijven.
God hield en houd van Zijn
volk en daarom sprak Hij de woorden in Jesaja 9. Hij wilde dat ze weer
naar Hem toe zouden gaan met hun hele hart. We lezen dat er staat dat : “Gods
ogen gaan over de hele schepping om krachtig bij te staan van wie het hart
volkomen naar Hem uitgaat.” Deze
Immanuel gedachte van God, waarin Hij met Zijn volk wilde zijn, had een
voorwaarde. Een hart dat niet overspelig andere goden naliep en de liefde tot
God verzaakte.
Jesaja
9:3 Laat een aspect zien wat
aanvullend is op de gelijkenis, de profetie en ons leven. “Want het juk dat het
drukte, en de stang op zijn schouder, de roede van zijn drijver, hebt Gij
verbroken als op Midjansdag.” Het wijst terug naar de tijd van Gideon, dat hij opdracht
kreeg om met een klein deel van het leger samen met de Heer op te trekken tegen
de vijand, die heel het volk onder zijn overweldigende macht had van een groot
en machtig leger. Op het teken van Gideon werd er geblazen op de ramshoorn,
werden de kruiken kapot geslagen. De fakkels die in de kruiken verborgen waren,
zouden hierna zichtbaar worden. En God deed het onmogelijke.
Zij
moesten met fakkels en kruiken, aarden vaten de overwinning gaan behalen op de
vijand. Zo wilde God in Zijn Zoon als mens, welke in Jeremia met een aarden vat
wordt vergeleken, de overwinning halen op de vijand. Hij als Licht van de
Wereld zou een vonk doen overslaan, waardoor Gods licht en waarheid in elk mens
zou komen. En zij uit eerbied en respect voor God zouden gaan leven. De Heer
wil ook Zijn licht in ons leven ontsteken, zodat wij als aarden vaten
lichtdragers zullen zijn in een donkere wereld.
Niet
langs de weg van regels om als bewijs van eigen kunnen er naar te leven. God
wilde geen menselijke vertoon van kracht. Hij wilde samen met Gideon en het
kleine leger de overwinning halen en delen in de vreugde die Hij voor Zijn volk
wilde door te laten zien dat Hij van ze hield en voor hen wilde zorgen. Hij nam de schuld weg die op hen was en
beklede hen opnieuw met eer, respect een aanvaarding vanuit de Liefde.
Dit is
het beeld wat God voor ogen had en heeft van de Messias. Dat is het goede
nieuws wat Hij overal in de hele wereld en met mensen van alle tijden wil
delen.
Daarom
passen de woorden ter afsluiting mooi uit Jesaja 52:7 – “Hoe liefelijk
zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede
boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning.”
Wij mogen die voeten zijn en deze boodschap gaan uitspreken.
Als dat leger van aarden vaten die de fakkel van het geloof in handen heeft en
de bazuin van het geloof laten horen. In het duister licht verspreiden samen
met Koning Jezus. Samen zullen we zien dat Hij door ons gebed en handelen heen
wil werken en Zijn Koninkrijk met kracht baan breken door onze levens in onze
omgeving.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten