Psalm 139 - Voor de koorleider. Van David, een
psalm. Deze David kennen wij van
de verhalen, die we als kind al hebben gehoord.
Als jonge jongen was hij schaapsherder. Hij
hoedde de schapen van zijn vader Isaï. Daar had hij
tijd om te spelen op zijn harp en te zingen voor zijn Heer. Ook in het hoeden van de schapen zag
hij Gods hand. Hij vertelt tegen Koning Saul hoe
hij leeuw en beer versloeg en God hem daarbij hielp.
In Psalm 23 vertelt hij als herder, hoe zijn God een voorbeeld en Herder is om op groene weiden te komen en
verkwikt te worden door water, waar deze
Herder je naar toebrengt. Daarbij verbeeld hij dat mensen schapen
zijn en God de Herder. Hij vertelt dan ook dat hij het
volste vertrouwen heeft in deze Herder.
Als het moeilijk wordt,
leidt God je door het dal van diepe duisternis. Het enige
wat je maar hoeft te doen is de Herder te volgen. Hij is je licht op je pad en zijn Woord bemoedigd je en moedigt je aan om
daarop te vertrouwen. En wanneer we vandaag lezen in Psalm 139, komen we de eerste woorden tegen dat het een lied
is.
Wat David heeft geschreven
en misschien wel een melodie erbij heeft
gecomponeerd, is geschikt om als een koor te gaan zingen.
Dat laatste doen we meer met liederen uit Psalmen, omdat ze vertellen hoe God met de mens omgaat en hoe de mens door moeite heen de hand van de Heer
ontdekt en ziet. Daardoor weet ik dat God
aan mijn kant staat.
David gebruikt zijn talent om te spelen op de harp ook bij koning Saul.
Blijkbaar was deze toegewijde muziek, niet alleen prettig om te luisteren, maar bracht ook het onrustige hart van de koning tot bedaren. Wij geloven met de
woorden van de apostel Paulus, dat het Woord van God is levend en krachtig,
dat het laat zien waar je mee bezig bent. Het opent je ogen voor de realiteit van wie God is.
Bouwt je geloof op en
zoals kerkvader Augustinus zei; Zingen is 2x bidden. Vandaag zingen we ook liederen
tot eer van God. Wanneer we onze harten openen voor Zijn boodschap door de liederen heen, en maakt
dat we allemaal hebben 2 x hebben gebeden
vanmorgen. Een uitspraak, die we o.a. hebben gehoord bij Nederland Zingt is : “Als je het niet zeggen kunt, zing het dan.” Liederen gaan ons hele
leven mee en vinden vaak snel een weg tot ons hart.
De Heer kent jou! - HEER, u kent mij, u doorgrondt mij, 2 u weet het als
ik zit of sta, u
doorziet van verre mijn gedachten. 3 Ga ik op weg of rust ik uit, u
merkt het op, met al mijn wegen bent u vertrouwd. 4 Geen woord ligt op mijn
tong, of u, HEER, kent het ten volle. 5 U omsluit mij, van achter en van
voren, u legt uw hand op mij. 6 Wonderlijk zoals u mij kent, het gaat mijn
begrip te boven. David vertelt in deze Psalm zijn ervaring. Hij heeft vele moeilijke
dingen meegemaakt en heeft ontdekt, dat God er
ook vanaf weet. Als hij aan God denkt, voelt hij zich veilig.
Als hij praat met God is dat vertrouwd. God is
voor hem niet ver weg, maar juist zo tastbaar dichtbij.
Misschien
heeft hij in de periode, dat hij veel alleen was, toegepast
wat hij als kind over het handelen van God met Zijn volk heeft gehoord. Al vanaf de schepping was het Gods voornemen om met de mens om te gaan. Om in de avondkoelte
met Adam en Eva te praten. Een open gesprek, zonder dat zij bang waren voor God en voor Hem wegkropen,
zoals we later lezen na het eten van de boom van kennis van goed en kwaad.
Hierdoor
was er verwarring gekomen in het hart van de mens,
waardoor zij zich ook voor elkaar schaamden. Die
schaamte kennen wij nog steeds. Als we iets niet goed doen of gedaan hebben,
spreekt ons geweten tot ons verstand
en hart. Daar komt een vervelende kortsluiting uit
voort, waardoor we ons schuldig voelen en bang worden om naar elkaar en God te gaan.
En
juist te midden van alle problemen, waar David alle grond had om ook weg te
kruipen voor God en Hem de schuld van zijn
problemen te geven, gaat hij juist naar God toe. Ook al
hij wordt aangesproken op zijn zonde van overspel en
laten doden van één van zijn onderdanen om de boel te verdoezelen, buigt hij voor God en vertelt eerlijk en open wat hij heeft gedaan en
zijn schuld belijdt.
Veel
mensen houden hun mond en blijven met hun schuld rondlopen.
Bang om afgewezen te worden. Bang om verstoten
te worden van mensen, die openlijk hen vaarwel zullen zeggen. Dat risico neemt David, omdat hij weet: God kent mij helemaal. Weet
allang wat ik denk, doe, voel en spreek. God wil juist ons helpen, daar waar wij erkennen Zijn hulp
nodig te hebben. Hij wil ruimhartig vergeven, daar waar
wij onze fouten en zonden belijden.
In Psalm 103 vertelt David hierover. Als dat
niet zo was, had David deze Psalm
nooit
kunnen schrijven. Was dit lied nooit in de Bijbel opgenomen. En zou nooit
zoveel bemoediging, troost, zekerheid en moed geven voor wie ontmoedigd zijn. Zit je in de put,
heb je het moeilijk, dan zijn de Psalmen van David, de aangewezen
liederen om lezen en als het kan om te zingen, zodat God opnieuw tot je kan spreken door Zijn Woord en Geest.
God heeft altijd aandacht voor jou! - 7 Hoe zou ik aan uw aandacht
ontsnappen, hoe aan uw blikken ontkomen? 8 Klom ik op naar de hemel – U tref ik
daaraan, lag ik neer in het dodenrijk – U bent daar. 9 Al verhief ik mij op de
vleugels van de dageraad, al ging ik wonen voorbij de verste zee, 10 ook daar
zou Uw hand mij leiden, zou Uw rechterhand mij vasthouden. 11 Al zei ik: ‘Laat
het duister mij opslokken, het licht om mij heen veranderen in nacht,’ 12 ook
dan zou het duister voor U niet donker zijn –de nacht zou oplichten als de dag,
het duister helder zijn als het licht.
Regelmatig worstelen
mensen ermee, dat zij zich afvragen of God hen wel ziet.
Of Hij wel weet wie ze zijn en wat ze doormaken. Juist
wanneer er onverhoorde gebeden zijn. Het roepen, zoeken en vechten moe zijn. Heeft het wel zin om te geloven in een
God, die niet lijkt te antwoorden. -> Psalm
107:1 en 2 geeft daar een antwoord op en zegt: “Loof de HEER, want
Hij is goed, eeuwig duurt Zijn trouw.’ 2 Zo spreken zij die door de HEER zijn
verlost, die Hij verloste uit de greep van de angst,”
Er zijn veel kinderen en ook volwassenen die graag
een lampje aanhouden als zij gaan slapen. Waarom? Omdat ze bang
zijn in het donker. Psalm 119:130 zegt:
“Als
uw woorden opengaan, is er licht en inzicht voor de eenvoudigen.” Dat laat zien dat de Bijbel
geen boek is dat alleen voor een hooggeleerde, maar
dat God erdoorheen tot iedereen wil spreken. We hebben nodig dat God onze ogen opent, zodat we
begrijpen, wat Hij tot ons zeggen wil. Wanneer het “kwartje” valt, kijken we heel anders tegen onze problemen
aan en weten dat God alles in Zijn vertrouwde handen
heeft.
God is altijd bij mij! - 17 Hoe rijk zijn uw gedachten,
God, hoe eindeloos in aantal, 18 ontelbaar veel, meer dan er zandkorrels zijn. Ontwaak
ik, dan nog ben ik bij U.
Goud en zilver zijn
ook materialen, die door de Bijbel als vergelijking worden gebruikt. Het
Woord van God is kostbaarder, dan het bezit op deze wereld. Het bevat meerdere lagen en kanten, waaruit je kan kijken naar het Woord van God
en ook meerdere mogelijkheden om toe te
passen. Daarbij wil God ons helpen en aan de hand nemen. Hij kent de weg. Hij is de Weg.
Heer stuur mij bij, als het nodig is. - 23 Doorgrond mij, God, en ken
mijn hart, peil mij,
weet
wat mij kwelt, 24 zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij over de weg die
eeuwig
is.
Peil mij -> peilstok
om de olie in de motor van de auto te meten. Om te
zien of
de motor goed blijft draaien.
Te weinig olie kan de motor van de auto vastlopen. Daarom moet een auto van tijd tot tijd naar de garage voor een onderhoudsbeurt. De vitale delen moeten nagelopen worden.
De remmen, de banden, de motor en ook de olie.
In ons
leven hebben we ook nodig, zoals David het omschrijft, dat we God vragen en ook in het Woord lezen,
om te zien of we nog wel achter de Herder aan lopen. Er zijn soms
zoveel afleidingen, dat we niet eens doorhebben, dat
we van het pad af zijn en onze eigen route zijn gaan lopen. Het gevoel lijkt ook niet altijd betrouwbaar, want het verzint
weleens oplossingen en geeft weleens gedachten, die
ons totaal de verkeerde kant uitsturen.
De schuld ligt dan bij een ander, zonder dat we
ons eigen hart onderzoeken of het misschien wel aan ons zelf kan liggen, dat het fout is gegaan. Of we nemen alle schuld op ons en laten ons ondersneeuwen door
anderen, terwijl we geliefde kinderen van
God zijn, maar niet meer ervaren dat God van ons houdt.
Zandbanken en vaargeul De man, die een cruise maakte en op het
schip aantal dagen verbleef. Onder het meemaken van de prachtige programma’s en
het heerlijke eten op het schip, bleef er een vraag steeds in zijn hoofd naar
boven komen. “Stel dat het schip op een zandbank zou varen? Wat dan? Zou de
kapitein wel weten waar de zandbanken liggen, zodat hij ze kan ontwijken? Hij
drukte de gedachte weg en probeerde weer te genieten van zijn vakantie op zee.
Toch liet hem niet los en werd er onrustig van. Totdat hij het niet hield en de
stoute schoenen aantrok en naar de kapitein toeging met zijn vraag. “Beste
Kapitein, ik heb een vraag. Weet u waar alle zandbanken liggen? Stel dat het
schip hierop zou vastlopen.” De kapitein, bleef even stil en keek hem
indringend aan en zei toen: “Nee, ik weet niet waar alle zandbanken liggen,
maar ik weet wel waar de vaargeul is.”
Dieptepeilen wordt gebruikt bij scheepvaart om te voorkomen dat het schip aan de bodem van de zee of rivier vastloopt. Daarom dat vanuit Vlissingen voor grote
schepen, die op de Westerschelde gaan
varen, een loods aan boort komt omdat deze de weg kent van de vaargeul en de gevaren van de zandbanken.
Zo wil de Here Jezus onze leidsman zijn en ons
bijstaan op momenten dat wij Zijn wijsheid nodig hebben
en weer op de juiste weg verder gaan.
Vraag de Heer om je te helpen en leiden, zodat je altijd mag weten dat je op de
goede weg zit. Hij wil je zegenen en doet dat, omdat wij door Jezus tot Hem mogen
komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten