dinsdag 5 november 2019

Gelovige Thomas



Ben jij ongelovige Thomas of een gelovige Thomas? 

Johannes 20:24-29 - Joh. 20:24 - Een van de twaalf, Thomas (dat betekent ‘tweeling’), was er niet bij toen Jezus kwam.   3 jaar lang had Thomas samen met de andere leerlingen Jezus gekend, meegemaakt en gevolgd. Het laatste wat hij nog wist, had ervaren en gezien, was dat Jezus aan het kruis was gedood. Daarmee was de periode met Jezus afgesloten. Dit was de bevestiging voor hem en vele anderen van Zijn einde.

Jezus was begraven in het graf in de tuin van Jozef van Arimathea. Volgens Lucas was deze Jozef een lid van het Sanhedrin. Hij was het echter oneens met de veroordeling van Jezus. Mogelijk was Jozef zelfs een aanhanger van Jezus en was de eigenaar van de tuin, waarin deze begraven werd. Als deze leider zich had ontfermd over het lichaam van Jezus en een graf had gegeven, dan was dit toch een duidelijk verhaal. Wat daarna gebeurde, dat Jezus verscheen aan de vrouwen, de Emmaüsgangers en de groep discipelen was buitenom Thomas gegaan.

Zijn naam : Hij werd ook wel Judas Thomas genoemd. Thomas komt van het Aramese woord 'Toma', wat eveneens tweeling betekent. Daarnaast wordt de naam Thomas ook in het Hebreeuws gebruikt. In het Nieuwe Testament wordt de apostel Thomas ook wel 'Didymus' genoemd, wat het Griekse woord voor “tweeling” is. Het verhaal van Thomas, Zijn roeping en werk ging verder: Dat stopte niet bij het voorval van de verschijning van Jezus.  Volgens de overlevering heeft Thomas het geloof in de Here Jezus in India verkondigd, waar hij ook zou zijn overleden. Ook heeft hij net als de andere apostelen zijn getuigenis opgeschreven, die niet in de Bijbel zijn opgenomen, maar onder de apocriefe werken behoren.

Hebreeën spreekt erover, dat we moeten letten op het einde van iemands leven, m.n. leiders. “7 Denk aan uw leiders, die het woord van God aan u hebben verkondigd, neem een voorbeeld aan hun geloof en kijk vooral goed hoe hun levenswandel eindigt. 8 Jezus Christus blijft dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid!” - Hebreeën 13:7-8 Deze tekst vormt onderdeel van instructies voor een heilig leven te midden van een wereld vol uitdagingen. Wat we door de eeuwen heen zien tot in deze tijd is, dat we Thomas voornamelijk kennen als de ongelovige Thomas. Hij was een discipel en kunnen ons als volgeling van Jezus ook herkennen in de vertwijfeling van deze mens. De momentopname van zijn handelen, denken en geloof wordt een stigma, dat hem moet typeren als mens.  Zoals we iemand een dief blijven noemen, omdat hij een fout heeft begaan. Ook als heeft deze zich ervan bekeerd, blijven mensen kijken wat iemand fout heeft gedaan. (Veendam)

We vinden het moeilijk het beeld wat we hebben bij iemand, om dat te veranderen. Het laatste wat je hebt meegemaakt heeft je mening, oordeel en vooroordeel bepaald. Thomas kon niet loskomen van het beeld wat hij op dat moment had en geloofde. Dus was Jezus voor hem op dat moment niet uit de dood was opgestaan. En door de eeuwen heen doen we hetzelfde met Thomas als de ongelovige Thomas. Hij was één van de 12 discipelen, die met Jezus wandelde. Hij maakte net als Petrus een denkfout.

Als Petrus en Thomas waren gebleven, zoals ze dachten en daarna handelden, konden ze niet verder om als apostelen later er op uit te gaan. Verkondigen dat Jezus de opgestane Heer is en dat Hij hen vergeven had en hersteld in relatie met Hemzelf. Dan zou het boek Handelingen niet beginnen met de 11 die op de Heilige Geest wachten, zoals we met Pinksteren bij stil zullen staan. Dan waren Judas Iskariot, Simon Petrus en Thomas / Didymus afgevallen en moesten er 3 bij het team komen. En misschien om andere redenen nog wel meer.

Fouten maken we allemaal. Wat Petrus en Thomas in de aanwezigheid van de anderen meemaakten, was dat zij Jezus ontmoetten. Het stuk wat zij tekort hadden aan geloof en liefde, vulde de Heer aan in hun leven. Is dat niet hetzelfde in ons leven? Missen wij soms ook geen geloof en / of liefde van God, waardoor we standvastig zijn, onwankelbaar en overvloedig in het werk van de Heer? Paulus schrijft daarover in de 1e brief aan Korinthe In 1Koriniërs 15:58  - Kortom, geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar en zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat door de Heer uw inspanningen nooit tevergeefs zijn.

Paulus spreekt over ons aardse bestaan in dit gedeelte. We zitten vast met ons lichaam in deze wereld, maar door geloof behoren wij God toe. De strijd, die wij ervaren tussen het hemelse en aardse, kunnen wij overwinnen door de Here Jezus. Verleidingen komen op onze weg en maken het ons moeilijk, maar de kracht van de zonde is doorbroken en overwonnen door Christus, waardoor wij een andere keuze kunnen maken en gaan. Hierdoor is onze richting veranderd. In plaats dat we steeds verder van God weg lopen, leven we steeds dichter bij
Hem.

Daar tegenover zegt het gedeelte van Hebreeën 13: 7 en 8, dat we onder de indruk
van iemand anders kunnen zijn, maar dat het nog belangrijk is dat we iemand blijven volgen en zien of deze werkelijk met Christus leeft en daarna blijft handelen tot aan de dood. Veel mensen beginnen goed, maar eindigen niet zo glorieus.

Volhouden, doorgaan en jezelf volledig aan Gods Hand toevertrouwen kan een hele strijd zijn. Die strijd heeft Jezus in het hof van Getsemanee gestreden, toen Hij de woorden sprak: “Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren, zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.” - Mattheus 26:39 Jezus koos ervoor om te sterven en gaf zich over aan Gods wil. Daardoor kunnen wij kiezen voor het leven, wanneer wij ons leven overgeven aan Zijn wil en met Christus belijden : “Laat het niet gebeuren, zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.

Er zijn er ook, die een valse start maken, maar glorieus overgaan van het tijdelijke naar het eeuwige. Daarom dat het verhaal van Thomas en het gedeelte van de Hebreeënbrief gegeven is. Het is een aanmoediging om je vertrouwen altijd op God te houden, ondanks alles. Waarom? “Jezus Christus blijft dezelfde, gisteren, vandaag en tot eeuwigheid!” Omstandigheden veranderen, wij maken fouten, de wereld om ons heen draait door, maar God heeft in Christus Zijn hand naar ons uitgestrekt om samen door het leven te gaan. Niet alleen, maar samen!!!

Joh.20:25 - Toen de andere leerlingen hem vertelden: ‘Wij hebben de Heer gezien!’ zei hij: ‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.’  Deze boodschap komt niet binnen en geeft hij hier een rationeel antwoord. Jullie woorden kloppen niet, er is geen tastbaar bewijs, dat het zo is. Dus kom maar op. Ik geloof het pas als ik het zie en voel. Herkenbaar! Heel veel mensen willen hetzelfde als Thomas voor de ontmoeting met Jezus. Eerst zien en dan geloven.

Leven na de dood is niet het meest favoriete deel voor mensen om ons heen. Het klinkt voor hen als een fabel, waarop verzonnen verhalen de feiten anders weerspiegelen, dan de werkelijkheid toelaat. De waarheid berust bij hen op
meetbare feiten, maar niet op de relatie, die God met de mens wil aangaan. 

Voor de gelovige zijn de ogen opgegaan voor de realiteit, die de ongeziene Heer
is. Hij wordt zichtbaar in de levens van mensen, die Hem volgen. Hun denken wordt veranderd en denken niet meer de mens centraal, maar zijn gericht op Wie God is in hun leven. De Bijbel is geen gesloten boek meer met oude verhalen, maar een Liefdebrief voor ieder mens, die op zoek is naar God. Door de Geest van God worden we verbonden met de Levende Heer. Net als een kind in de buik van zijn moeder verbonden is door de navelstreng, waar voedsel, bloed, zuurstof etc. gaat.

Het leven met God heeft voedsel, Gods Woord, nodig. Door het bloed van Christus wordt ons leven gereinigd van alle ongerechtigheid en is er vergeving. (1Joh.1:9) Het leven met God wordt aangewakkerd door de Wind, Geest van God, zoals Jezus dit uitlegt aan Nicodemus. ( Joh. 3) Die Geest vertelt met onze geest dat we bij God horen en Zijn kind zijn. - Romeinen 8:16 In de NBV staat dat het verzekert, bevestigd dat we een kind van God zijn.

M.a.w. God laat je niet in het ongewisse, maar overtuigt je Zelf ervan, dat Hij je hemelse Vader is. Dat kan je dus zeker weten. Dat zeker weten komt van God en wordt als het ware in je hart gegraveerd. Je weet het van binnenuit en is niet afhankelijk van omstandigheden, gevoel of wat anderen er over te zeggen hebben. Het is Gods spreken tot het diepst van ons wezen, dat een onuitwisbare indruk achterlaat. 

Joh.20:26-28 - “Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Thomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Ik wens jullie vrede!’ zei hij, 27 en daarna richtte hij zich tot Thomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ 28 Thomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’ 29 Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.”  - De sleutel om het Koninkrijk van God binnen te gaan en te zien, zit in de laatste woorden van dit gedeelte. Wij zijn gelukkig te prijzen, omdat wij geloven in Jezus. Wij hebben Hem niet, zoals de eerste discipelen Hem lijfelijk, op deze wereld gezien.


Toch hebben wij net zoveel deel aan Wie Jezus wil zijn voor deze wereld als zij. Dat mogen we als een zekerheid in ons leven elke dag meenemen, totdat wij oog in oog met Hem zullen staan. Dit gedeelte over Thomas, die later erop uitging en Petrus maakt, dat het opgeschreven is tot aanmoediging voor ons leven en geloof in God. Hij houdt enorm veel van je. Daarom dat Jezus ook de brug is naar God toe, die we met volste vertrouwen mogen oversteken.

Geen opmerkingen: