donderdag 10 december 2015

De komst van de Zoon

Tekst :  Jesaja 9 : 1-3               

In Jesaja 9 lezen we de voorzegging van de komst van Jezus. Dat is ook precies wat wij met Advent vieren en gedenken. In het latijn zien we adventus wat betekent “komst” en advenire wat wil zeggen: “ naar iets of iemand toekomen.” In beide tekstgedeelten zien we dat 1 persoon komt naar een groep mensen.

Het volk dat in donkerheid wandelt, ziet een groot licht; over hen die wonen in een land van diepe duisternis, straalt een licht. – Jesaja 9:1


Wanneer we lezen in Jesaja zien we een volk dat in donkerheid wandelt. Wanneer we kijken onder welke omstandigheden deze donkerheid zou kunnen zijn, zien we in het oude Testament verschillende voorbeelden. Bijvoorbeeld in het boek Genesis zien we in de tijd van Noach dat het kwaad onder de mensen enorm toenam. Het hart van de mensen was vervult was met boze gedachten. Ieder had een verlangen om alles te doen wat tegen Gods wil, wet en liefde inging.

We zien in de tijd van Jacob dat Zijn volk te maken kreeg met hongersnood. Vervolgens lezen we hoe  het volk van God in Egypte kwam onder het zware juk van de slavernij. Hun vrijheid werd omgezet in slavernij. Hun pasgeboren kinderen, waaronder Mozes, werden bedreigd met de dood. Hun leven was niet zeker onder het koningschap van de farao, die hen wilde doden.

Later zien we dat onder verschillende koningen er vermengingen ontstonden met vreemde volken en hun goden. Zij verlieten God voor afgoden en kwamen daardoor onder vreemde overheersing van volken die hun land gingen plunderen en het volk bedreigde, gevangen zette en doodde.

En nu in Jesaja 9 zien we een volk vanwege hun afvallige manier van leven, God niet op de eerste plek zette. De bescherming als volk Gods gezag veranderde in vreemde overheersing en ballingschap. Zij hadden allerlei zaken in hun leven, waarbij God tegen hen begon te zeggen dat  Hij hen als een Vader bij elkaar wilde brengen. Jullie hart is er niet bij ; zegt Hij tegen hun. Jullie zijn met je hart van Mijn trouw en liefde afgedwaald.

De manier, waarop zij tegen alles aankeken en er mee omgingen, was vertroebeld en niet meer helder. Jezus zegt in Mattheus 6 : 22 en 23De lamp van het lichaam is het oog. Indien dan uw oog zuiver is, zal geheel uw lichaam verlicht zijn; 23 maar indien uw oog slecht is, zal geheel uw lichaam duister zijn. Indien nu wat licht in u is, duisternis is, hoe groot  is dan de duisternis!  Een duidelijke waarschuwing van onze Heer over de manier waarop wij omgaan in ons leven met waarheid.
 


Wanneer we alles in het licht van onze waarheid gaan bekijken en ons zelf tot uitgangspunt nemen, dan is het gevaar dat we mensen negatief of verkeerd kunnen gaan beoordelen. Zwart wit oordelen het gedrag van een ander, naar onze verwachtingen en mogelijke teleurstellingen. Dan is iedereen fout en ontbreekt het vaak aan het juiste inzicht en genade.

We kennen misschien wel het woordje ''eyeopener”. Een tip, wijsheid waarbij we inzicht krijgen hoe de vork in de steel ziet. Daardoor krijgen we begrip hoe we ook op een andere manier tegen iets aan kunnen kijken. Dat helpt wanneer we vastlopen of iets niet begrijpen. Door de Bijbel heen zien we dat God Zijn dienstknechten, mannen en vrouwen stuurt om vanuit Gods Woord licht te werpen op de situatie en omstandigheid. In Psalm 119 : 130 lezen we – Het openen van uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandige inzicht. 


Wij kennen het vers uit Psalm 119:105 beter – Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. 
 Je zou met de gelijkenis van Jezus het volgende kunnen zeggen. Het Woord van God opent onze geestelijke ogen en laat weer helder zien waar het op aankomt. We zien het weer in het juiste perspectief. Onze lichaam waar ons handelen en leven als beeld van is, zal weer een instrument worden in Gods hand om een lichtend getuige te zijn van Zijn liefde, vergeving en genade. Wij zullen dan weer met anderen door onze manier van doen, spreken en zijn omgaan vanuit de juiste hartgesteldheid.

Hierom is Jezus naar de wereld gekomen. In de wereld uit de tijd van Jesaja was daar de dreiging van de volken om hen heen en hun ballingschap in Babel. Zij werden ontheemd, zoals velen in deze tijd hun thuisland moeten verlaten en door barre omstandigheden een nieuw bestaan proberen te zoeken. Voor het volk van God was het niet een weg naar een nieuw bestaan, maar juist een benadrukking hoe fout ze waren geweest en daarom niet meer in hun land konden blijven.

God hield en houd van Zijn volk en daarom sprak Hij de woorden in Jesaja 9. Hij wilde dat ze weer naar Hem toe zouden gaan met hun hele hart. We lezen dat er staat dat : “Gods ogen gaan over de hele schepping om krachtig bij te staan van wie het hart volkomen naar Hem uitgaat.”  Deze Immanuel gedachte van God, waarin Hij met Zijn volk wilde zijn, had een voorwaarde. Een hart dat niet overspelig andere goden naliep en de liefde tot God verzaakte.




Jesaja 9:3 Laat een aspect zien wat aanvullend is op de gelijkenis, de profetie en ons leven. Want het juk dat het drukte, en de stang op zijn schouder, de roede van zijn drijver, hebt Gij verbroken als op Midjansdag. Het wijst terug naar de tijd van Gideon, dat hij opdracht kreeg om met een klein deel van het leger samen met de Heer op te trekken tegen de vijand, die heel het volk onder zijn overweldigende macht had van een groot en machtig leger. Op het teken van Gideon werd er geblazen op de ramshoorn, werden de kruiken kapot geslagen. De fakkels die in de kruiken verborgen waren, zouden hierna zichtbaar worden. En God deed het onmogelijke.

Zij moesten met fakkels en kruiken, aarden vaten de overwinning gaan behalen op de vijand. Zo wilde God in Zijn Zoon als mens, welke in Jeremia met een aarden vat wordt vergeleken, de overwinning halen op de vijand. Hij als Licht van de Wereld zou een vonk doen overslaan, waardoor Gods licht en waarheid in elk mens zou komen. En zij uit eerbied en respect voor God zouden gaan leven. De Heer wil ook Zijn licht in ons leven ontsteken, zodat wij als aarden vaten lichtdragers zullen zijn in een donkere wereld.

Niet langs de weg van regels om als bewijs van eigen kunnen er naar te leven. God wilde geen menselijke vertoon van kracht. Hij wilde samen met Gideon en het kleine leger de overwinning halen en delen in de vreugde die Hij voor Zijn volk wilde door te laten zien dat Hij van ze hield en voor hen wilde zorgen. Hij nam de schuld weg die op hen was en beklede hen opnieuw met eer, respect een aanvaarding vanuit de Liefde.

Dit is het beeld wat God voor ogen had en heeft van de Messias. Dat is het goede nieuws wat Hij overal in de hele wereld en met mensen van alle tijden wil delen.
Daarom passen de woorden ter afsluiting mooi uit Jesaja 52:7 – “Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning.”



Wij mogen die voeten zijn en deze boodschap gaan uitspreken. Als dat leger van aarden vaten die de fakkel van het geloof in handen heeft en de bazuin van het geloof laten horen. In het duister licht verspreiden samen met Koning Jezus. Samen zullen we zien dat Hij door ons gebed en handelen heen wil werken en Zijn Koninkrijk met kracht baan breken door onze levens in onze omgeving.






Geen opmerkingen: