Teksten
: Habakuk 1 :
2 – 5 - Waar is Uw recht, Heer, te
midden van alle onrecht?
Lucas 18:
9-14 - Rechtvaardig voor God
Grapje: Hoe noemen we
iemand, die in een magazijn werkt en zijn geld verdient op een heftruck? Juist,
een Oplichter. Hij moet alles optillen met de vorken zijn voertuig. Hoe noemen
we iemand die veel en goed over zichzelf praat? Een opschepper. Alles is beter
en mooier dan van een ander. Het gaat hem of haar veel beter af en voor de wind
dan alle anderen. En toch zouden we deze persoon ook een oplichter kunnen
noemen. Hij tilt alles zelf op om groter, mooier en beter te lijken. Er is een
uitspraak die zegt: “Fake it until you
make it.” Doe alsof totdat jij ook in staat bent om indruk te maken. De
vraag, die naar bovenkomt is: Waarom zou
zo iemand dat nou doen?
Lucas 18 : 9 - Met het oog op sommigen die zichzelf rechtvaardig
vinden en anderen minachten, vertelde Hij de volgende gelijkenis.
We zien dat Lucas hier de
kern van Jezus methode van onderwijs aan de schare geven benoemde. Jezus
vertelt een gelijkenis, zodat Zijn toehoorders, die over het onderwerp “jezelf
rechtvaardiger vinden dan anderen”, Gods oogpunt zouden gaan horen en zien. Hij
merkt op dat het gevolg van zelf rechtvaardiging is dat iemand een ander gaat
minachtend. Neerbuigend doet en een houding aanneemt van superioriteit. “Ik
weet het beter en ik kan het beter, want ik ben beter dan de rest.”
Zelfverheffing
Een paar betekenissen van
het woord “zelfverheffing” 1. Het zich beroemen op zijn daden 2. Laatdunkendheid
3. Verwaandheid Deze betekenissen spreken voor zichzelf. Zij
laten zien wat het doet als iemand zichzelf verheft boven anderen en meent
daarmee goed te doen. Deze mens kijkt niet naar wat wij ervan vinden. Maar zo iemand
wordt wel beoordeeld door velen in zijn / haar omgeving vanuit de waarden en normen, die gangbaar zijn in
onze cultuur. In Nederland zouden we zeggen: "Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg." en "Je moet niet van jezelf zo groots praten." Als het al zo is, laat het praten over jou dan maar aan anderen over." Veel van die normen zijn ook terug te vinden in de Bijbel. Van
binnen weten van een aantal dingen of ze wel of niet kunnen. Een door God
gegeven geweten en een portie gezond verstand.
Jezus gaat in op dit onderwerp van zelfverheffing en
zelfrechtvaardiging. Hij laat zien wat de gevaren zijn. Blijkbaar was het nodig,
dat ogen geopend werden voor dit fenomeen onder mensen. Als je veel presteert
in je leven, dan is de opinie dat je meer waard dan anderen. Dat is wel door de
eeuwen heen de meest gangbare opvatting. die de meeste stemmen krijgt. Ze
zeggen wel eens : “Brutalen hebben de
halve wereld.” Die wereld is niet van hen, maar menen er meer recht op te
hebben dan een ander. Veel mensen zijn niet opgewassen tegen het geweld wat
hier achter schuilt. Ze zijn bang voor de conflicten, die het met zich
meebrengt.
Anderen zijn verbaal niet zo sterk en laten zich makkelijk
ondersneeuwen. Weer anderen zijn erg beleefd en wachten het wel af totdat het
overgaat. In alle gevallen is er wijsheid en kracht nodig om er mee om te gaan.
Vaak daagt het uit om boos te worden, opstandig en zo te reageren, dat het alleen
maar meer schade aanbrengt. Dingen doen en spreken, waarvan je later spijt hebt.
Terwijl het lijkt, dat de ander nergens last van heeft. En maar door kan gaan.
Dat was ook de klacht van Habakuk, die het had over de ongelovigen, dat zij
konden doen wat ze wilden, zonder dat er maar een gevolg aan leek te zitten.
Met de vraag : Hoe lang nog?
Laten we lezen wat er staat in Habakuk 1 : 2 - 5 (BB) 2 Habakuk zegt: "Heer,
hoelang roep ik U al om hulp, zonder dat U antwoordt? Ik schreeuw tot U:
'Help!', maar U redt ons niet! 3 Waarom moet ik dit allemaal
meemaken? Hoe kan ik al die ellende nog langer aanzien? Overal zie ik
onderdrukking en geweld. Overal is ruzie en strijd. 4 De mensen
houden zich niet meer aan de wet. Er is geen recht meer. De slechte mensen
bedreigen de eerlijke mensen. Daardoor wordt er niet eerlijk
rechtgesproken."
Habakuk zal net als zijn
tijdsgenoten last hebben gehad van het moreel verval om hem heen. Hij roept het
uit naar God. Verlangt dat er recht wordt gedaan, zoals God het al eerder
vanuit Zijn wet had bekend gemaakt. Een mens, die leeft naar de richtlijnen en
leefregels van God. In plaats dat ze door de druk en dreiging mensen bezwijken.
Of je doet net als Daniël,
die zich voorneemt om zich niet te verontreinigen. Of zijn iemand, die
vergeleken wordt met een boom uit Jeremia 17, die vrucht draagt. Ook al is het een jaar van
droogte. Hij is geworteld in de manier, waarop hij leeft met God. En dit alles om in plaats van
mee te doen met je omgeving . Je richt je op God en versterkt je in het geloof. Ook een David heeft veel hinder en vervolging meegemaakt, maar
versterkte zich in de Heer Zijn God.
We leven nu in een tijd,
waarin veel zaken om ons heen veranderen. Gezinnen vallen uitéén, God wordt uit
de grondwet geschrapt. Het is steeds meer verboden om openlijk voor je geloof
uit te komen. Normen en waarden ontlenen aan de Bijbel is not done, wanneer er conflicten en rechtzaken zijn. Geloof is niet
meer de samenbindende factor in onze maatschappij. Terwijl toch velen naar God
op zoek zijn. Regels en wetgeving worden aan de laars gelapt. En toch… en toch
te midden van alle veranderingen en tumult zijn mensen op zoek naar zichzelf,
God en antwoorden in het leven. Dat zien we mede in de gelijkenis van Jezus.
2 Synoniemen - vers 10, een
farizeeër en een tollenaar. Wat ik zo mooi vindt van Jezus. Hij begint te spreken
over 2 mensen. ‘Twee mensen
gingen naar de tempel om te bidden
In de basis waren zij gelijk aan elkaar.
Twee Mensen, die allebei van afkomst zonen van Abraham waren. (Zacheüs) Zij
waren allebei gelovig en hadden de plaats van hun ontmoeting met God in de
tempel. De één was bezig met zijn taak als geleerde en meester in de geschriften en de ander was iemand, die dagelijks met geld bezig was
De één leefde mogelijk
afgezonderd van de boze wereld, waar het allemaal verkeerd ging. Had een
prominente plaats in het leven van jong en oud, waar hij les aangaf. Dat gaf
hem veel voldoening, erkenning en aanzien. Terwijl de ander meer een
verschoppeling was van de maatschappij. Hij werd geïsoleerd van de gewone
burger en gelovige. Met zulke mensen ging je niet om. Een outcast, die met de
vijand heulde en zijn geld op een verkeerde manier verdiende.
Jezus keek heel anders
naar deze personen. Hij haalde als het ware hun sticker er af en noemt ze: “Twee mensen” Geen
enkele vooroordeel was al in de aanloop te bemerken over hoe Jezus richting zou
gaan geven in Zijn onderwijs aan de schare en de discipelen. Hij noemde hun
beroep en dagelijkse bezigheid op de 2e plaats. Geen waarde oordeel
vooraf om al richting te geven wat Hij ervan vond.
Binnen onze maatschappij
en de zorg worden regelmatig mensen gestikkerd en in een vakje gestopt. Het
gaat niet hun beperking, aandoening of ziekte, maar juist als een mens met een
persoonlijkheid en een eigenheid, die uniek is. Zie elk mens als mens. Elk mens
heeft een gebruiksaanwijzing. Het lijkt er op, wanneer we hen niet begrijpen.
Dat we daarom hen maar in een hokje stoppen. Is dat dan niet mijn / onze
beperking?
Jezus ging over die grens
van de fatsoensnormen en religieuze waarden van Zijn tijd. Hij dacht in de mens
in relatie tot de ander, zichzelf en God. En vanuit Wie Hij was kwam Hij tot
hen. Hij wilde verbinding maken met de ander en deze brengen bij Zijn Vader.
Hij ontleende Zijn identiteit aan God de Vader als mens op aarde. En aan ons
gelijk geworden bracht Hij mensen in contact met hoe God dacht en wilde dat het
zou zijn.
Lucas 18: 11 De farizeeër stond daar rechtop en bad bij zichzelf:
“God, ik dank u dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of
onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar. 12 Ik vast tweemaal per week en draag een tiende van al
mijn inkomsten af.” De farizeeër stond en bad om zichzelf naar voren te
schuiven. Op grond van zijn inspanning, toewijding en ijver, had deze man
misschien wel gelijk. Net als de rijke jongeling, die de wet hield en daarin
zuiver in de leer was. En toch ontbrak er iets aan.
Of beter gezegd: Er was
iets toegevoegd. Recht voor God staan betekent, dat er niets tussen jou en God
in staat. Als een mens zich verheft boven een de ander op grond van wie hij
meent te zijn en wat hij heeft gepresteerd, brengt hij de eer niet meer aan God.
De God, Die hem in staat stelde om iets goeds te doen. Hij zet zichzelf in het
middelpunt en wil erkenning van anderen om zo gezien te worden voor wat hij
allemaal er voor heeft moeten doen en opgeven.
Dat maakt nou net wat
Jezus in Openbaringen 3:17, 18 zegt tegen een van de gemeenten zegt. Je denkt dat je
alles hebt bereikt en juist dat getuigd ervan dat je er nog slechter voorstaat.
Jezus zegt letterlijk tegen hen: - Zalf uw ogen met ogenzalf, opdat
u zult kunnen zien. m.a.w. Je bent geestelijk gezien ; stekeblind. Je
denkt dat je rijk bent, omdat je alles hebt, maar je mist het meest belangrijke
in je leven. Dat zien we ook in deze tijd. Mensen denken God niet meer nodig te
hebben en alles zelf te kunnen.
Ootmoedigen geven God eer.
Lucas 18 : 13 - De
tollenaar echter bleef op een afstand staan en durfde niet eens zijn blik naar
de hemel te richten. In plaats daarvan sloeg hij zich op de borst en zei: “God,
wees mij zondaar genadig.”
Iemand, die zich bewust is
van zijn tekortkomingen, zal zichzelf niet op de voorgrond brengen als degene,
die het allemaal wel weet en even doet. Vaak durven mensen door schaamte en
schuld je niet aan te kijken. Ze kijken als het ware heel diep naar binnen en
zien elke schandvlek, die hun heeft besmeurt. Vanuit deze bewustwording kun je
2 kanten op gaan. Of je vertelt iedereen en overal dat je het niet kan en niet
waard bent. En vooral aan jezelf.
Of je doet waar Jezus over
spreekt. Hij spreekt over jezelf voor God vernederen. Dat is dat je naar God
toe gaat en Hem belijd wat er mis is gegaan en erkent dat je Hem nodig hebt.
Dat is je buigen voor Wie God is, Hem erkennen, berouw hebben van je daden en
de keuze maken om jezelf aan God over te geven.
Lucas 18: 14 - Ik zeg jullie, hij ging naar huis als iemand die
rechtvaardig is in de ogen van God, maar die ander niet. Want wie zichzelf
verhoogt zal vernederd worden, maar wie zichzelf vernedert zal verhoogd
worden.’ Had de tollenaar het nu
opeens beter gedaan dan de farizeeër en ging God dat belonen? De verbrokenheid,
waar deze man, tollenaar, synoniem voor slechterik, mee kwam, maakte ruimte voor Gods compassie /
bewogenheid voor hem. God zag het hart aan en wist dat hij het echt meende.
Met de gelijkenis komt
Jezus tot deze onverwachte wending. Hij maakt hier al de weg vrij voor het
nieuwe waarvoor Hij naar de wereld kwam. God weet hoe wij als mensen zijn en
Zijn hulp nodig hebben om tot Hem te kunnen komen. Dit praktische verhaal van hoe
God kijkt naar ons als mens en hoe Hij met ons wil omgaan, heeft Hij
bekrachtigd door Zijn leven te geven voor elk mens.
Het is Gods verlangen,
zoals we dat mogen lezen in 1Timotheus 2 : 3 – 6 – Dat is
goed en welgevallig in de ogen van God, onze redder, 4 die wil dat alle mensen
worden gered en de waarheid leren kennen. 5 Want er is maar één God, en maar
één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, 6 die zichzelf
gegeven heeft als losgeld voor allen, als het getuigenis voor de vastgestelde
tijd. Deze tekst zal je als
samenvatting van Jezus bediening en werk op aarde kunnen samenvatten.
Het onderwijs van Jezus
had en heeft effect op Zijn toehoorders. Het Woord van God keert nooit terug
zonder zijn doel te bereiken, waartoe het is gezonden. Ook wat wij horen en
doorvertellen aan anderen wil God vanuit Zijn belofte als een zaad geven in ons
leven. Het komt op en mag in goede aarde vallen. Omdat te kunnen wijst Jezus
met deze gelijkenis de weg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten